subst. 3de klasse (m.) Flashcards
1
Q
adventus
A
adventus
de komst
2
Q
aestus
A
aestus
de hitte
3
Q
conspectus
A
conspectus
het zicht
4
Q
currus
A
currus
de renwagen
5
Q
cursus
A
cursus
het lopen; de wedstrijd
6
Q
domus
A
domus (vr)
het huis
7
Q
exercitus
A
exercitus
het leger
8
Q
magistratus
A
magistratus
de magistraat, de ambtenaar
9
Q
metus
A
metus
de vrees
10
Q
motus
A
motus
de beweging
11
Q
vultus
A
vultus
het gezicht
12
Q
manus
A
manus (vr)
hand