Personen met complexe ondersteuningsnoden Flashcards

1
Q

MICA

A

Mentally ill chemically addicted

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

EPA

A

Ernstige psychiatrische aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken EPA

A
  • psych stoornis die zorg noodzakelijk maakt (niet in remissie)
  • ernstige beperkingen in soc/maatsch functioneren
  • beperking is oorzaak en gevolg van psych functioneren
  • sturctureel, langdurig, niet voorbijgaand
  • gecoördineerde zorg prof HV is nodig in zorgnetwerken om behandelplan te realiseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pijlers villa voortman

A
  1. ontmoeting
  2. creativiteit
  3. zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zelfstigma

A

overdreven angstig voor stigma, zelfvertrouwen ondermijnen, verwachten steeds dat iemand je gaat stigmatiseren, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Enabling places

A

materiële, sociale en affectieve hulpbronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Human prerogative

A

vertrekken als HV, waar je ook zit, vanuit collectieve verantwoordelijkheid om steeds op zoek te gaan nr best passende zorg voor persoon!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

circuleren

A

naar verschillende plekken kunnen gaan: van msoc, nr psycholoog, nr detox, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pers met complexe ondersteuningsnoden als ‘kanaries in de koolmijn’

A

zijn heel gevoelig aan maatsch tendens van uitsluiting; vaak eerst symptomen tonen en van stokje; … Sociale is ook echt persoonlijk!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

-> persoonsgerichte en hollistische aanpak

A
  • erkennen sociale problematiek
  • persoon in herstel houdt kompas vast
  • belang van kunnen circuleren
  • HV als compagnon de route
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

-> continuïteit van ondersteuning

A
  • flexibele samenwerkingen en uitwisseling binnen HV
  • ingebed in leefwereld
  • relationele continuïteit
  • ondersteuning op alle momenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

-> ruimte om te improviseren

A
  • contouren praktijk blijven herdenken
  • risico effectiviteitslogica
  • creatieve financiering (niet enkel EB)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rippling effects of waitinglist

A

mensen gaan op versch wachtlijsten, eerste plek vrij gaan ze; mr vaak niet juiste hulp, blijven er langer, HV kan niet juiste werk doen, … zo blijven veel mensen nood hebben aan hul p -> uitdijnend effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly