Ouderschap onder druk/drugs Flashcards
KOAP
Kinderen van Ouders met Afhankelijkheidsproblematiek
Risicofactoren ouders
- afhankelijkheid: drugs centraal
- betrokkenheid en beschikbaarheid (chaotische levensstijl, emo en fysiek beschikbaar, onveilige situaties, onvoorspelbaarheid, …)
- verwaarlozing en mishandeling
- Plaatsing (op leeftijd 10j 80%)
- familiale achtergrond en relationele conflicten
- weinig eigen positieve ervaringen (opvoedingsvaardigheden, kennis ontwikkeling, …)
- meer rigide en minder responsief -> hechting
- verwenning (compenseren schuldgevoel)
- instabiele wisselende relaties en beperkt sociaal netwerk
- gezin rond verslaving georganiseerd: co-afhankelijkheid en parentificatie
- weinig positieve identificatiemodellen
- drugs als copingmechanisme + gevoel macht en potentie
- werkloosheid, financiele prob
- contacten justitie
- schaamte en schuld gevoelens
- onttrekken HV
Parentificatie
kind neemt ouderlijke rollen op omdat ouder het niet kan bv. broer voor kleinere zus zorgen, was doen, …
Co-afhankelijkheid
rond verslaving gaan organiseren bv. zorgen altijd alcohol in huis zodat niet boos kan worden, geen feestjes thuis zodat buitenwereld het niet weet, …
Protectieve factoren
- niet alle ouders doen slecht
- kinderen sterke motivator herstel
- adequaat functioneren: sociaal netwerk, rituelen, vaderfiguur, leefgebieden in tact, …
- niet iedereen beperkte ouderschapsvaardigheden of onvoldoende aandacht
- verslaving maakt ouderschap niet onmogelijk, maar bemoeilijkt het wel (zeker als nog andere risicofactoren)
3 kenmerken goed genoeg ouderschap
- grenzen stellen
- responsiviteit
- verantwoordelijkheid
NAS
Neonataal abstinentie syndroom
= enkel bij kinderen waarvan de moeder opiaten gebruikte
= versnelde ademhaling, diarree, stuipen, braken, …
FAS
Foetaal alcoholsyndroom
= combi aantal fysiologische verschijnselen: gezicht wat vervormd (dunne bovenlip, vlak gezicht, dunne ogen, lage oren, vervormde kin, kleine neus, …) + verstandelijke beperking
7 vormen veerkracht (om op in te zetten bij de kids)
- inzicht (psychoeducatie)
- onafhankelijkheid (eigen leven)
- intieme relaties
- initiatief nemen
- creativiteit
- humor
- moraliteit
4 pijlers om veerkracht te versterken
- kinderen informeren op maat
- ruimte om emoties te bespreken
- neutrale steunfiguren waar kind mee kan spreken
- belang van kind zijn en wat het inhoudt
Aanbevelingen
- nood aan visie op ouders met een verslavingsprob (nadruk mogelijkheden, leren omgaan eigen weerstand, overdracht en tegen -, relatie opbouwen met oog veiligheid kind, duidelijkheid, flexibiliteit, welke verwachtingen? normen? criteria?)
= deskundigheidsbevordering omtrent kinderen en druggebruik - basisvoorwaarden goede HV voor deze groep (holistisch, zien als moeder, tegemoetkomen hulp, sterkte gericht en vertrouwen opbouwen, nood aan plan b, in bestaande HVaanbod, langdurig, nazorg, …)
- ondersteuning structureel verankeren (opvoedingsondersteuning, ambulant, residentieel, netwerkvorming)
Methodieken opvoedingsondersteuning
- individueel (video interactie begeleiding, individuele begeleiding, HP, SoS, vrijwilligerswerk, …)
- groep (groepmethodieken, oudertrainingen, oudergroepen, …)