swk6 Flashcards

1
Q

buffers

A

beschermen ouders bij het uitvoeren van dagelijkste taken op de werkvloer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bufferproces 1

A

de solidaire gemeenschap om je heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bufferproces 2

A

een goede taakverdeling, in huis maar ook met instellingen buitenhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bufferproces 3

A

meta positie innemen (boven situatie hangen), belangrijk dat ouders in staat zijn eerlijk en actief reflecteren op eigen gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bufferproces 4

A

goede ouderervaring, vertrouwen in zichzelf als opvoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het dagelijks ouderlijk functioneren

A

5 universele basisvaardigheden, timen en doseren, reguleren van eigen emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kruispunt denken

A

een manier van denken die voorbij gaat aan het binair denken, kijkt vanuit de samenhang van kenmerken die mensen en groepen verschillen van elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

self efficiency

A

het gevoel controle te kunnen uit oefenen op eigen bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

‘goede’ taakverdeling

A

kinderen zijn het beste af wanneer ze door meerdere personen worden opgevoed, hoe ouders taken verdelen moeten ze uiteindelijk zelf bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

onderzoek gravestijn

A

aandacht voor de beleving en levensvaardigheden van ouders kunnen helpen de regie van ouders te versterken en moeilijkheden te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

onderzoek Paul geert

A

opvoeden is een complex dynamisch proces, een samenspel tussen ouder en kind wat effect heeft maar je kan niet altijd voorspellen waartoe het leidt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

onderzoek gopnic

A

ouder zijn is een deel uitmaken van een diepgaande unieke relatie, kinderen geven wat ze nodig hebben om tot bloei te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stagnerende ouderschap groei

A

slechte ouderervaringen in jeugd, vermogen tot herbeleving en identificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

systeemgericht werken

A

benader je persoenen en situatie als een samenhangend geheel en probeer je gedrag te begrijpen als reactie op interactie

denkkader waarmee invloed van omgeving op iemands gedrag word onderzocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

psychodynamisch perspectief

A

word ziet zozeer naar invloed van omgeving gekeken maar naar de invloed van onbewuste behoeften en verlangens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fixatie

A

op iets fixeren, dus vasthechten als reactie op moeilijke situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

regressie

A

terugval in eerdere ontwikkelingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

klassieke conditinering

A

leren door associatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

operatie conditienering

A

leren door gevolgen gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

cognitief perspectief

A

benadrukt de invloed op cognitieve processen op gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

gordon methode

A

opvoeders en kinderen zijn gelijkwaardig ondanks hun verschil in positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

systeemtheorie

A

kijken naar sociale context van client

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

systeem

A

elementen die samen als geheel werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wederzijdse beïnvloeding

A

veranderd er iets in het onderdeel van het systeem, dan veranderd het dynamische evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
evidence based practice
effect van interventie is wetenschappelijk aangetoond
26
practice based evidence
handelen uit de praktijk is het meest effectief
27
taxatie
een proces waarbij je in een dialoog met cliënten de betekenis in het systeem onderzoekt
28
ecogram
praktisch hulpmiddel om sociale omgeving in kaart te brengen
29
gestaltpsychologie
denkrichting die gelooft dat het geheel belangrijker is dan zijn delen
30
vlindereffect
een kleine verandering in het systeem kan grote gevolgen hebben
31
betrekkingsniveau
de contact waarbinnen inhouden betekenis krijgt
32
analoge communicatie
non verbaal (?)
33
paradoxale communicatie
tegenstrijdigheid tussen berichten op 2 communicatie niveaus
34
zorgtriade
samenwerking tussen 2 personen met een zorgvraag
35
paradoxale interventies
interventies waarbij bewust paradoxaal word gecommuniceerd
36
rationale ethiek
streven naar rechtvaardig balans tussen geven en ontvangen waarbij iedereen rekening houdt met de basale levensbehoefte van een ander
37
subjectieve balans
rechtvaardig balans tussen geven en ontvangen
38
horizontale loyaliteit
loyaliteit tussen broers en zussen
39
verticale loyaliteit
loyaliteit over de generaties
40
genogram
visueel overzicht van een familie systeem over 3 generaties
41
parentificatie
deel van ouderlijke verantwoordelijkheid word gedragen door het kind
42
betekenisgeving
het vertaling proces tussen de objectieve werkelijkheid en onze reacties
43
persoonlijke identiteit
wie je bent volgens jezelf
44
sociale identiteit
wie je bent in de groepen waarbij je hoort
45
collectieve identiteit
wie de groep is
46
primaire emoties
een authentieke recatie op een gebeurtenis verliefd zijn
47
secundaire emoties
emotie over primaire je schamen omdat je verliefd bent
48
incongruente communicatie
als volwassen kun je gevoelens ontkennen of verstoppen
49
narratieve therapie
een luchtige, speelse methode om een complex probleem op te lossen
50
complexe scheidingen
scheidingen met complexe ruzies op hoog niveau
51
hoog conflict niveau
actief bezig zijn een ander te overwinnen en schaden toe te brengen
52
uitgangspunt ivkr
gelijkwaardig ouderschap is niet hetzelfde als 50/50 zorgverdeling
53
cognitieve dissonantie
de spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige overtuigingen
54
borderline
aanhoudend patroon van instabiele interpersoonlijke relaties
55
secondaire traumatisering
trauma oplopen door het omgaan met de trauma van een ander
56
narcisme
persoonlijke/psychologische stoornis waarbij men zich als uniek ziet en alleen begrepen kan voelen door unieke mensen, gelooft meer rechten te hebben
57
ouderschap plan
verplicht tijdens scheiding met kinderen onder de 18. staan afspraken in over verzorgen en opvoeden
58
huiselijk geweld
alle vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer
59
kindermishandeling
lichamelijke, geestelijk of verwaarlozing van kinderen
60
equifinaliteit
verschillende soorten risico factoren leiden tot kinderen mishandeling
61
multifinaliteit
1 oorzaak verschillende uitkomsten
62
overlevingsstrategieën
gedragspatroon dat je als kind hebt ontwikkeld om te (over)leven met de emotionele behoeftes
63
terreur
geweld is intentioneel als uiting van machtsverschillen
64
situationeel geweld
geweld uit onmacht
65
overgeremde dader
kropt gevoelens op en vermijdt conflicten
66
cyclische dader
emotioneel labiel
67
emotionele reactiviteit
automatische emotionele reactie op een situatie of persoon
68
gedrag disregulatie
kind is niet in staat gevoelens en emoties te reguleren
69
openlijke bemoeienis
proberen af te leiden/troosten
70
openlijk vermijden
proberen uit de buurt te blijven
71
dissonantie
gevoel van los staan van de wereld
72
kopp kind
kinderen van ouders met psychische problemen problematiek van ouders heeft vaak gevolg voor hele gezin
73
stigmatisering
kopp/kov kinderen voelen zich niet vrij om te spreken
74
universele preventie
preventie gericht op de gehele populatie van ouders, andere opvoeders en kinderen
75
selectieve preventie
preventie gericht op specifieke doelgroep
76
geïndiceerde preventie
risico individuelen worden geslecteerd door middel van screening
77
effectieve hulpverlening
gericht op ouders en kinderen om weer grip te krijgen op eigen leven
78
doel meldcode
professionals ondersteunen bij omgang signalen van geweld/mishandeling
79
huisverbod
verbod tot betreden van woning
80
kindcheck
verplicht kijken of er kinderen onder de 18 aanwezig zijn
81
meldcode stappen
stap 1: signalen in kaart brengen stap 2: collegiale consultatie en zo nodig raadplegen veilig thuis stap 3: in gesprek met cliënten en betrokkenen stap 4: wegen van eens en risico herhalend gedrag stap 5: beslissing afweging kader
82
sign of safety methodiek
wat zijn de zorgen, wat gaat er goed, hele netwerk betrekken
83
mappen
inventariseren waar de zorgen zijn, waar de krachten zijn
84
hulpverleningsdoel 1
kind blijft in veilige opvoedssituatie
85
hulpverleningsdoel 2
gevolgen voor kind zijn verminderd zodat kind goed kan ontwikkelen
86
deltamethode
gericht op kinderen die door rechter onder toezicht worden gesteld
87
engageren
positieve manier van samenwerken gezin