2A2: mammacarcinoom Flashcards
functie luminaal epitheel
secretoire eigenschappen
functie myoepitheelcellen
contractiele eigenschappen
premaligne vormen mammacarcinoom
Ductaal carcinoom in situ (DCIS)
Lobulair carcinoom in situ (LCIS)
DCIS
kankercellen nog niet buiten melkgangen
LCIS
kankercellen in melkklieren
Ductaal mammacarcinoom
E-cadherine functioneel
Cellen liggen in veldjes
Operatief
Lobulair mammacarcinoom
geen functioneel E-cadherine
cellen los van elkaar
chemotherapie
MST
mammasparende therapie
na MST altijd bestralingen
wanneer is MST niet mogelijk?
grote tumor, kleine borst
patiënt in verleden bestraald op borst
meerdere kwadranten in borst tumor / CIS aanwezig
Borstamputatie
als MST niet mogelijk
Als verhoogd risico (BRCA1/2 mutatie)
Bij T4 tumor eerst neoadjuvante chemo.
na borstamputatie borstreconstructie
oncoplastische chirurgie
vanaf 20% volume-excisie
volume displacement
volume replacement
prothese reconstructie
plaatsing tissue expander onder m.pectoralis major en na 3 maanden reconstructie
autoloog weefsel met prothese reconstructie
m. latissimus dorsi los gemaakt en via oksel naar voren geklapt
volledig autoloog weefsel
buikweefsel vrijgemaakt en in borst geplaatst.
waar is het doelvolume van radiotherapie afhankelijk van
GTV (gross tumor volume): zichtbare deel tumor
CTV (clinical target volume): nabijgelegen gebieden met risico op verspreiding
PTV (planning target volume): CTV + 5
mammasparende radiotherapie
tangentiële velden
15 x 2,67 Gy
locoregionale radiotherapie
Tangentiële velden + aanvulling
15 (+5) x 2,67 Gy
meer kritieke organen
wat geven prognostische factoren aan
kans op ontwikkelen metastasen
prognostische factoren
histologische gradering
grootte tumor
aangedane lymfeklieren
ER-status
leeftijd
wat geven predictieve factoren aan
kans op respons therapie
afname overbehandeling door?
97% overbehandeling wordt geaccepteerd
verminderen door nieuwe predictieve factoren en optimaliseren prognostische factoren
oligometastatische ziekte
wel curatie mogelijk
3 metastasen in max 2 verschillende plaatsen en onafhankelijk van locoregionaal recidief
prognose leeftijd
> 70 gunstig
< 35 ongunstig
prognose histologie
mucineus gunstig
metaplastisch ongunstig
prognose ziektevrije interval
> 5 jaar gunstig
< 2 jaar ongunstig
triple negatief mammacarcinoom
afwezigheid ER, PR en HER2 ongunstig
Tamoxifen
gaat op oestrogeen receptor zitten, waardoor oestrogeen niet kan binden > geen proliferatie tumorcellen
aromatase remmer
alleen postmenopauzaal
zorgen voor daling oestrogeen
LHRH/GnRH-agonist
de agnost blijft langer aan receptor voor LH en FSH productie waardoor het minder vaak kan binden > lagere LH en FSH productie
Chek-2 mutatie
verhoogd risico borstkanker
geen verhoogd risico overiumkanker
vanaf 35-jaar jaarlijks mammografie
kankercellijnen
tumorcellen kweken
2D
duurt lang
kanker organoïden
kankerstamcellen
3D
Duurt lang
waarom moet tumor eerst in dunne plakjes gesneden worden voor dat het gekweekt kan worden?
Na excisie tumor werkt bloedvoorziening niet meer. Gassen en nutriënten kunnen door diffusie naar cellen en dit kan alleen bij dun tumorplakje
Interval-carcinomen
Fout negatieve screeningsuitslagen doordat ze tijdens screening niet ontdekt zijn of door snelgroeiende carcinomen
Komen in periode VOOR volgend screeningsonderzoek aan het licht
Screenings-carcinomen
worden tijdens volgend screeningsonderzoek ontdekt
formule programma-sensitiviteiten
Screeningscarcinomen : screenings + interval carcinomen
indicaties wel MRI bij mammacarcinoom
screening bij vrouwen met verhoogd risico
mammacarcinoom/DCIS + wens mammasparende behandeling
effect bepaling neoadjuvante therapie
lobulair carcinoom en wens mammasparende therapie
waar kijkt Bloom and Richardson classificatie naar?
mate buisvorming
atypie van cellen
mitosen
micrometastasen
niet zichtbaar op reguliere beeldvorming
wat was het effect van overgang naar digitale mammografie
toename verwijscijfer
toename sensitiviteit
afname positief voorspellende waarde