Thema 2; hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

soortendiversiteit

A

variatie aan soorten organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

genetische diversiteit

A

variatie binnen dezelfde soort, bijvoorbeeld in kleur, vorm, ras,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ecosysteemdiversiteit

A

variatie aan ecosystemen met hun typische klimaat en soorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

definitie ecosystemen

A

de combinatie van de levende organismen en niet-levende materie die een invloed uitoefenen op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Overbevissing kan de vispopulatie halveren tegen 2050.

A

overexploitatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Er is steeds meer verstedelijking.

A

verlies aan leefgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Door het smelten van de ijskappen op Antarctica worden veel pinguïnsoorten bedreigd.

A

klimaatverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Invasieve soorten zoals de nijlgans mogen wettelijk worden bestreden door jagers om de overpopulatie tegen te gaan.

A

invasieve soorten (uitheemse soorten die een bedreiging vormen voor inheemse soorten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De plasticvervuiling van oceanen vormt een grote bedreiging voor zeedieren

A

vervuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een verlies aan biodiversiteit zorgt voor een snellere verspreiding van ziekteverwekkende bacteriën en virussen.

A

ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2 voorwaarden om tot dezelfde soort te behoren

A
  1. gelijkaardige uiterlijke kenmerken
  2. hun nakomelingen moeten vruchtbaar zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verschil soort en hybride

A

Een soort kan zich voortplanten en hun nakomelingen zijn vruchtbaar.
Een hybride heeft uiterlijk kenmerken van beide soorten maar ze zijn meestal onvruchtbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

biodiversiteit

A

de verscheidenheid (diversiteit) van al het leven op aarde en dat zowel binnen een soort, tussen soorten, als op het niveau van de ecosystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

soortnaam

A

de naam die aangeeft dat twee organismen tot dezelfde soort behoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geslachtsnaam

A

de naam die aangeeft dat twee organismen van een verschillende soort nog nauw aan elkaar verwant zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Felis in de wetenschappelijke naam ‘Felis domesticus’?

A

geslachtsnaam

17
Q

Wat zijn de ‘rode lijst’ en de ‘Living Planet Index’?

A

Het zijn wetenschappelijke indicatoren die een belangrijk uitgangspunt voor gerichte acties en maatregelen vormen om de biodiversiteit te behouden en te herstellen.

18
Q

Binominale naamgeving

A

1st de geslachtsnaam (met hoofdletter), gevolg door de soortnaam (met kleine letter).