Thema 2 Flashcards
Wat gebeurt er in de eerste week met een bevruchte eicel?
De bevruchte eicel wordt eerst zygote genoemd. Het zal klievelingsdeling ondergaan waarbij aantal cellen toeneemt maar volume gelijk blijft.
Na 3/4 dagen wordt morula genoemd, later een blastocyt. Blastocyt gaat zich differntieren in trofoblast en embryoblast. Uit trofoblast ontwikkelt zich de extraembryonale membranen en placenta en uit embryoblast het embryo zelf. Daarnaast he je een blastocytholte.
Rond dag 6 zal blastocyt zich innestelen in uteruswand. Embryoblast bestaat uit tweelagige kiemschijf met epiblast en hypoblast (buitenkant). Trofoblast wordt syncytiotrofoblast dat richting baarmoederlijke bloedvaten gaat en cytotrofoblast dat de buitenlaag gaat vormen. Tussen de epiblast en syncytiotrofoblast zal amnionholte liggen en aan hypoblastkant zal dooierzak liggen.
Wat is gastrulatie?
In de epiblast wordt de primitieve groeve gevormd en hier gaat de gastrulatie starten. Endoderm gaat door de primitieve groeve en vervangt hypoblast. Tussen hypoblast en endoderm komt mesoderm te liggen en epiblast wordt het ectoderm. Dus bij gastrulatie ontstaat endoderm, mesoderm en ectoderm.
Endoderm wordt epitheel van tractus digestivus, lever, longen en blaas. Ectoderm wordt zenuwweefsel, epitheel van de huid, nagels, haren en klieren (verbonden aan huid).
Mesoderm vormt:
- Chorda dorsalis
- Somieten (paraxiaal mesoderm)
- Intermediaire mesoderm
- Laterale plaat mesoderm dat parietaal blad (somatisch) en viscerale blad (splanchnisch) gaat vormen.
Hoe worden de urinewegen gevormd?
Uit het intermediaire mesoderm ontstaat het urine- en genitaalstelsel. Er ontstaat een urogenitale riggel met mediaal genitale riggel en lateraal urinestelsel.
In craniocaudale richting onstaan drie
nierstructuren uit het intermediair
mesoderm. Pronephros, mesonephros
en metanephros.
Pronephros
- Cervicale nefrotomen
- Differentiëren zich niet tot functionele units bij de mens
- Degenereren dag 24/25
Mesonephros
- Nefrotomen in verbinding met cloaca via ductus mesonephricus
- Ontwikkelt zich tot een functioneel niersysteem vanaf week 6
- Degenereren in de 10e week
Metanephros
- Definitieve nier op sacraal niveau
- Ontwikkelt in 5e week
Waaruit ontstaat het nier en zijn afvoerbuizen?
Metanephros ontstaat in de 5e week en
wordt in de 10e week functioneel en
ontwikkelt zich tot de definitieve nier. Ureterknop ontwikkelt zich uit het caudale deel van de ductus mesonephricus en groeit richting de metanephros.
Heeft twee functionele onderdelen:
Excretie→ontwikkeling vanuit metanephrogeen blasteem
* Kapsel van Bowman
* Proximale tubelis
* Lis van Henle
* Distale tubulis
Verzamelen →ontwikkeling vanuit ureterknop (Afvoerbuis)
* Verzamelbuisjes
* Calyx major en minor
* Pelvis renalis
* Ureter
Uretherknop groeit richting metanophrogeen blasteem en vindt er interactie plaats tussen ureterknop en het cap mensenchym van de metanophros. Dit reguleert de groei en vertakking van de tip van de ureterknop en de vorming van excretie units.
Hoe vindt de ontwikkeling van de blaas en urethra plaats?
Septum urorectale verdeelt de cloaca in een canalis anorectalis en sinus urogenitalis. Hierdoor ontstaat een gescheiden uitgang faeces en urine.
Het verwijde, craniale gedeelte van de sinus urogenitalis ontwikkelt zich tot de
blaas die nog continue is met de allantois. Allantois is verbonden met de navel en wordt gebruikt om afvalstoffen kwijt te raken. Later gaat allantois in regressie en wordt het ligament umbilicale medianum/urachus. Het nauwere caudale gedeelte van de sinus urogenitalis vormt de urethra in de penis bij de man en het vestibulum vaginae bij de vrouw.
Deel van de ductus mesonephricus dat in de wand is genomen, vormt het
trigonum vesicae. Ductus mesonephricus ontwikkelt zich tot de vas deferens (XY) of gaat in regressie (XX). Driehoekige gedeelte ligt tussen beide ureters en het ostium van de urethra.
Wat kan er gebeuren bij een congenitale afwijking?
- Niet goed sluiten urachus
* Voorbeeld: persisterend lumen van allantois. Hierbij komt plas uit de navel want allantois staat in verbinding met blaas.
* Urachuscyste -> nog een blaas. - Abnormale ontwikkeling septum urorectale. Hierbij kan de anus niet gevormd zijn. Ook kan anus wel gevormd zijn maar is blaas ook in contact met dit gat. Ook kan het vagina samenvallen met anus. Of ze kunnen alle 3 samenvallen en heb je een cloaca.
- Ligging en vascularisatie nieren
Nieren zijn sacraal aangelegd maar komen later lumbaal te liggen. De ascensus (opstijgen) gebeurt in 6e-9e week en komen net onder bijnieren. Tijdens opstijgen worden steeds nieuwe arteriën gevormd. Deze arteriën gaan in regressie of worden accessoire nierarterien.
Tijdens het opstijgen kan wat fout gaan:
- Ectopische nier: ligging hoger of lager dan normaal. Er is bekkennier (in bekken) en thoracale nier (in thorax).
- Hoefijzeren nier: de onderpolen van beide nieren gaan fuseren. Deze blijven achter a. mesenterica inferior en gebeurt vaak bij bifurcatie van aorta abdominalis.
Hoe vindt de ontwikkeling van de genitaal stelsel?
De gonaden (testes en ovaria) ontstaat uit:
- Oerkiemcellen in de wand van dooierzak
- Coeloomepitheel
- Onderliggende mesenchym bij coeloom
- Oerkiemcellen migreren via dooierzak→mesenterium dorsale→ achterwand embryo t.h.v. T10 →‘genital ridge’
- Zelfde tijd: vorming ductus paramesonephricus vanuit coeloomepitheel
Oerkiemcellen zetten coeloomepitheel aan tot proliferatie → geslachtsplooi (genitale riggel) →coeloomepitheel dringt onderliggend mesenchym binnen
→vormen steuncellen
Hoe vindt de vorming van de mannelijke geslachtsorgaan plaats?
- 6e week: o.i.v. SRY-gen wordt het SRY-eiwit
gesynthetiseerd in de steuncellen van de gonaden. - Steuncellen in gonaden differentiëren zich tot Sertoli-cellen
- De Sertoli-cellen scheiden Dhh en het anti-Müllerian hormoon (AMH) uit
- Onder invloed van Dhh gaan Mesenchymale cellen in de
geslachtsplooien zich differentiëren tot
de cellen van Leydig die het hormoon testosteron produceren. - AMH zorgt voor dat ductus paramesonephricus (buis van Müller) in regressie gaat.
- Testosteron induceert de differentiatie
van de ductus mesonephricus (buis van
Wolff) tot vas deferens (zaadleider), epididymis (bijbal), ductuli efferentes en vesicula seminalis (zaadblaasjes) - Testosteron kan worden omgezet tot 5-dihydrotestosteron. 5-dihydrotestoron zorgt voor vorming van uitwendige geslachtsorgaan, prostaat en bulbo-urethrale klieren.
- O.i.v. testosteron zal pas in de puberteit de tubuli seminiferi ontstaan.
De testes wordt retroperitoneaal aangelegd ter hoogte van TH10 en dalen af naar het scrotum (buiten het lichaam). Het gubernaculum trekt de testes richting scrotum doordat het zich verkort. Dit gebeurt rond week 28.
Hoe ontwikkelt zich de vrouwelijke geslachtsorgaan?
- Geen Y-chromosoom, dus geen SRY-gen
en geen synthese van het SRY-eiwit - Steuncellen in gonaden ontwikkelen zich tot follikel cellen in plaats van Sertoli-cellen
- In afwezigheid van Sertoli-cellen wordt geen AMH of Dhh uitgescheiden. De mesenchymale cellen in de geslachtsplooien differentiëren zich niet tot
de cellen van Leydig en er wordt geen testosteron geproduceerd. - Geen AMH, dus de ductus paramesonephricus (buizen van Müller) gaan niet in regressie. De caudale delen van de beide buizen van Müller zijn in
het indifferente stadium met elkaar gefuseerd en gaan de uterus en de
vagina vormen. De niet gefuseerde craniale delen blijven een open verbinding houden met het intra-embryonaal coeloom en ontwikkelen zich tot de tubae uterinae. Deze zullen een verbinding houden met de
toekomstige peritoneaalholte. - Omdat er geen testosteron wordt geproduceerd gaat de ductus mesonephricus wel in regressie en er is geen ontwikkeling van de mannelijke accessoire seksuele structuren.
- Bovenste deel van vagina gevormd door buizen van Muller en onderste deel door zwellingen in de sinus urogenitalis, de bulbi sinovaginales (vaginale plaat). Septum tussen de buizen van muller moet verdwijnen waardoor kanaal gevormd wordt. Hierbij ontstaat baarmoeder, opening, vagina en eileiders. De ovaria dalen in het bekken door lig. teres uteri en lig. ovarii proprium.
Uit welke onderdelen ontstaat het mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen?
- Tuberculum genitale (= anterieure fusie van cloacale zwellingen) breidt zich uit. Sinus urogenitalis strekt mee naar voren als de urogenitale plaat. Bij de vrouw buigt tuberculum genitale en vormt clitoris.
- Als sinus urogenitalis is gescheiden van anale kanaal door urorectale septum worden de cloacale zwellingen de urogenitale/urethrale plooien genoemd
- Later in de ontwikkeling: een nieuw paar zwellingen ontstaan, de labioscrotale zwellingen
- Glans plaat op distale eind is restant van cloacale membraan
- Tuberculum genitale:
Man: Glans penis
Vrouw: Clitoris - Sinus urogenitalis:
Man: Urethra penis
Vrouw: Vestibulum vaginae - Urogenitale plooien:
Man: Penis
Vrouw: Labia minora - Labioscrotale zwelling:
Man: Scrotum
Vrouw: Labio Majora
Welke congenitale afwijkingen van uitwendige geslachtsorganen zijn er?
- Hypospadie
* Ostium van urethra aan onderzijde penis
* Sluitingsdefecten urethrale plooien of abnormale kanalisatie - Epispadie
* Urethra aan bovenzijde niet gesloten
* Gaatvaaksamenmet blaasextrofie → cloacale membraan te vroeg
geruptureerd? - Androgeen ongevoeligheidssyndroom, dit uit zich bij XY als:
- Bij een compleet androgeen (testosteron) ongevoeligheidssyndroom (CAIS) ontwikkelen deze structuren: vas deferens,
epididymis, ductuli efferentes en vesicula seminalis niet, bij een partiëel androgeen
ongevoeligheidssyndroom (PAIS)
kunnen deze structuren deels of geheel
gedifferentieerd zijn. De testes hebben een variabele locatie: ter hoogte van lieskanaal of in het abdomen.
- Er wordt ook geen 5-dihydrotestosteron gevormd. Bij CAIS zien de externe genitalia er volledig vrouwelijk uit. Bij PAIS zijn er
grote variaties mogelijk, uiteenlopend van een bijna volledig vrouwelijk waarbij de urogenitaal plooien niet gefuseerd zijn en een vergrote clitorus tot een meer mannelijk fenotype.
- Ductus paramesonephricus in regressie, dus geen tubae uterinae, uterus en superieure deel vagina. Inferieure deel
vagina ontstaat wel, want ontwikkelt uit bulbi sinovaginalis. Dus geen mannelijk of vrouwelijk geslachtsorganen.
Hoe ontwikkelt de hypofyse zich?
- Lobus anterior = adenohypofyse
(pars intermedia: bij de volwassen mens)
Adenohyopfyse krijgt via portale bloedvaten signalen vanuit de hypothalamus en produceert zelf hormonen. Dit ontstaat uit het dak van de primitieve mondholte, het stomodeum wat weer ontstaat uit ectodermale weefsel. Er is een verdikking in de ectodermale weefsel dat zakje van Rathke wordt genoemd. Dit komt los te liggen en beweegt naar de neurohypofyse. - Lobusposterior = neurohypofyse, verzorgt afgifte van ADH en oxytocine. Het is een uitstulping van diencephalon. Het is een onderdeel van de hypothalamus. Het dak van mondholte wordt dak van neusholte.
- Lobus anterior = adenohypofyse
uit oppervlakte/oraal ectoderm - Lobusposterior = neurohypofyse
uit neurogeen ectoderm
Wat is de anatomie van de bijnier?
- Medulla glandulae suprarenalis:
Aangestuurd door sympathische zenuwstelsel en geeft adrenaline en noradrenaline af. - Cortex glandulae suprarenalis:
Bevat drie lagen. Gestimuleerd door hypothalamus tot productie van steroidhormonen zoals cortisol, aldosteron en androgenen.
Ontwikkeling:
* Medulla: neurale lijstcellen (ectoderm). Deze lijstcellen ontstaan aan de rand van de neurale plaat nadat het fuseert. Ze gaan migreren en vormen veel structuren als sensibele ganglia en zachte hersenvliezen.
* Cortex: intermediair mesoderm
Medulla en neuronen autonome ganglia (pre- en paravertebrale) zelfde embryonale oorsprong (neurale lijstcellen)
→Bijniermerg geen postsynaptisch neuron. Het is zelf een ganglion.
Hoe werkt de hypothalamus-hypofyse-gonadale as?
Regelkring is HHG-as waarin een hierarchie heerst.
Tussen man en vrouw zijn er veel overeenkomsten maar ook verschillen in de endocrinologie.
Verschil:
- Vrouw heeft beperkte vruchtbaarheid (van puberteit tot menopauze)
- Vrouw heeft maandelijkse cyclus waarin ovulatie plaatsvindt
- Man ondergaat spermatogenese van puberteit tot einde van zijn leven. Kwaliteit van sperma neemt af maar man blijft vruchtbaar.
De hypothalamus geeft pulsatiel GnRH met pulsinterval van 60-120 min na de puberteit -> hypofyse voorkwab geeft FSH en LH af in het bloed -> gonaden reageren hierop door geslacht steroïden aan te maken. De neuronen die voor afgifte van GnRH zorgen zijn neurale oscillatoren. Hierbij is er pulsatiel afgifte van LH en constante concentratie van FSH. GnRH heeft korte halfwaardetijd van 2-4 min.
Als er een constante GnRH-afgifte zou zijn, zal er densensibilisatie van de hypofyse voor GnRH plaatsvinden omdat er downregulatie van GnRH-receptoren is. Dit zorgt dan voor verminderde FSH/LH. Alle hypothalamus releasing hormones zijn pulsatiel.
Geslachtshormoon bij man is testosteron vanuit testikels en bij vrouw oestrogeen en progesteron vanuit follikel en corpus luteum in de ovaria. Daarnaast worden inhibines A en B afgegeven voor negatieve terugkoppeling.
Hoe vindt de steroidbiosysnthese plaats?
Cholesterol is de bron van alle geslachtshormonen. Hieruit wordt pregnenolon gemaakt waardoor uiteindelijk de geslachtssteroiden ontstaat.
Er komt bij zowel man en vrouw oestradiol en testosteron voor maar in verschillende mate. Bij de vrouw is oestradiol dominant en bij de man testosteron. Ze hebben andere eigenschappen door de bepaalde groepen die ze bevatten.
Een belangrijke bijdrage aan het proces van steroidsynthese is de bijnier, welke onder meer hormonen kunnen splitsen.