termen chromosoomafwijkingen Flashcards

1
Q

aneuploidy

A

loss or gain of one or more chromosomes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

polyploidy

A

extra chromosoom set

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

monosomy

A

van een chromosoom heb je er maar 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

trisomy en tetrasomy

A

van een chromosoom heb je drie of 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mosaicism

A

twee of meer verschillende cell lines die verschillen van genetische opmaak maar komen van dezelfde zygoot, gewoonlijk door nondisjunction tijdens een vroeg stadium van mitose in embryo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

anaphase lag

A

een chromosoom gaat verloren wanneer het naar de pool beweegt tijdens anafase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dispermy

A

twee spermacellen bevruchten een eicel
kan leiden tot triploidy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

translocatie

A

transfer van genetisch materiaal van het ene chromosoom naar het andere (niet homoloog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

insertie

A

deel van een chromosoom wordt in ander chromosoom inserted

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

deletie

A

deel van het chromosoom gaat verloren -> monosomy voor deel van chromosoom

over het algemeen is meer dan 2% verloren letaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ringchromosoom

A

breuk aan beide armen van chromosoom waardoor de twee uiteinden aan elkaar gaan en een ring vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

isochromosoom

A

een chromosoom met twee dezelfde armen

Centromeer heeft waarschijnlijk dwars verdeeld in plaats van in de lengte

Komt veel voor bij X chromosomen in geval van Turner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

chimerism

A

twee of meer genetisch verschillende cell lines uit verschillende zygoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

dispermic chimera

A

twee verschillende spermacellen bevruchten twee eicellen en de 2 zygoten vormen 1 embryo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

blood chimera

A

niet identieke tweelingen wisselen cellen uit via de placenta in de baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

lyonization

A

inactivatie van X chromosoom

17
Q

Hoe vaak komen chromosoom afwijkingen voor?

A

10% vd spermacellen
25% of volgroeide oocyten

15-20% van zwangerschappen eindigt in miskraam waarvan geschat 50% door chromosomale afwijking komt

18
Q

synapsis

A

homologe chromosomen vormen bivalent

19
Q

polymorphisme

A

een sequentie variant zonder duidelijk effect of fenotype

20
Q
A