Terugvalpreventie Flashcards

1
Q

Factoren terugvalketen

A
  1. antecedente factoren
  2. HRS
  3. vaardigheden om met HRS om te gaan
  4. perceptie zelfbekwaamheid
  5. AVE (abstinence violation effect)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doel terugvalpreventie

A
  • Cliënt leert eigen terugvalketen kennen
  • Leert alternatieve oplossingen per element
  • Maakt zo een alternatieve keten die hem verder weg van terugval brengt
  • Neemt verantwoordelijkheid voor terugvalproces
  • Risico op terugval verminderen
  • Periodes terugval korter of minder intensief maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HRS

A

Hoge Risico Situatie = Elke omstandigheid die bedreigend is voor de handhaving van de persoonlijke controle over het doelgedrag (self-efficacy)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Soorten HRS

A

Interpersoonlijke situaties
* conflicten met anderen
* sociale druk - verwachtingspatroon
* functioneel of gepland herval

Intrapersoonlijke situaties
* negatieve emotionele toestanden opheffen
* onplezierige lichamelijke toestanden opheffen
* positieve gevoelens laten voortduren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Detectie HRS

A
  • analyse levensverhaal
  • vragenlijst terugval (al iets meer vertrouwen)
  • self-monitoring procedures
  • andere vragenlijsten (schaal drinkgewoontes en SELD)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Terugvalinterventie

A

terugval al plaatsgevonden, hoe mee aan de slag om abstinence violation effect te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vaardigheidstraining (om controle te behouden)

A
  • aanspreken (contact anderen)
  • afleiding
  • afstand nemen (uitstelling wnr ‘goesting’)
  • alternatieven (anders dat kick geeft, vermijding)
  • anders denken, coverante controle
  • leren anticiperen (crisisplan, in app, ..)
  • emoties als signaal
  • covert modellen (in fantasie trainen)
  • fluency methode -> nee zeggen oefenen bv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly