tekst 7 Flashcards
quidam
quaedam, quoddam
een zekere (onbepaald voornaamwoord)
ceterus
cetera, ceterum
ander, overig
ulterior
ulterior, ulterius (gen : ulterioris)
aan de overkant, verder
tendere
tendo, tetendi, tensum/tentum
spannen, streven naar, gaan naar
nunc
nunc…nunc
nu
nu eens… dan weer
sequi
sequor, secutus sum
volgen
postremo
ten slotte (bijwoord)
iterum
opnieuw (bijwoord)
primum
eerst, ten eerste (bijwoord)
altus
alta, altum
hoog, diep
flectere
flecto, flexi,flexum
buigen
litus
litoris (onz)
(de) kust
fama
famae
het gerucht, de roem, de reputatie
aspicere
aspicio, aspexi, aspectum
kijken naar, bekijken
posterus
postera, posterum
volgend, later
mare
maris(onz)
de zee
similis
similis, simile (dat)
gelijkend op, gelijk aan
rursus
opnieuw
quasi
+conj
alsof, als het ware
varius
varia, varium
verschillend, afwisselend
orbis
orbis(m)
de kring, de wereld
alter
altera, alterum
ander, tweede, volgende
tertius
tertia, tertium
derde
donec
+conj
totdat
timere
timeo, timui, -
vrezen, bang zijn
appellare
appello, appellavi, appellatum
roepen, noemen
tangere
tango, tetigi, tactum
aanraken
etiam
zelfs (bijwoord)
crescere
cresco, crevi, cretum
groeien
amare
amo, amavi, amatum
liefhebben, houden van
putare
puto, putavi, putatum
denken, menen
magistratus
magistratus(m)
de magistraat, de ambtenaar
adventus
adventus(m)
de komst
mora
morae
de vertraging, het uitstel, tijdverdrijf
res publica
rei publicae
de republiek
postremo
ten slotte, kortom (bijwoord)
perdere
perdo, perdidi, perditum
verliezen
placere
placeo, placui, placitum
behagen, bevallen, aanstaan
interficere
interficio, interfeci, interfectum
doden, vermoorden