T1 situering sociaal criminologische theorieen Flashcards
(21 cards)
Wie behoort onder de klassieke theorie ?
- Cesare Beccaria
& - Jeremy Bentham
Cesare Beccaria
- Vertegenwoordiger van de klassieke school
- rationeel denken
- doel van straf = preventie
- beginselen
6 beginselen van Beccaria
- Publiciteitsbeginsel: Openbare processe,
- personaliteitsbeginsel: alleen de misdadiger wordt bestraft, geen onschuldige derden.
- proportionaliteitsbeginsel: straf moet in verband staan met de overtreding
- subsidiariteitsbeginsel: een lichte straf is beter dan geen of een zware. Niet meer macht dan noodzakelijk gebruiken.
- legaliteitsbeginsel: er is geen straf zonder wet
- gelijkheidbeginsel: alle mensen zijn gelijk voor de wet
utilitarisme
geluk moet worden gemaximaliseerd
–> straf moet nuttig zijn en moet geluk doen toenemen in de wereld en de maatschappij
Homo rationalis
doelgericht handelen
vrije wil en secularisering
scheiding van kerk en staat
Jeremy Bentham
CT= inbreuk op greatest happiness principle
hedonistische calculus
iedereen wil het grootste geluk
kosten-baten analyse
panopticon model
beste gevangenis model
straf= afnemen van vrijheid
Positieve en negatieve aspecten van de klassieke school
positief:
- lot in eigen handen
- rationele visie op de mens en SL
negatief:
- geen oog voor de ooraken van CT
- geen oog voor de types CT
- hebben we echt vrije wil?
SOCIOLOGISCHE THEORIE is op te delen in 3 subcathegorieen, welke?
= aandacht voor de relatie tussen CT en de sociale omgeving
–> probleem van de individuele verantwoordelijkheid
- ecologsiche theorie
- economische theorie
- anomie theorie
ECOLOGISCHE THEORIE
2 pers
= CT komt door de omgeving –> minder aandacht voor de individu
André-Michel Guerry & Adolphe Quetelet
André-Michel Guerry
- CARTOGRAFISCHE WEERGAVE
- analyse offficiele misdaad-statistieken in Frankrijk
- onderscheid tussen CT tegen peronen en CT tegen eigendommen
Adolphe Quetelet
- SOCIALE WERKELIJKHEID
- sociale statistieken
- niet vrije wil is belangrijk maar de impact van sociale factoren
6 sociale factoren
- leeftijd: tot 25j stijgt CT, dan een morele en intellectuele stijging
- geslacht: niet de hoeveelheid, maar de soort is anders
- seizoen: zomer: persoons delicten & winter: eigendomsdelicten
- klimaat: mediteraan meer persoonlijke delicten
- beroep: hoe beter, hoe minder noodzaak naar eigendomsdelicten
- soms juist gebrukt voor CT?
2 positieve en 2 negatieve factoren van de ecologische school
positief:
- aandacht voor sociaal contact
- empirische basis
negatief:
- onbetrouwbare statistieken
- overvleugeld door biologische theorieen
ECONOMISCHE THEORIE
- wie?
- de 3 subcathegorieen
- Karl Marx: de ongelijkheid door de klasssenstrijd leidt tot CT
- economisch determinisme: kapitalisme zorgt voor een 2-deling
- dialectisch materialisme: dialectiek tussen bovenbouw en onderbouw, ‘survival crime’: arbeiders overleven op CT
- wetenschappelijk socialisme: parallell tussen CT begaan en strafrecht construeren
2 positieve en 2 negatieve aspecten van de economische theorie
positief:
- aandacht aan complexe interactie
- heropleving van de jaren 60’ en 70’
negatief:
- arbeiders worden miserabel voorgesteld
- communisme gefaald in de realiteit
- heel veel nadruk op de economische aspecten van de MSP
- 1 richtingsverkeer infrastructuur en suprastructuur
ANOMIE THEORIE
wie?
wat?
Emile Durkheim
- belangstelling vr/h probleem van de orde
- aandacht onderscheid tussen norm en abnormale verschijnselen
- studie SL & CT vanuit sociaal perspectief
- collectief bewustzijn: iedereen denkt gelijkaardig
- normaliteit: SL zonder CT onmogelijk
- sociale solidariteit: vanuit mechanische aard naar organische (koude) solidariteit
4 types zelfmoord
- Altruistische: gericht op een ander, offeren zich op. vb. Kamikaze piloten
- Egoistische: persoon heeft weinig cc met de SL. vb eenzaamheid
- Fatalistisch: persoon ziet geen andere uitweg. vb. zelfmoord in een gevangenis
- Anomisch: snelle omschakelling van stabiel naar onstabiel. vb. beurscrash
2 positieve en 2 negatieve aspecten van anomie theorie
positief:
- normaliteit
- anomie
- sterke invloed
negatief:
- functionaliteit –> uniform beeld van de SL : ‘collectief bewustzijn’ , het verschilt juist van MSP tot MSP