Taak 4 Chronische vermoeidheid Flashcards
Oorzaken van (tijdelijke) vermoeidheid
- Slaaptekort
- Jet lag
- Ongezonde eetgewoonten
- (Tekort of teveel aan) fysieke activiteit
- Alcohol/drugs
- Medicatie
- Verveling
Verschil tussen slaperigheid en vermoeidheid
- Slaperigheid: Urge to sleep; neemt af door te slapen
- Vermoeidheid: neemt niet (per se) af door slaap; andere factoren
- Vermoeidheid is frequent symptoom bij slaapstoornissen
Defenitie vermoeidheid
Vermoeidheid is een staat van verminderde energie en gevoel van uitputting, zowel fysiek als mentaal, wat leidt tot een afname in de capaciteit om activiteiten uit te voeren.
Het wordt gekenmerkt door een gebrek aan motivatie voor inspannende activiteiten, waarbij de kosten hoger worden ingeschat dan de voordelen.
Het dient te worden onderscheiden van depressieve symptomen en andere oorzaken van verminderde capaciteit voor activiteit.
Het fungeert als een stopsignaal dat aandringt op het stoppen van activiteiten waarvan de voordelen niet langer opwegen tegen de kosten, als een vorm van zelfbescherming tegen inefficiënt energieverbruik tijdens gerichte gedragingen.
Vermoeidheid: kosten vs. Baten
Als de kosten groter worden dan de baten, nemen we vermoeidheid waar en dit geeft ons de urge om te stoppen met
wat we aan het doen waren
Prevalentie:
- Studies verschillend sterk (→ definitie)
- 2%-11%
- van ‘t Leven et al. (2009): 31%
- N = 9062
- 55% chronische aandoening (cardiovasculair, rheumatoïde, artritis, kanker, …
Chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS):
* 0.2%-6.4%
* Overlap met fibromyalgie
(bv. 35%-70% van mensen met CVS)
vaker bij vrouwen en vooral bij succesvolle vrouwen van 30-40 jaar in ontwikkelde landen.
Chronische vermoeidheid
Meer dan 6 maanden aanwezig | niet (per se) beter na rusten | meer continu aanwezig en/of zeer intens (bv. Na
inspanning) | adaptieve eigenschap van vermoeidheid grotendeels weg
Bijna geen chronische aandoening te vinden zonder vermoeidheid
Chronisch vermoeidheidssyndroom (CFS)
Grote overlap met fibromyalgie
Vaak gepaard met stemmingsstoornissen
Meten van vermoeidheid, het ijsbergprobleem
Vaak vergeleken met een ijsberg, waarbij alleen de top boven water zichtbaar is.
Veel literatuur meet vermoeidheid retrospectief, via vragen over de afgelopen week.
Problemen:
Bias bij terugkijken in de tijd leidt tot overschatting van symptomen.
Individuele verschillen in cognitieve capaciteit kunnen het ophalen van informatie bemoeilijken.
Retrospectieve metingen geven slechts een algemeen beeld en negeren fluctuaties.
Oplossing: Experience Sampling Methode (ESM) meet vermoeidheid in het hier en nu, buiten klinische context, met behulp van herhaalde metingen in het dagelijks leven.
Objectieve vermoeidheid meten
Objectieve vermoeidheid omvat observeerbare prestatievermindering na langdurige of excessieve inspanning (fatigability): verminderde spiercontractie, toename reactietijd, afname correcte responsen.
Methoden zoals PASAT meten reactietijd en correcte responsen, maar correleren niet altijd met subjectieve vermoeidheid.
Neurologische observaties en fysiologische metingen hebben nog geen consistente objectieve markers opgeleverd.
Symptoomperceptie is complex en kan worden beïnvloed door zowel bottom-up als top-down processen.
Paradox van objectieve marker: zoektocht naar een objectieve marker wordt bemoeilijkt door interpretatieverschillen en individuele perceptie van symptomen.
Biopsychosociale benadering van vermoeidheid
Vermoeidheid wordt beïnvloed door biologische factoren (zoals ontregelde HPA-as), psychologische factoren (zoals persoonlijkheid en coping) en sociale factoren (zoals stress en sociale steun).
Studies tonen aan dat vermoeidheid zwak geassocieerd is met pathofysiologische markers van chronische ziekten en grote individuele variatie vertoont.
Long-COVID en chronisch nierfalen zijn voorbeelden van aandoeningen waar vermoeidheid veel voorkomt.
Onderzoek toont aan dat depressie kan samenhangen met vermoeidheid en het adaptieve karakter ervan kan beïnvloeden.
Maken we het probleem soms erger? Operante conditionering suggereert dat sociale omgeving en communicatie tussen zorgprofessionals vermoeidheid kunnen beïnvloeden, waarbij placebo en nocebo effecten een rol spelen.
Bottom up en top down processen
bottom-up verwerking begint bij de zintuigen en bouwt op naar perceptie, terwijl top-down verwerking begint bij hogere cognitieve processen en die informatie gebruikt om percepties te beïnvloeden.
Fybromyalgie
chronisch last van pijn, stijfheid en vermoeidheid. In het lichaam is niets te vinden dat de aandoening kan verklaren. Fibromyalgie is daardoor erg moeilijk vast te stellen. Fibromyalgie betekent letterlijk: ‘pijn in bindweefsel en spieren’ en valt daarmee in de categorie wekedelenreuma.
Depressie vs. Vermoeidheid uit elkaar houden
Keelpijn, gezwollen lymfeklieren, pijn komt meer voor bij vermoeidheid. Ernstige vermoeidheid begint of wordt slechter
na fysieke activitieit, terwijl depressie hierna meestal beter gaat. Vermoeidheid mensen zien zichzelf als iemand met
een fysieke aandoening en depressie met psychiatrische aandoening.
Antidepressiva niet effectief voor CVS
Criteria CVS
en exclusiecriteria
Definitie van CFS uit 1994 van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention:
Gekenmerkt door aanhoudende of terugkomende onverklaarbare chronische vermoeidheid
(1) De vermoeidheid duurt ten minste 6 maanden
(2) De vermoeidheid is nieuw of definitief ingetreden
(3) De vermoeidheid is niet het gevolg van een organische ziekte of van voortdurende inspanning
(4) De vermoeidheid wordt niet minder door rust
(5) Vermoeidheid leidt tot een aanzienlijke vermindering van eerdere beroepsmatige, educatieve, sociale, en
persoonlijke activiteiten
(6) Vier of meer van de volgende symptomen die gelijktijdig gedurende 6 maanden aanwezig zijn:
a. Geheugen- of concentratiestoornissen; Keelpijn; Gevoelige hals- of oksellymfeklieren; Spierpijn; Pijn in
verschillende gewrichten; Nieuwe hoofdpijn; Onrustige slaap; Malaise na inspanning
Uitsluitingscriteria
- Medische aandoening die vermoeidheid verklaart
- Depressieve of bipolaire stoornis -> nu is depressie/angst geen exclusiecriterium meer
- Schizofrenie, dementie of waanstoornis
- Anorexia nervosa, bulimia nervosa
- Alcohol- of drugsmisbruik
- Ernstig overgewicht
Waarom ervaren clinici moeite met diagnosticeren?
- definitieproblemen van CVS
- verschillende symptoomprestaties
- irritatie mbt zelf diagnosticeren
-geen duidelijke fysieke tekenen, dus vooral diagnose van exclusie
oorzaak CVS
Geen oorzaak gevonden.
Omdat het syndroom kan beginnen met griepachtige verschijnselen, is een groot aantal mogelijke micro-organismen
betrokken bij de ontwikkeling van CFS, maar bewijs voor deze hypothese is nooit gevonden.
Verschillende hypothesen over de oorzaak van CFS, zoals infecties, vaccinaties, toxinen, immuunontregeling(verhoogde onstekingswaarden, pro-inflammatoire cytokines en verminderde werking killercellen en veranderking in T-cellen), metabole afwijkingen; HPA-as disregulatie, cicadiane activiteit veranderingen, verband slaapstoornis. En centrale zenuwstelselveranderingen(veranderingen grijze en witte stof, verhoogde serotoninereceptor). –> allemaal onvoldoende bewijs.
Emotionele factoren lijken ook een rol te spelen, zoals een hogere prevalentie van CFS bij mishandelde kinderen, mensen met zelfkritiek en perfectionisme.
Therapie
Er zijn geen ziekte-specifieke behandelingen; CGT en GET zijn effectief gebleken.
Pacing, het plannen van activiteiten om vermoeidheid te verminderen, wordt ook gebruikt.
Een bezorgde respons van partners kan de vermoeidheid en beperkingen verergeren.
Prognose
Herstel- en verbeteringspercentages van CFS-patiënten variëren sterk.
Een gevoel van controle over symptomen en ze niet toeschrijven aan een ziekte zijn geassocieerd met een betere uitkomst.