T5: Werken met vrijwilligers Flashcards

1
Q

8-stappenplan voor het opzetten van een vrijwilligersbeleid

A
  • Starten
  • Visie-ontwikkeling
  • Werven en selecteren
  • Onthalen
  • Begeleiden
  • Motiveren en waarderen
  • Sturen en bijsturen
  • Uitwuiven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De ‘traditionele’ vrijwilliger

A

Kernvrijwilliger
Bestuurder
Vertegenwoordiger

Levenslang bij dezelfde organisatie
O.b.v. cultuur waarmee men zich identificeert
Grote loyaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De ‘nieuwe’ of episodische vrijwilliger

A

Oproepvrijwilliger
Ad-hoc vrijwilliger
Projectvrijwilliger
Specialist

Niet meer vanzelfsprekend in 1 organisatie
Minder lang in 1 organisatie
O.b.v. persoonlijke interesse – wil bijleren
Wil (snel) effect zien van vrijwilligerswerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

STARTEN: voordelen

A
  • Zacht imago organisatie
  • Meer activiteiten
  • Inbreng van vrijwilligers (lerende
    organisatie)
  • Kostenefficiënt
  • Effectiever/efficiënter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

STARTEN: nadelen

A
  • Vrijwilligers hebben verwachtingen/wensen
  • Vrijwilligers kunnen afhaken
  • Vrijwilligers zijn geen profs (imago amateurisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

STARTEN: slechte redenen

A
  • Personeel vervangen
  • Tijdelijke drukte opvangen
  • Mensen iets laten ‘bijverdienen’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

STARTEN: nieuwkomers

A
  • Je inzetten voor anderen = vanzelfsprekend
  • Je inzetten voor anderen ≠ geïnstitutionaliseerd
  • Je inzetten voor anderen: vanuit religieuze verplichting of morele
    verplichting
  • Onbetaald werk: laag aanzien
  • Bij oudere generaties: historisch negatieve associatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

STARTEN: doelstellingen van de organisatie: link met vrijwilligers

A
  • Doelstellingen/missie = leidraad organisatie
  • Inzet vrijwilligers moet link hebben met doelstelling organisatie
  • Uitgangspunt: VRIJWILLIGERSWERK KAN NOOIT BETAALDE ARBEID VERVANGEN
  • Opgelet: geen vrijwilligers inzetten voor zaken die niet tot de kern van de organisatie behoren

ja? –> klaar voor volgende stap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

VISIEONTWIKKELING

A

Naar welke vrijwilliger(s) is de organisatie op zoek?

Mensen vrijwilligen als ze ertoe aangetrokken zijn
+ zelf mee kunnen bepalen OF/HOEVEEL/HOE

Vrijwilliger aantrekken: –> Elevator pitch
* Doel van de organisatie
* Werking van de organisatie
* Plaats van vrijwilligers in de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

VISIEONTWIKKELING: aandachtspunten

A
  • Plaats in de organisatie (moet zeer helder zijn)
  • Standpunt beroepskrachten/medewerkers/vrijwilligers
  • Ervaringen beroepskrachten/medewerkers/vrijwilligers
  • Ontwikkeling/evolutie van vrijwilligerswerk: gevoelige
    informatie, werkterrein beroepskracht…
  • Vrijwilligerswerk duidelijk afbakenen
    (geen stagiair, geen deelnemer, geen doelgroepmedewerker,
    niet iemand die moet).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

VISIEONTWIKKELING: rechten en plichten

A
  • Waar en wanneer
  • Taakinhoud (niet)
  • Welke activiteiten (niet)
  • Competenties: wat moet de vrijwilliger kennen/kunnen
  • Bij de start / op termijn
  • Begeleiding
  • Waarden, normen, wettelijke kaders
  • Opleiding, vorming, kwaliteitszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Maatschappelijke evoluties

A
  • Vanzelfsprekend (familiaal bepaald) vrijwilligerswerk is gedaald
  • Identiteit/imago traditionele vormen van vrijwiligerswerk evolueert
  • Aantal vrijwilligers is gelijk gebleven, maar vraag is gestegen
  • Meer aanbod àtoename behoefte variatie/verandering
  • Vrijwilligerswerk is niet altijd het doel, vaak gekoppeld aan andere (persoonlijke) doelstellingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

VISIEONTWIKKELING: soorten

A

Sabbatical
Volunteer tourism
E-volunteering
Micro-volunteering
Familie-vrijwiligerswerk
Episodisch vrijwilligerswerk (+1, +2…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

VISIEONTWIKKELING: richtvragen

A
  • Waar zitten knelpunten/hiaten in de werking?
  • Kunnen die met (exta) vrijwilligers opgelost worden?
  • Zal het werken met vrijwilligers een meerwaarde bieden? Op welk gebied?
  • Over welke activiteiten gaat het?
  • Uitvoerende/operationele taken, ondersteunende taken, helpende handen, adviserende taken…
  • Kunnen we voor vrijwilligerstaken duidelijke functieprofielen uitwerken?
  • Wat verwachten we van de vrijwilliger? (kennis, vaardigheden, attitudes…)
  • Wat kunnen we de vrijwilliger aanbieden? (comfort, bescherming, waardering, erkenning, kostenvergoeding)
  • Wat moet het resultaat zijn van de vrijwilligersinzet?
  • Wat is de plaats van vrijwilligers in de organisatie?
  • Wat bieden we aan op vlak van
  • Verzekering
  • Informatie
  • Ondersteuning/begeleiding
  • Kostenvergoedingen
  • Taken (vaste taken, afwisseling, rotatie, vrijwilligersloopbaan…)
  • Afspraken, procedures, ethische code, e.a.
  • Wat verwachten we van de vrijwilligers?
  • Wat is de ideale verhouding/afbakening vrijwilligers onderling, vrijwilligers/beroepskrachten…
  • Is er voldoende draagvlak bij beroepskrachten om vrijwilligers in te schakelen?
  • Is er een manier om het onderscheid tussen vrijwilligerswerk en betaalde arbeid te bewaken? Wie waakt erover? Wat bij twijfel?
  • (Hoe) worden vrijwilligers betrokken bij de organisatie? (organisatorisch, inhoudelijk, beleidsmatig…)
  • Hoe staat de organisatie tegenover nieuwe vormen van engagement (werknemersvrijwilligerswerk, inzet als onderdeel
    van een opleiding, alternatieve sancties…?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

WERVEN & SELECTEREN

A

Moet doordacht gebeuren (karwei zonder succesgarantie)

Zoek naar de juiste vrijwilliger – wees duidelijk
* Zoek naar meerwaarde om doelstellingen te realiseren
* Wat kennen/kunnen?
* Op welke termijn?
* Hoeveel tijdsinvestering?

Ook bij algemene werving: zorg (vooraf) voor duidelijkheid

ZOEK MET JE ORGANISATIE NIET NAAR ‘EEN’ VRIJWILLIGER
ZOEK NAAR ‘DE’ VRIJWILLIGER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

WERVEN & SELECTEREN: wervingsplan

A

Durf vertrekken vanuit ideaalbeeld (verwachtingen)

Duid de belangrijkste basiselementen aan (= marge bepalen)

Maak een beschrijving van de vrijwilliger
* Wat moet de vrijwilliger doen (taakprofiel)
* Welke functie zal de vrijwilliger hebben? (functieprofiel)
* Wat moet de vrijwilliger weten/kunnen (competentieprofiel)

Geef alles eenvoudig/herkenbaar vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

WERVEN & SELECTEREN: wervingsplan - valkuilen

A

NIET WAAR!

  • Iedereen weet wat vrijwilligerswerk is.
  • Iedereen kent onze organisatie + onze werking
  • Wij kunnen onze organisatie perfect uitleggen
  • Iedereen binnen de organisatie is op de hoogte + enthousiast
  • Iedereen kan zijn eigen talenten perfect inschatten
18
Q

WERVEN & SELECTEREN: wervingsplan - vacature

A

Bij voorkeur per taakprofiel (= geheel van taken)

Ga voor realistische vacature (= niet teveel, baken af!)

Wees creatief + duidelijk (= aantrekkelijk maar herkenbaar)

Inhoud
* Wat kan vrijwilliger bij ons doen?
* Wat kan vrijwilliger betekenen?
* Wat moet vrijwilliger kunnen?
* Wat kan vrijwilliger leren?
* Wat bieden wij aan de vrijwilliger?

Speel in op de motivatie van vrijwilligers
* Boeiend thema
* Anderen helpen, nieuwe wereld ontdekken…
* Nieuwe mensen leren kennen
* Iets leren, experimenteren…
* Het verschil maken
* Plezant
* Fijne tijdsinvulling, netwerk…

19
Q

WERVEN & SELECTEREN: wervingsplan - vacature tips

A
  • Straffe titels vallen op
  • Haalbaarheid
  • Hou het kort
  • Geen Blablabla
  • Vertel wat je te bieden hebt
  • Prikkel met een vraag. Of twee.
  • Call to action
20
Q

WERVEN & SELECTEREN: wervingsplan - mediamix

A
  • Boeket!
  • Denk na, differentieer
  • Gebruik (eigen) netwerken
  • Schakel medewerkers/vrijwilligers is: ken je iemand?
  • Gebruik regionale perskanalen: creëer nieuwswaarde.
  • Online: basis, niet heiligmakend
21
Q

WERVEN & SELECTEREN:
wervingsplan

A
  • Waar + hoe gaan we werven? Wie gaat (wie) werven?
    *Timing: op tijd, om de zoveel tijd, altijd
  • Geef het tijd
  • Budget: kosten/baten
  • Evaluatie en bijsturing
  • Data!

WEES REALISTISCH
MENSEN DIE REAGEREN ≠ VRIJWILLIGERS DIE ZICH ENGAGEREN

22
Q

WERVEN & SELECTEREN:
Maak afspraken over de wervingsactie

A
  • Wie leidt de wervingsactie? (van concept tot uitvoering)
  • Wie houdt gegevens (data) bij? Wie analyseert?
  • Hoe lang duurt de wervingsactie?
  • Wie zijn mogelijke medewerkers?
  • Wie zijn mogelijke partners? Wie contacteert hen?
23
Q

WERVEN EN SELECTEREN:
Selecteren

A
  • Je kunt niet niet selecteren!
  • Vrijwilligers werven is nooit neutraal
  • Als je het zelf niet doet…
  • … doet de realiteit het
  • … doet de praktijk het
  • … doen anderen het
  • … doe je het eigenlijk toch informeel
  • … doet de vrijwilliger het zelf wel
  • Voldoet de vrijwilliger aan de voorwaarden om de activiteit goed uit te voeren?
    (= juiste profiel?)
  • Heeft de vrijwilliger echt goesting om in jouw organisatie te vrijwilligen?
    (pas op: motivatie kan veranderen)
  • Past de vrijwilliger in de groep?
  • Heeft de vrijwilliger voldoende zicht op wat er van hem verwacht wordt?
24
Q

ONTHALEN

A
  • Zorg voor goede voorbereiding
  • Zorg voor doordacht programma
  • Afspraak
  • Belangrijke info
  • Rondleiding
  • Introductie/kennismaking
  • Basisinformatie (in mapje? Op site? …?)
  • Wat na het onthaal?
  • Proefperiode?
25
Q

ONTHALEN:
Checklist onthaal

A
  • Is er een afspraak gemaakt met de vrijwilliger?
  • Dubbelcheck de beschikbaarheid van iemand die de vrijwilliger zal ontvangen.
  • Lijst op wat belangrijk is om mee te delen bij het onthaal.
  • Overlaad de vrijwilliger niet met informatie.
  • Maak een lijstje
  • Informatieplicht
  • Info over taakinhoud
  • Administratieve zaken (verzekeringen, meldingsplicht)
  • Rondleiding door de organisatie
  • Introduceer de vrijwilliger bij beroepskrachten en andere vrijwilligers
  • Geef een infomapje met basisinfo mee (of voorzie online).
  • Moet er materiaal zijn? Zorg dat het er is!
  • Bepaal wat er meteen na het onthaal gebeurt
26
Q

BEGELEIDEN:
Doelstelling

A

Vrijwilligers goed aan het werk zetten en houden

27
Q

BEGELEIDEN

A
  • Goed begeleiden start met goede taakverdeling
  • Plonsmethode – mootjesmethode – meter/peter – …
  • Inwerkfase + evaluatie inwerkfase
  • Vergeet de interne communicatie niet
  • Begeleiden is continu proces met eigen dynamiek
  • VTO
  • EVC
28
Q

BEGELEIDEN: Zelfdeterminatietheorie

A

Autonomie
verBondenheid
Competentie

29
Q

BEGELEIDEN: Zelfdeterminatietheorie: autonomie

A

Vrijwillig mogen denken,
voelen en handelen. Keuze en
psychologische vrijheid
ervaren.
”Ik kan mezelf zijn”

30
Q

BEGELEIDEN: Zelfdeterminatietheorie: verBondenheid

A

VerBondenheid
Warme authentieke band met
anderen ervaren
“ik + jij = wij”

31
Q

BEGELEIDEN: Zelfdeterminatietheorie: competentie

A

Gewenste doelen bereiken.
Zich bekwaam en effectief
voelen. Succes ervaren.
“Ik kan mijn vaardigheden
ontplooien”

32
Q

BEGELEIDEN
Vrijwilligersverantwoordelijke

A

Inhoudelijk
* heeft kennis van vrijwilligerswerk als concept
* kent de vrijwilligerswet
* kent de werking van de organisatie

Technische vaardigheden
* kan coachen: (empathisch) luisteren, motiveren, begeleiden mbt hoe iets (anders) aangepakt kan worden
* kan communiceren: schriftelijk, mondeling + op maat van de persoon, kan communicatie vertalen
* kan administratieve taken bijhouden: verzekering, kostenvergoeding, vrijwilligersovereenkomsten…
* heeft talent voor organisatie
* Kan prioriteren
* Kan risico’s inschatten

Persoonsgebonden competenties
* Integer: waken over het naleven van de regels van de organisatie, zich deontologisch correct opstellen
* neemt initiatief: actie ondernemen om ervoor te zorgen dat de vrijwilligerswerking gesmeerd loopt, dat
problemen niet blijven smeulen, dat er een positieve sfeer van samenwerking tot stand komt
* is sociaal: geeft iedereen de kans een inbreng te doen, kan bemiddelen en compromissen uitwerken;
zorgt voor een goede verstandhouding tussen iedereen
* is drukbestendig: laat zich niet gemakkelijk uit het lood slaan, blijft ook tijdens hectische momenten
rustig, laat zich niet intimideren

33
Q

MOTIVEREN EN WAARDEREN

A

Tevreden vrijwilligers motiveren is niet moeilijk

Voornaamste reden om te stoppen: zich niet gewaardeerd voelen

Pleziergehalte verhogen
* Passende activiteiten aanbieden
* Vrijwilliger zijn/haar zeg laten doen, mee nadenken…
* Respect
* Op tijd en stond alle vrijwilligers waarderen

34
Q

BEGELEIDEN: management

A

Competentiemanagement
Tevredenheidsmanagament
Betrokkenheidsmanagement

35
Q

Motivaties voor vrijwilligerswerk:
Functionele benadering

A

❶ Carrièregerichte motieven.
❷ Normatieve motieven.
❸ Sociale motieven.
❹ Leermotieven.
❺ Kwaliteitsmotieven.
❻ Beschermingsmotieven.
❼ Pleziermotief.

36
Q

Motivaties voor vrijwilligerswerk

A
  1. Omdat burgerparticipatie noodzakelijk is
  2. Om de wereld te zien.
  3. Voor de freebies
  4. Omdat het goed staat op een cv
  5. Omdat het de gezondheid bevordert
  6. Om academische credits te verwerven
  7. Om nieuwe mensen te ontmoeten
  8. Om de wereld te veranderen
  9. Om kennis te maken met alternatieve manieren van leven
  10. Om een carrière uit te proberen
37
Q

Motivaties voor vrijwilligerswerk: Sociologische framing theorie

A

Sociologische framing theorie
❶Leuk ❷Lonend ❸Passend

38
Q

MOTIVEREN EN WAARDEREN:
Waarderen

A
  • Vermeld overal dat vrijwilligers bijdragen aan de organisatie
  • Bedankmomenten
  • Pluim
  • Attest
  • Competentiebeleid
  • Wettelijke context ok
39
Q

STUREN EN BIJSTUREN:
Bijsturen

A
  • Gesprekken
  • Feedbackmomenten organiseren
  • Tevredenheidsonderzoek
40
Q

UITWUIVEN

A
  • Engagement van vrijwilliger is eindig
  • Neem ALTIJD afscheid
  • Neem correct afscheid
  • Bedank de vrijwilliger
  • Bijzondere aandacht voor ontevreden vrijwilliger