Tentamens Flashcards

1
Q

Kenmerk bacteriele pneumonie

A

plots hoge koorts en tachypneu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke intra uteriene infecties transplacentair en welke opstijgend

A

trans placentair:
- listeria monocytogenese
- toxoplasmosis gondi
- CMV

opstijgend:
- GBS
- e. coli
- HSV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

definitie primaire groeistoornis

A

door verstoorde regulatie groeischijf door mutaties in genen die een rol spelen in tracellulaire mechanismen, paracriene signalen en extracellulaire matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voorbeelden primaire groeistoornissen

A

te klein:
- turner
- SGA zonder inhaalgroei
- silver russel
- noonan
- prader willi
- skeletafwijkingen als achondroplasie

te groot:
- marfan
- klinefelter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

definitie dysplasie

A

abnormale histogenese : weefsel type aangedaan wat zich kan uiten in meerdere orgaansystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

poliosis

A

witte haarpluk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kieuwspleten en kiewzakken

A

1e kieuwspleet: buitenste gehoorgang
verdere: sinussen in nek gebied

1e kiewzak: middenoorholte en tuba auditiva
verdere: thymus en bijschildklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar komen de meeste neuroblastomen voor?

A

bijnier of retroperitoneale ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waardoor asystolie bij kinderen?

A

langdurige hypoxie en acidose door progressieve bradycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tetherd cord syndrome

A

ruggenmerg zit vast aan rug structuren : geen afzonderlijke beweging mogelijk

hierodor een mindere aansturing van de benen, zenuwproblemen en verminderd zinderlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

complicaties van BWI bij down

A
  • gehoorverlies
  • matige groei
  • vertraagde spraak- taal ontwikkeling
  • OSAS
  • (toename) pulmonale hypertensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gangspoorbreed lopen

A
  • heupen en knieen in semiflexie
  • bevriezing
  • lumbale lordose
  • highguard position
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bedreiging nierfunctie

A

overactieve blaas met hypertone bekkenbodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

RDS

A
  • bij pasgeborenen, niet volledig ontwikkelde longen
  • te kort aan surfactant
  • ademnood
  • vooral te vroeg geborenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wet lung

A
  • nog vruchtwater in longen
  • te laag o2 percentage, kreunen en snelle ademhaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

cmv

A

doorgeven via:
- bloed
- slijm
- sputum
- faeces en urine

klinische kenmerken:
- mildprematuur
- petechien (te weinig bloedplaatjes)
- icterus (leverdysfunctie)
- lab: laag trombo en hyperbili en hoge transaminasen
- SGA
- neurologische afwijkingen: hypotonie en slecht drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

kindermishandeling stappen

A
  • uitbreiden anamnese evt door overleg
  • anoniem vt overleg
  • gesprek ouders
  • kan ik zelf hulp regelen?
  • afweging: is er acute of structurele onveiligheid?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

gevolgen van prematuriteit

A
  • RDS
  • BPD
  • NEC
  • ROS
  • germinale matrix
  • intraventriculaire hersenbloedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

interventies om verticale HIV transmisie te voorkomen

A
  • moeder antivirale hiv medicatie geven
  • geen borstvoeding
  • baby tot 4 weken antivirale hiv medicatie geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

urineweg problemen medicatie

A

oxybutynine bij urine incontinentie
botulinetoxine bij een neurogene blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

hoe behandel je een hemangioom met complicaties

A

therapeutisch:
- topicale therapie bv timolol bij ogen
- systemisch: corticosteroiden of betablokkers als atenolol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

congenitale melanocytaire naevi

A

donkerbruine vlek met in omgeving meerdere kleiene donkerbruingekleurde blekken ( > 40 cm + satellieten)

= tierfell naevus

23
Q

syndroom van west

A
  • salaamkrampen
  • hypsaritmie
  • ontwikkelingsstilstand
24
Q

cijfers VB

A

1-2 % in NL een VB
2,2 miljoen zwakbegaafd iQ 70-85
146000 maken gebruik van gehandicaptenzorg

25
Q

piramide redenen ongezond VB

A
  • leefstijlfactoren
  • oorzaak van beperking
  • psychologische kwetsbaarheid
  • bijkomende multimorbiditeit/ polyfarmicie
26
Q

RSPO1

A

versterkt wnt4 werking

27
Q

oorzaken hydrops foetalis

A
  • cardiovasculaire malforamties
  • hartfalen
  • hartritmestoonis
  • turner
  • trisomie 18 of 21
  • hernia diafragmatica
  • alfa thalassemie
  • parvo B19
  • rhesus
  • tweeling
  • CMV, syfilis en toxoplasmose
28
Q

pku

A

gebrek aan neurotransmitters wat zorgt voor:
- epilepsie
- vb
- microcephalie
- deterioratie
- spacticiteit
- hypopigmentatie: lichte huid

29
Q

testen in hielprik

A
  • PKU
  • congenitale hypotheryoeidie
  • androgenitaalsyndroom
  • 13 metabole ziekten
  • sikkelcelziekte
  • alfa en beta thalassemie
30
Q

willms tumor

A
  • 95% niertumoren bij kinderen
  • nefroblastoom/ renaal embryoom
  • presentatie: niet ziek, grote opgezette buik en evt hematuroie
  • nierkapsel over tumor
31
Q

ACE

A
  • hoeveel categorien
  • volwassenen met grootse gezondheidsproblemen hebben ACEs uit meerdere categorien van gebeurtenissen
  • 4-12 x zo vaak alcoholisme, drugs en suicide
  • 2-4 x zo vaak roken, slechte gezondheid, doa en meer dan 50 bedpartners
  • 1,4-1,6 x zo vaak fysiek inactief en ernstige obesitas
33
Q

Neurofibromatise type 1 presentatie

A
  • cafe au lair vlekken
  • neurofibromen
  • freckeling in oksels en liezen
  • iris hamartomen ( lisch noduli)
  • opticus gliomen
  • klein, groot hoofd, botafwijkingen en subnormale intelligentie
34
Q

VACTERL

A
  • wervelafwijkingen
  • anus afwijkingen
  • hatafwijkingen
  • tracheo- oesofagale afwijkingen
  • nierafwijkingen
  • ledenmakten
35
Q

tekenen foetale nood

A
  • dalen HF
  • meconiumhoudend vruchtwater
  • pH < 7,2
36
Q

disharmonische ontwikkeling

A

spreiding van diverse ontwikkelingsacetten:

discrapantie tussen cogniteive en sociaal- emotionele ontwikkeling

37
Q

aneuploide door

A
  • onjuiste verdeling van chromosomen
  • non- disjunctie tijdens kerndeling
38
Q

wat te doen bij malrotatie met volvulus

A

bij verdenking een passage foto maken
dan actue laparotomie, derotatie met ladd’s procedure: klieven van de laddse banden en verbreden van het mesenterium

39
Q

teken van urethrakleppen

A

gedilateerde pars prostatica urethra

40
Q

risicofactoren GBS

A
  • vroeggeboorte
  • tekenen infectie moeder
  • pprom
  • eerdere GBS ziekte in kind
  • zware maternale kolonisatie: uwi
41
Q

indicaties voor diagnostisch onderzoek bij verstandelijke beperking

A
  • ontwikkelingsachterstand < 2,5 jaar
  • VB ( na 2,5 jaar) na psychodiagnostisch onderzoek ( of evident aanwezig)
  • zwakbegaafd indien speciaal onderwijs nodig is/ discrepantie IQ profiel ( VIQ niet PIQ)
  • autisme spectrumstoornis met verdenking VB
  • uitgesproken taal- spraak achterstand die niet anders verklaarbaar is
42
Q

kenmerken galwegartresie

A
  • icterus
  • ontkleurde ontlasting
43
Q

contra- indicaties voor borstvoeding

A
  • HIV moeder
  • haemorrhagische koortsen als ebola en marbag
  • borstlaesies met TBC, HSV en varicella
44
Q

TEN4 FACES

A
  • Toso - Eye - NEck
  • under 4 yeaers
  • patterened bruising
  • frenulum
  • angle of jaw
  • cheeks
  • eyelids
  • subconjuctiva
45
Q

caput succedanum

A

zwelling door manier van geboorte

46
Q

cefaal hamtoom

A

opening bloed tussen schedelbloes en schedel die niet over schedelgrenzen gaat want subperiostaal

47
Q

syringomyelie

A

vochtophoping in myelum

48
Q

hersen delen waar wat zit

A
  • diencephalon: hypothalamus en thalamus
  • mesencephalon: middenhersenen en aquaduct
  • metencephalon: cerebellum en pons
  • myelenceohalon: verlengde mer gen motorische en sensorische kernen
49
Q

cyanose oorzaken

A

hart:
- verkeerde aansluiting
- intracardiale mening o2 rijk en arm bloed
- onvoldoende longdoorbloeding
pulmonaal:
- onvoldoende ventilatie
- onvoldoende functioneel longweefsel

50
Q

verticale transmissie

A
  • CMV
  • parvo B19
  • HIV
  • HSV
51
Q

omgevingsfactoren SIDS

A
  • buikslapen
  • slapen op zachte ondergrond
  • hyperthermie
  • co- sleeping
52
Q

trias pierre robin

A
  • mandibula hypoplasie/micrognatie
  • glossoptosis
  • osas