th5. de humanistische benadering Flashcards

! (1) vanvoor = uitgangspunten // vanachter (1) = kritische kanttekening !

1
Q

uitgangspunten

A
  1. gedrag wordt bepaald vanuit betekenissen
  2. gedrag wordt bepaald vanuit onze vrije wil
  3. gedrag gaat uit van een ontwikkelings-/groei-/procesmodel
  4. een humanistische benadering probeert de mens als een geheel te zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(1) gedrag wordt bepaald vanuit betekenissen

A
  1. humanistische psychologie
    - betekenis die we geven aan alles = subjectief en bepalend
    - unieke belevenis !! = GEEN veralgemenende theorie
    - van binnenuit begrijpen
    - kwalitatieve onderzoeksmethoden (vb. casestudy’s, observaties, ervaringsverslagen en getuigenissen)
  2. humanistische hulpverlening
    - aandacht beleving cliënt
    - vragen wat concreet is gebeurd
    - individu leeft in voortdurend veranderde wereld v ervaringen waarvan hij zelf het middelpunt is
  3. Rogers
    - non-theoretische benadering (boeken met ervaringsverslagen) en non-directieve benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(2) gedrag wordt bepaald vanuit onze vrije wil

A
  1. mensen in staat eigen keuzes te maken
    - idee = menselijke vrijheid hoogste goed !
    - zelf betekenis aan wat ze meemaken EN richting bepalen die ze aan leven geven
  2. existentiële vrijheid
    - vrijheid vorm geven aan eigen leven
    - levenskeuzes (= vrijheid gekoppeld aan verantwoordelijkheid)
    - we zijn verantwoordelijk voor de keuzes die we maken !!
  3. innerlijk kompas
    - geeft aan wat goed voor ons is
    - basis van intuïtie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(3) gedrag gaat uit van een ontwikkelings-/groei-/procesmodel

A
  1. van verschrompelde bloembol naar mooie plant
    - mens ontwikkelt op spontaan en positieve manier
    - met voldoende relationele groeikansen
    - groeipotentieel > gericht op het positieve
  2. zelfactualisatie
    - de wil om gelukkig te zijn
    - ambitie aangeboren capaciteiten en talenten te ontplooien
  3. mens = voortdurend in ontwikkeling
    - dynamiek vh leven
    - het ‘ware zelf’ = mens werkelijk, diep vanbinnen, ‘echt’ zijn
    - openstaan voor nieuwe ervaringen EN streven om die te realiseren
    - niemand anders kan dit bepalen !
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de opbrengsten vh groeiproces?

A
  • grote integratie v aspecten v zichzelf EN doeltreffende functionering
  • mensen lijken steeds meer op de persoon die ze willen zijn
  • kunnen mensen zich beter leiden EN zelfvertrouwen tonen
  • ontwikkeling sterkere persoonlijkheden (= uniek en zelfexpressief)
  • problemen vh leven steeds adequater EN met grote rust toetreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(4) humanistische benadering probeert de mens als een geheel te zien

A
  1. holistische benadering
    - ‘holon’ > Grieks = ‘heel’
    - synoniem = ‘allesomvattend’
    - ≠ reductionisme = alle delen afzonderlijk
  2. principe
    - menselijke gedragingen verklaren adhv de totaliteit
    - verandering deel = verandering heel het geheel OOK andere delen
  3. uiterst complexe wezens
    - verklaringen? = adhv lichamelijke, psychische, sociale en emotionele kanten !!
    - Rogers: “de totale rijkdom aan ervaringen van wie we zijn als persoon” = gedrag wordt verklaard vanuit onderlinge samenhang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oorsprong

A
  1. Jean-Jacques Rousseau
    - Franse filosoof
    - romantische gedachtegoed
    - boek ‘Emile, ou de l’éducation’ met gedragsregels vh leven
  2. naoorlogse periode
    - aansluiting bij aantal belangrijke (filosofische) stromingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 aansluitende (filosofische) stromingen

A
  1. existentialisme
    - Martin Heidegger en Jean-Paul Sartre
    - belang individuele verantwoordelijkheid EN persoonlijke vrijheid
    - verantwoordelijk voor wat ze van hun leven maken / woorden en daden
  2. fenomenologie
    - Edmund Husserl
    - objectieve realiteit centraal > MAAR eigen beleving EN ervaringen individu
    - binnenuit begrijpen (= verstehen)
  3. gestaltpsychologie
    - nadruk op mens als geheel = som der delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

belangrijkste humanisten

A
  1. humanistische psychologie
    - oog voor het verlangen naar liefde, kunst en creativiteit
    - ‘menselijke psychologie’
  2. Abraham Maslow en Carl Rogers
    - positieve kijk mens en maatschappij
    - geloof in doorgroeimogelijkheden EN drang zelfrealisatie
    - oproep Maslow (1954) > collega-menswetenschappers om te verenigen => samen nieuwe psychologie beoefenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

andere namen

A
  1. Viktor Frankl
    - overleefde concentratiekampen
    - stelt dat mensen die zoiets overleven = vermogen om zelf te beslissen EN vrijheid om houding te bepalen
    - zelf bepalen welke manier die externe factoren hen beïnvloeden
  2. Eugene Gendlin
    - belangrijkste leerling van Rogers
    - belang lijfelijk ervaren
    - lichamelijk ervaren wijsheden > in taal proberen vatten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de humanistische kijk heeft zich vertaald op allerlei terreinen en domeinen

A
  1. Thomas Gordon
    - humanistische manier v opvoeden
    - boeken met als titel vb. ‘luisteren naar kinderen’
  2. methode v ‘gentle teaching’
    - in de zorg voor mensen met een mentale handicap
  3. ‘validation-methode’
    - door Naomi Feil
    - in de zorg voor mensen met dementie
  4. de motiverende gespreksvoering
    - in de verslavingszorg
    - veel directievere aanpak gecombineerd met humanistische basishouding
    - doel- en veranderingsgerichter te werk
    - vertrekt bij open vragen EN reflectief luisteren op basis v het bevestigen EN samenvatten van wat de ander zegt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de positieve psychologie (heden)

A
  1. Martin Seligman
    - meer aandacht voor de positieve krachten in een mens
    - drie kernthema’s waar psychologie mee moet bezig zijn
    1) positieve emoties
    2) positieve individuele kenmerken
    3) positieve instituties
  2. ‘The World Book of Happiness’
    - Luk Dewulf en de methodiek v ‘appreciative inquiry’
    - OOK heel wat psychotherapeuten laten zich inspireren door methodieken en technieken > gebaseerd op positieve psychologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het oplossingsgericht werken (heden)

A
  1. de nadruk ligt op:
    - cliënt als expert v eigen problemen
    - cliënt en eigen oplossingsgerichte krachten
    - cliënt die door manier v kijken bepaalt hoe hij de werkelijkheid interpreteert
  2. focus op:
    - gewenste situatie > het probleem
    - bereikte successen > wat mis liep
    - competenties, krachten en mogelijkheden > zwaktes, tekorten en beperkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de procesgerichte benadering (heden)

A
  1. algemeen
    - Nederland eind jaren 1980
    - Hans Swildens en Olaf De Haas
    - processen v denken, voelen en handelen (weer) in beweging = individuele ontwikkeling !!
  2. presentietheorie van Andries Baart
    - gericht op het er zijn voor de ander en bieden v relatie gebaseerd op nabijheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de emotiegerichte therapie (heden)

A
  1. ‘Emotion Focused Therapy’ = EFT
    - nieuwe inzichten over emoties uit de neuropsychologie
    - MAAR fundament = humanistisch !
  2. vertrekt uit warm-menselijke relatie (> empathie en onvoorwaardelijke aanvaarding !)
    - cliënt holistisch benaderd
    - therapeut nodigt cliënt uit om bij emoties te blijven stilstaan en nieuwe emoties toelaten
    - therapeut helpt cliënt emoties uiten, exploreren, begrijpen en herstructureren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kritische kanttekening

A
  1. al te simplistische kijk op de realiteit
    - mens = te uniek en te complex voor algemene theorie
    - uniek wezen = (+) verdienste humanisten
    - OOK zaken gemeenschappelijk !! niet blind
    - NIET alleen focussen op het particuliere
  2. overdreven optimistisch en naïef
  3. niet wetenschappelijk
  4. volledige individuele zelfrealisatie als ideaal
  5. typisch westerse benadering
17
Q

overdreven optimistisch en naïef (2)

A
  1. sterk geloof doorgroeimogelijkheden
    - iedereen streeft naar zelfrealisatie
    - NIET alle mensen gedreven door drang naar zelfrealisatie
  2. Skinner
    - benadrukt belang v voortdurend stimuleren en corrigeren in het opvoedingsproces
    - NIET alleen nood aan begrip, warmte en ruimte => OOK sturing en anderen als toetssteen en tegenspeler
18
Q

niet wetenschappelijk (3)

A
  1. gebrek aan concreetheid v begrippen
    - termen zoals zelfrealisatie en vrijheid zijn nauwelijks bruikbaar voor wetenschappelijk onderzoek = moeilijk te operationaliseren
    - begrippen dubbelzinnig = moeilijk te valideren (= bewijzen)
  2. Rogers
    - pionier v wetenschappelijk onderzoek naar processen en resultaten v psychotherapie
    - gebrek wetenschappelijke onderbouwing
19
Q

de volledige individuele zelfrealisatie als ideaal (4)

A
  1. volledige zelfrealisatie enkel mogelijk samen met anderen = altijd en overal anderen nodig om te kunnen ontplooien
  2. volledige zelfrealisatie mislukt > schuldgevoelens en daar ben je volledig alleen verantwoordelijk voor
20
Q

typische westerse benadering (5)

A
  1. westerse waarden en normen centraal
    - individualisme
    - vrije expressie v gevoelens, assertiviteit en grote tolerantie ten aanzien v wat afwijkt v de norm
    - NIET universeel en soort verborgen agenda
  2. gevolg
    - etnocentrisme = waarden boven die v een andere cultuur stellen
21
Q

de motivatietheorie v Maslow

A
  1. uithangbord vd humanistische benadering
    - veel vertalingen
    - fundamentele, primaire behoeften in kaart
    - af tegen bestaande motivatietheorieën (experimenten op ratten en apen)
  2. eenzijdigheid doorbreken > door wat hij gezonde en normale mensen noemde
    - op zoek naar wat hen drijft en motiveert
  3. aantal uitgangspunten
    - vijf behoefteniveaus
    - piramide v Maslow (= die geleidelijk moet worden beklommen)
22
Q

kenmerk 1 = vijf fundamentele en dus aangeboren behoeften

A
  1. aangeboren behoeften
    - biologische aard vd mens
    - universele behoeften
    - behoeften vervullen => gezonde ontplooiing
  2. psychische functies = gericht op bevrediging v die behoeften
    - NIET kunnen bevredigen = vervreemding, verlies v levenslust, psychische problemen > blokkering menselijke groeimogelijkheden
  3. westerse samenleving
    - tekortbehoeften
23
Q

kenmerk 2 = een duidelijke hiërarchie in die vijf niveaus

A
  1. behoeften = NIET tegelijk werkzaam
    - lagere fysiologische behoeften onderaan EN groeibehoeften aan de top
  2. volgens Maslow:
    - als behoefte lager niveau niet voldoende is bevredigd > geen ruimte hoger niveau
    - lagere behoefte waaraan voldaan is = niet meer motiverend EN roept nieuwe, hogere behoefte op !!
24
Q

kenmerk 3 = vijf behoeften die permanent aanwezig zijn

A
  1. permanent aanwezig
    - dominantie v bepaalde behoefte kan v moment tot moment verschillend zijn
    - steeds nieuwe behoeften die als essentieel worden ervaren
  2. gemotiveerd door latende behoeften = behoeften die er wel zijn, maar waar we ons niet altijd bewust v zijn
25
de behoeftepiramide v Maslow (overzicht)
1. de lagere fysiologische behoeften 2. de behoefte aan veiligheid en controle 3. de behoefte aan liefde en samenhorigheid 4. de behoefte aan waardering en achting 5. de behoefte aan zelfrealisatie
26
de behoeftepiramide v Maslow (1-3)
1. de lagere fysiologische behoeften - behoefte aan voedsel, drank, rust, lucht - seksuele begeerte, zorgend gedrag en slaap - primaire behoeften = (over)leven 2. de behoefte aan veiligheid en controle - behoefte aan zekerheid en stabiliteit, voorspelbaarheid, controle, orde en structuur - waarneembaar bij kinderen - onzekerheid is moeilijk te dragen (vb. toestand v chaos) = behoefte aan informatie - onzekerheid en onvoorspelbaarheid = angstig 3. de behoefte aan liefde en samenhorigheid 1) verlangen naar een meer persoonlijke en intieme relatie (met partner, vriend of vriendin) = iedereen heeft nood aan een tedere relatie gebaseerd op wederkerigheid en vertrouwen 2) grote behoefte aan een lossere band met een ruimere groep - ergens bij horen EN opgenomen voelen (vb. familie, groep leeftijdsgenoten)
27
de behoeftepiramide v Maslow (4-5)
4. de behoefte aan waardering en achting 1) behoefte aan zelfrespect en zelfvertrouwen en het zich sterk, competent en deskundig voelen - eigen identiteit, mening EN streven naar onafhankelijkheid 2) behoefte aan het respect en het vertrouwen v anderen - verlangen naar status en prestige - streven naar erkenning en appreciatie v anderen 5. de behoefte aan zelfrealisatie - STREVEN naar totaliteit, schoonheid, levenswijsheid, rechtvaardigheid ... - gewoon jezelf kunnen zijn !! vrede hebben met wie je bent - als dit niet lukt = gekneld tss twee behoeften: 1) fundamentele behoefte aan veiligheid en controle = bang om risico's te nemen 2) behoefte aan groei = men wilt vooruit EN zal soms risico's moeten nemen !
28
kanttekening bij de motivatietheorie v Maslow
1. groeibehoefte - zeer sterk cultuurgebonden behoefte - zelfrealisatie = westerse prestatiemaatschappij ≠ andere culturen = zelfrealisatie vh individu in dienst v gemeenschap 2. Pinto (2016) - alternatieve piramide = bovenaan 'eer' - collectivistische cultuur ≠ individualistische cultuur (Maslow) 3. nooit empirisch gevalideerd - begrippen zoal 'samenhorigheid' of 'zelfrealisatie' = moeilijk operationaliseerbaar 4. bedenkingen bij de strikt hiërarchische karakter vd behoeftepiramide - klopt de opgegeven hiërarchie wel?
29
kritische bedenkingen over psychoanalyse en behaviorisme (Carl Rogers)
1. psychoanalyse benaderde psychologie te zeer vanuit de pathologie EN behaviorisme vanuit dierlijk gedrag - beter vanuit wat typisch is voor normaal functionerende mensen 2. te deterministische visie op de mens (= geen plaats voor vrije wil) - Rogers = vrijheid v mensen essentie vh mens-zijn 3. mechanistische visie op de mens (= machine) - Rogers = elke mens is uniek !! 4. reductionistische visie op de mens (= reduceren, terugbrengen tot iets) - Rogers = veel complexer > totaliteit
30
situering Carl Rogers
1. non-theoretische benadering - elk individu = unieke persoonlijkheid = NOOIT te vatten in een per definitie veralgemenende theorie 2. OF non-directieve-benadering (= benadering v hulpverlening) - cliënt bepaalt het verloop vd therapiezitting - cliënt moet zelf diagnose stellen EN komt op basis daarvan tot eigen oplossingen v problemen 3. OF persoons- of cliëntgerichte benadering - verkiest Rogers - focus op de persoon vd cliënt ≠ het probleem
31
de theorie van Rogers
1. overeenstemming tss wat ze voelen en denken en hoe ze handelen - geboden en verboden v buitenaf - wat moet of niet mag / wat hoort en niet hoort in bepaalde situaties - onderscheid interne en externe dialoog 2. interne dialoog = contact dat mensen maken met eigen aanvoelen v situaties en daarnaar ook handelen (= intuïtie en innerlijke kompas volgen) 3. externe dialoog = interactie v mensen met anderen 4. de drie grondhoudingen v Rogers - echtheid, voorwaardelijke aanvaarding en empathie
32
volgens Rogers komen mensen in de problemen ...
1. wanneer ze zich afsluiten voor hun eigen gevoelens en zo de interne dialoog onmogelijk maken - ze laten zich lijden door wat ze denken dat ze zouden moeten denken en voelen 2. wanneer ze zich afsluiten v anderen en het gevoel hebben dat ze zichzelf niet meer kunnen zijn bij die andere(n) - incongruentie
33
incongruentie
1. definitie - wanneer mensen niet meer weten wat ze 'echt' denken en voelen, spreekt Rogers v incongruentie 2. kenmerken - externe dialoog staat de interne dialoog in de weg - centrale probleem bij mensen met psychische problemen - kern = verstoord contact met 'ware zelf' 3. mensen die zijn vastgelopen - hulp om opnieuw groeikrachten binnen zichzelf aan te spreken > zelfactualisering (= self-actualizing tendency) - 'ware zelf' opnieuw ontdekken
34
echtheid
1. definitie - een houding waarbij mensen vertrouwd zijn met zichzelf en daardoor op een prettige manier zichzelf kunnen zijn in al hun interacties - OF wat we zeggen, is in overeenstemming met wat we denken en voelen 2. twee aspecten v echtheid (of authenticiteit): - sensitief aspect = openstaan voor eigen gevoelens = congruent zijn - communicatief aspect = gevoelens laten zien = transparant zijn 3. congruentie of openheid 4. transparantie
35
congruentie (of openheid) EN transparantie
1. congruentie (of openheid) - in contact met innerlijke zelf - interne dialoog - eigen gevoelens niet wegduwen - zich bewust zijn v hun eigen gevoelens - aanvaarding v de gevoelens 2. transparantie = zich laten kennen aan de andere = zich niet wegstoppen - essentiële gevoelens durven tonen - gevoelens die blijven aanhouden (= persisterende gevoelens) en hinderlijk zijn voor de relatie verwoorden - verantwoordelijkheid nemen voor eigen gevoelens
36
onvoorwaardelijke aanvaarding
1. definitie - een houding waarbij mensen zich openstellen voor de gevoelens, gedachten en gedragingen v anderen - we beoordelen of veroordelen niet => we accepteren 2. twee aspecten: - sensitief aspect = de binnenzijde v aanvaarding > openheid t.o.v. de andere en het aanvaarden vd andere, zonder voorwaarden - communicatief aspect = de buitenzijde v aanvaarding > tonen van een warme belangstelling, respect en waardering 3. de ander als een unieke persoon aanvaarden
37
de ander als een unieke persoon aanvaarden (onvoorwaardelijke aanvaarding)
1. volwaardig persoon (= in staat tot zelfkennis, verantwoordelijkheid en recht om eigen leven te leiden volgens eigen waarden) - de ander als een in zichzelf waardevol persoon - de ander is in de grond betrouwbaar 2. mensen die op ons lijken en aan onze verwachtingen verbonden zijn = makkelijker te aanvaarden 3. principieel accepteren = ander blijven accepteren als volwaardig persoon, ook als zijn ideeën, gevoelens ... volgens ons verkeerd zijn !!
38
empathie
1. definitie - houding waarbij mensen proberen de belevingswereld en de betekenissen vd andere v binnenuit te begrijpen - het is een cognitief én emotioneel begrijpen vd andere in zijn diepste kern 2. twee aspecten: - sensitief aspect = dat mensen proberen de gevoelens vd andere aan te voelen alsof het hun eigen gevoelens zouden zijn - communicatief aspect = dat begrip naar de andere toe formuleren
39
kanttekening bij de theorie van Rogers
1. in de hulpverlening (bij elke vorm v psychosociale hulp) - drie grondhoudingen = algemeen aanvaard en noodzakelijk 2. kritische punten - maar zijn ze ook voldoende? - is echtheid een kwestie v alles of niets? - is aanvaarding wel altijd haalbaar en nodig? - zijn het geen typische westerse uitganspunten?