Tentamens belangrijk Flashcards

1
Q

Behandeling niet-kleincellig longcarcinoom

A

I. operatie
II. operatie + adjuvante chemo
III: chemoradiotherapie of immunotherapie
IV: chemo en/of immuno of mutatie gerichte therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

behandeling kleincellig longcarcinoom

A

I. operatie
II. operatie + adjuvante chemo
III: chemo-radiotherapie
IV: chemotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gesprek euthanasie

A

verzoek patient
diagnose en prognose
wat verstaat patiënt onder ondraaglijk lijden
mogelijke alternatieven om lijden te verlichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 belangrijkste eigenschappen oncolytisch virus

A

veiligheid voor gastheer en milieu
oncolyse van tumorcellen
opwekken tumorgericht immuunrespons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gouden standaard beoordeling niet RCT’s

A

New-Ottawa Scale:
- selectie studiegroepen
- mate waarin groepen vergelijkbaar zijn
- vaststelling uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

curatieve behandeling slokdarmcarcinoom

A

neoadjuvante chemoradiotherapie gevolg door slokdarmresectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom performance status belangrijk

A

ethische afweging
meer kans op bijwerkingen bij slechte conditie
minder kans op voordeel bij slechte conditie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

G-CSF

A

stimulatie neutrofiele granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

filtering bloedbaan door

A

rode pulpa
macrofagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

werking immuuntherapie

A
  1. T-cellen herkennen tumorcellen als target voor immuunrespons
  2. immuuntherapie remt negatieve feedback op T-cellen
  3. stimulatie antitumor respons T-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

E7

A

E7 bindt aan pRB waardoor E2F vrijkomt
E2F stimuleert expressie celcyclus regulerende genen
E7 onderdrukt dus celcyclus controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

E6

A

bindt aan p53 > afbraak p53> onderdrukking apoptose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

E5

A

stimulatie EGFR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Farmacodynamisch

A

hoe werkt stof op het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Farmacokinetisch

A

hoe gaat lichaam om met geneesmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

oude neutrofiele granulocyten uit circulatie verwijderd door

A

milt en beenmerg