th7. de systematische benadering Flashcards
uitgangspunt 1: de algemene systeemtheorie (AST)
- algemeen
- gedrag, gedachten en gevoelens = NIET los van systeem
- onderlinge relaties tss personen van systeem - hiërarchisch geordend
- verzameling van systemen
- beïnvloeden elkaar wederzijds
- wereld onderverdeeld in niveaus
uitgangspunt 2: circulair-causaal denken
- algemeen
- systeemtheorie = circulair causale logica
- A beïnvloedt B, maar B beïnvloedt ook A
- we zoeken NIET naar een oorzaak en schuldige
- invloed die mensen op elkaar hebben (vb. relationele problemen en overmatige alcoholconsumptie) - circulair denken
- complexiteit van werkelijkheid tot recht
- alles beïnvloedt alles en iedereen
- geen begin- of eindpunt (onderlinge interactie)
uitgangspunt 3: hier en nu centraal
- algemeen
- gedrag = kenmerk relatie tss de persoon en zijn omgeving in het hier en nu - kenmerken
- centrale vraag = hoe is systeem in stand gebleven? en wat is het effect van wat vroeger gebeurde op huidige interacties?
uitgangspunt 4: manier van denken die de psychologie overstijgt
- algemeen
- AST = interdisciplinaire theorie die systemen als entiteit (= iets dat wezenlijk bestaat) bestudeert
- abstract begrippenkader
- metatheorie = theorie over theorieën - beïnvloed door verschillende wetenschappen
- gestaltpsychologie (werkelijkheid waarnemen in gehelen)
- cybernetica (besturing en communicatie van systemen op basis terugkoppelingsmechanismen)
- informatica
- ecologie (verhouding plant en dier)
de geschiedenis
- Ludwig von Bertalanffy
- grondlegger van de AST
- ‘eenheid van wetenschap’ realiseren = overeenkomst tss verschillende wetenschappen - Gregory Bateson
- paste als eerste het systeemtheoretisch denken toe op menselijke systemen
constatering van therapeuten
- algemeen
- cliënten na verblijf psychiatrische instelling = terugkeer terug opnieuw gestoord gedrag
- vermijden? = individu deel van gezinssysteem - ontstaan ‘patiëntsubstitutie’
- gezin van cliënt die succesvol wordt behandeld = ontstaan problemen andere
de systeemtherapie
- algemeen
- gezinnen en families = geheel in therapie - bekende namen
- Donald de Avila Jackson (= ‘de Palo Alto Groep’ of de strategische systeemgerichte stroming)
- Paul Watzlawick = werkte de communicatieve component verder uit
de contextuele therapie
- algemeen
- Iván Böszörményi-Nagy = generaties zijn dynamisch verbonden EN geven ervaringen door
- zijn werk steunt op de systeemtheorie, het psychoanalytisch denken en de filosofie van Martin Buber
- kenmerk = loyaliteit - de ‘Interactie Academie’
- verspreiding systeemtheoretisch denkkader (Rita Steen)
hedendaagse denkers
- algemeen
- focus probleemgedrag > aandacht individu met problemen
- systeem = belangrijk bij ontwikkeling - soorten systeemgerichte interventies (Hendrik Van der Molen)
- interventies waarbij partner assisteert
- relatietherapeutische interventies
- stoornisspecifieke interventies gericht op bepaalde personen
kritische kanttekening
- hooggespannen verwachtingen niet helemaal kunnen waarmaken = verschillende deeltheorieën GEEN geheel
- positie individu blijft problematisch = individu enkel element van systeem
- aansluiting tss praktijk en het onderzoek mist (weinig samenwerking tss systeemtherapeuten en onderzoekers)
het communicatiemodel
- elementen
- zender
- ontvanger
- boodschap (binnenkant van de zender)
- coderen (= boodschap coderen of vertalen in woorden) (buitenkant)
- decoderen (= vertalen of ontcijferen)
- feedback
- referentiekader
- kanalen
- ruis of storingen (in bepaalde context)
de communicatie-axioma’s van Watzlawick
- algemeen
- over en weer uitwisselen van informatie
- vijf axioma’s - axioma’s
- men kan niet niet communiceren
- mensen communiceren zowel digitaal als analoog
- elke boodschap bevat een inhouds- en betrekkingsniveau
- elke uitwisseling van communicatie is ofwel symmetrisch, ofwel complementair
- elke interpunctie is arbitrair
axioma 1: men kan niet niet communiceren
- algemeen
- alle gedrag = communicatieve waarde EN invloed op andere
- communicatie ≠ praten
- communicatie beïnvloedt jou en andere EN niet altijd bewust en doelgericht - drie niveaus
- bericht (= enkele communicatieve eenheid)
- interactie (= serie berichten)
- interactiepatroon (= terugkerende vorm van interactie)
axioma 1: wat kan er fout gaan?
- algemeen
- niet altijd bewust van invloed of effect van ons gedrag
- gedrag heeft onbedoeld effect of onbedoelde invloed
- goede bedoeling? = averechts effect
- onze eigen invloed of ons eigen effect negeren
axioma 4: mensen communiceren zowel digitaal als analoog
- digitale communicatie
- de taal waarmee we informatie overbrengen - analoge communicatie
- de niet-talige (non-verbale en paraverbale) communicatie
- lichaamstaal, stemintonatie en gelaatsexpressie - wat kan er fout gaan?
- incongruentie tussen analoge en digitale
- soms iets analoog uitgedrukt, wat digitaal zegbaar is
axioma 2: elke boodschap bevat een inhouds- en betrekkingsniveau
- algemeen
- geen communicatie zonder relatie
- elke communicatie zegt iets over een relatie
- betrekkingsblindheid = gesprekspartner houdt vast aan het inhoudelijke - niveaus
- inhoudsniveau = de inhoud van woorden en zinnen (= letterlijke boodschap en concrete informatie)
- betrekkingsniveau = relatieboodschap (= definieert de relatie)
axioma 5: elke uitwisseling van communicatie is ofwel symmetrisch, ofwel complementair
- symmetrische interactie
- beide gesprekspartners op betrekkingsniveau = gelijkwaardig
- relatievoorstel - complementaire interactie = gebaseerd op verschil en ongelijkheid
- leider en volger (machtsverdeling is dynamisch)
axioma 5: wat kan er fout gaan?
- algemeen
- symmetrische interactie overheersen = gevechtspositie
- competitieve symmetrie = beide zien zichzelf als bepalend > gevecht wie het voor het zeggen heeft
- submissieve symmetrie = beiden als volgend
- symmetrische escalatie = betrokkenen proberen zo gelijk mogelijk te zijn > ontstaan opbod - verstarde complementariteit
- ontstaat als complementaire interactie gaan overheersen (= steeds dezelfde persoon volgt of bepaalt)
axioma 3: elke interpunctie is arbitrair
- algemeen
- ordening of interpunctie van de werkelijkheid
- prikkels > selectie of interpunctie is verschillend van persoon tot persoon
- verschillende waarheden, interpretaties van gedrag - interpunctie gekleurd vanuit;
- verschillende referentiekaders
- verschillende levensgeschiedenissen
- verschillende contexten
- verschillende regels binnen systemen
axioma 3: wat kan er fout gaan?
- algemeen
- vasthouden aan onze eigen waarheid
- cirkelcommunicatie = bij de interpunctie de oorzaak bij de ander leggen
- wanneer we er niet van uitgaan dat een uitspraak een eigen interpunctie is
wat is een systeem?
- algemeen
- samenhangend geheel van elementen die als eenheid functioneren
- hiërarchisch geordend = systeem deel van groter systeem EN elk systeem bevat kleinere systemen
- systeem = verzameling subsystemen - subsysteem = onderdeel van een systeem (vb. binnen gezin > partner-subsysteem en subsysteem kinderen)
- suprasysteem = grotere systeem dat het systeem omvat (vb. gezinssysteem onderdeel van bredere familiekring) > verzameling systemen
een systeem moet je als een totaliteit zien
- algemeen
- samenhang = systeem als eenheid
- verschillende elementen niet los = beïnvloeden elkaar - kenmerken
- elke verandering = weerslag op het gehele systeem
- schakels in systeem valt weg? = probleem systeem geheel
- professioneel = rekening met effect van interventies op hele systeem EN de leden van
een systeem is een regelgeleid systeem
- algemeen
- omgaan met elkaar = vaste patronen
- aan interactiepatronen liggen regels > bepalend welk gedrag toegestaan is
- regels belangrijker dan leden
- systeemregels = dragen bij tot behoud van systeem EN verstoring neutraliseren
- geen evenwicht, niet houden aan regels of krampachtig aan regels houden = bedreiging behoud - expliciete regels = heldere afspraken, houvast en duidelijkheid
- impliciete regels = vage en veronderstelde afspraken (samenhang interne overtuigingen)
elk levend systeem is een open systeem
- algemeen
- open systeem = verbinding met omgeving EN voortdurend informatie uitwisselen met omgeving
- gesloten systeem = klassieke natuurkunde en scheikunde - proces informatie-uitwisseling
- onderbroken proces = altijd en overal communicatie
- cyclisch karakter = proces telkens opnieuw, telkens anders - systeemgeheim = verhaal dat (sommige) leden van het systeem kennen
- systeemmythe = naar buitenwereld ander beeld hangen dan waarheid die de leden kennen