Thema 1. Basisconcepten deel 2 Flashcards
Meetwaarde, meetwaarden:
Een waarde die een operationalisatie van een variabele kan aannemen. Voor leeftijd is dit bijvoorbeeld een geheel getal, als leeftijd in gehele jaren wordt gemeten. Voor opgewektheid zou dit een score van 1-7 kunnen zijn, als dit op een 7-puntsschaal wordt gemeten. Voor geslacht is het ‘man’ of ‘vrouw’.
Metadata:
data over data, bijvoorbeeld data die aangeven wanneer en hoe data zijn verzameld.
Multilevel aselecte steekproef:
Als de onderzoekseenheden (mogelijke deelnemers) in de populatie in groepen georganiseerd zijn, zoals scholieren in klassen en scholen, wordt vaak een multilevel aselecte steekproef getrokken. Hierbij wordt bijvoorbeeld eerst een aselecte steekproef van scholen getrokken, waarna per school een aselecte steekproef van klassen wordt getrokken. Vervolgens worden alle scholieren uit de geselecteerde klassen onderzocht. Een multilevel steekproef wordt ook wel een clustersteekproef genoemd. Als een steekproef aselect is, is het mogelijk om te generaliseren van de steekproef naar de populatie. Een aselecte steekproef is een vorm van een probability sample.
Niet-systematische meetfout:
De niet-systematische meetfout (Engels: random measurement error) is een vorm van toevallige verstoring van het meetresultaat. Hoe kleiner de niet-systematische meetfout bij het meten van een bepaalde variabele, hoe meer betrouwbaar de betreffende operationalisatie van die variabele is.
Non-probability sample, non-probability sampling:
Er zijn verschillende methoden van steekproeftrekking (of ‘sampling methods’) om deelnemers te werven voor onderzoek. De verschillende steekproeven die dit kan opleveren kunnen onderverdeeld worden in probability samples en non-probability samples. Bij een non-probability sample weet je niet wat de kans is dat een bepaald lid van de populatie opgenomen wordt in de steekproef.
Onderzoekseenheid, onderzoekseenheden:
iets waar data over verzameld kunnen worden. Dit zijn meestal mensen, maar kunnen ook scholen, klinieken of gezinnen zijn.
Onzuiverheid:
In de statistiek worden schatters berekend om met behulp van een steekproef uitspraken te kunnen doen over bepaalde kenmerken van een populatie. Als een schatter bij het nemen van oneindig veel steekproeven en het middelen van deze steekproefschattingen gemiddeld de verwachtingswaarde heeft van de bijbehorende populatiewaarde, is de schatter zuiver. Het gemiddelde in een steekproef is bijvoorbeeld een zuivere schatter van het populatiegemiddelde, omdat als er oneindig veel steekproeven getrokken zouden worden, en alle gemiddelden uit al die steekproeven weer gemiddeld zouden worden, de uitkomst het populatiegemiddelde zou zijn.
Open-accesstijdschriften:
Tijdschriften die open-access zijn, zijn voor iedereen gratis toegankelijk. Iemand hoeft niet verbonden te zijn aan een universiteit of andere instelling die een duur contract met een uitgever van wetenschappelijke tijdschriften kan betalen. Open-accesstijdschriften komen tegemoet aan het principe dat wetenschappelijk onderzoek en de resultaten daarvan transparant moet zijn voor iedereen.
Operationalisatie, operationalisaties:
een operationalisatie vormt de vertaling van de definitie van het theoretische construct naar een meetinstrument of manipulatie. Elke operationalisatie heeft een meetniveau. Manipulaties hebben bijna altijd een categorisch meetniveau en meetinstrumenten bijna altijd een continu meetniveau, maar dit hoeft niet noodzakelijkerwijs. Deze meetniveaus worden gekozen door de onderzoeker.
Populatie, populaties:
een populatie is een theoretische groep onderzoekseenheden, die gedefinieerd wordt door een aantal kenmerken. Populaties zijn geen momentopname, maar omvatten ook onderzoekseenheden in het verleden en de toekomst, zodat de resultaten uit de data nog steeds waarde hebben nadat de dataverzameling is afgerond.
Power:
De kans om een verband van een gegeven sterkte te detecteren, aangenomen dat dit verband bestaat in de populatie, bij een gegeven onderzoeksdesign, met een gegeven steekproefomvang. De power is afhankelijk van het specifieke design van de studie. Daarnaast geldt dat meer deelnemers nodig zijn om kleine verbanden aan te tonen dan om grotere verbanden aan te tonen.
Poweranalyses:
dit zijn analyses waarmee kan worden uitgerekend hoeveel deelnemers in een studie nodig zijn om een gegeven kans te hebben een verband aan te tonen (dat is, de power). Deze kunnen uitgevoerd worden in R met het package pwr, of met het software programma GPower.
Preregistratie:
het vastleggen van onderzoeksvraag, onderzoeksopzet, methode van dataverzameling en data-analyse voordat met dataverzameling en data-analyse wordt gestart. Op deze manier wordt flexibiliteit bij dataverzameling, data-analyse en/of rapportage vermeden (zie ook dubieuze onderzoekspraktijken). Wanneer een preregistratie van een onderzoek wordt ingediend bij een journal en geaccepteerd, dan is de procedure normaalgesproken zo dat het onderzoek wordt gepubliceerd ongeacht of het onderzoek effecten laat zien of niet, mits het onderzoek is uitgevoerd zoals voorgesteld in de preregistratie. Hiermee wordt publication bias verkleind.
Probability sample
Er zijn verschillende methoden van steekproeftrekking (of ‘sampling methods’) om deelnemers te werven voor onderzoek. De verschillende steekproeven die dit kan opleveren, kunnen onderverdeeld worden in probability samples en non-probability samples. Bij een probability sample heeft elk lid van de populatie een bepaalde, bekende kans (probability) om opgenomen te worden in de steekproef (sample).
Publication bias:
Het fenomeen dat het gemakkelijker is om onderzoek te publiceren dat wel een effect laat zien dan onderzoek dat geen effect laat zien. Journals vinden onderzoek dat effecten aantoont interessanter dan onderzoek dat geen effecten aantoont. Onderzoekers zijn zich hiervan bewust en zijn vervolgens geneigd om artikelen die geen effecten laten zien niet eens op te sturen naar een tijdschrift om (mogelijk) gepubliceerd te laten worden, wat verder in de hand werkt dat proportioneel veel gepubliceerde psychologische studies effecten suggereren die er in werkelijkheid niet zijn. Publication bias wordt ook wel het file-drawer-probleem genoemd omdat onderzoek dat geen effecten laat zien in de kast blijft liggen. Zie ook replicatiecrisis.