Studietaak 4: Informatieverwerkingstheorie Flashcards
Wat is de informatie verwerking theorie?
inherent aan behaviorisme > leren omvat, het vormen van associaties tussen stimuli en reacties. Informatieverwerkingstheoretici verwerpen associaties niet, omdat ze dat stellen dat associaties (vormen tussen stukjes kennis) helpt om bij verwerving en opslag in geheugen.
Waar houden de theoretici zich mee bezig bij de informatie verwerking theorie?
houden zich minder bezig met externe omstandigheden + focus meer interne (mentale) processen die tussen prikkels en reacties in komen.
Wat is de black box?
wordt behandeld als een soort computer: je leert door op te slaan, inpassen van nieuwe info in bestaande structuren. Nadruk op hoe geleerd wordt (cognitieve verwerkingsprocessen). Informatie → sensorisch geheugen (onbewust) → korte termijngeheugen → lange termijn Geheugenopslag is hiërarchisch en gestructureerd.
Wat is coderen?
de eerste elementaire functie van het geheugen. Heeft te maken met het omzetten van informatie in de vorm die het beste in het geheugensysteem past.
Wat zij opslaan en terughalen?
Opslaan = het gedurende langere tijd bewaren van gecodeerd materiaal.
- Terughalen = het vinden van de juiste informatie, die naar het bewustzijn brengen of, in andere gevallen, om gedrag onbewust te beïnvloeden.
Welke geheugenstadia zijn er?
sensorisch geheugen werkgeheugen langetermijngeheugen
Wat is het sensorisch geheugen?
Wat is de capaciteit van dit geheugen?
Hoe lang blijft het hier?
het eerste van de 3 geheugenstadia, waarin de sensorische indrukken
van stimuli korte tijd worden bewaard of geregistreerd.
̵ Opslagplaats voor alle prikkels totdat ze naar het werkgeheugen gaan.
̵ Capaciteit van maximaal 12 tot 16 items (waarvan er maar drie of vier naar het bewustzijn ‘doorgaan’)
̵ Slechts 1⁄4 sec. tot enkele sec.
̵ Elk zintuig heeft een aparte sensorische opslagruimte (visueel > iconisch geheugen + auditief > echoïsch geheugen)
Wat is een sensorisch register?
Omgevingsprikkels worden ontvangen en waargenomen door de zintuigen (zicht, gehoor, aanraking, reukzin en smaak). De informatieverwerkingstheorie gaat er vanuit dat ieder zintuig een eigen register heeft die informatie kort vasthoudt. Sommige sensorische prikkels worden doorgezet naar het werkgeheugen. De sensorische registers werken parallel omdat verschillende zintuigen gelijktijdig en onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingezet. De twee sensorische herinneringen die het meest uitgebreid zijn onderzocht, zijn iconisch (zien) en echoïsch (horen).
Wat is het werk geheugen?
Wat is de capaciteit?
Hoe lang blijft de informatie is?
Hoe kan je de capaciteit vergroten?
Verwerkt bewuste ervaringen en geeft deze betekenis
̵ Plaats waar ons denken plaatsvindt
̵ Capaciteit van 7 + of – 2 (5 of 9) items informatie
̵ Informatie blijft ongeveer 20 tot 30 sec. hangen
̵ Opslagcapaciteit is te vergroten door chunking en repeteren (mindmapping)
Wat is het lange termijngeheugen?
Wat is de capaciteit?
Wat is de duur?
Lange termijn opslag van informatie
̵ Opslag is ongelimiteerd
̵ Mogelijke duur van opslag onbeperkt
Hoe wordt het LTM geheugen weergegeven?
in associatieve structuren. Deze associaties zijn cognitief, in tegenstelling tot die in conditioneringstheorieën die gedragsmatig zijn (stimuli en reacties).
Wat is het verschil tussen het menselijk geheugen en een computer geheugen?
- Het menselijk geheugen = inhoud adresseerbaar: informatie over hetzelfde onderwerp wordt samen opgeslagen, zodat weten waarnaar wordt gezocht. Het menselijk geheugen is minder nauwkeurig, maar vaak kleurrijker en informatief.
- Computers zijn locatie-adresseerbaar: computers moet worden verteld waar informatie moet worden opgeslagen. Een ander verschil is dat informatie precies wordt opgeslagen in computers.
Wat is het episodisch geheugen?
bevat bijbehorende informatie met bepaalde tijden en plaatsen die persoonlijk en autobiografisch zijn.
Wat is het semantisch geheugen?
betreft algemene informatie en concepten die beschikbaar zijn in de omgeving en niet gebonden zijn aan een bepaalde context.
Waaruit bestaat het two store-model?
- sensorisch 2. korte termijn/werkgeheugen
3. lange termijn geheugen
Wat zijn volgens het two-store model de twee functies van het werkgeheugen?
actief houden en ophalen informatie
Hoe lang wordt informatie volgens het two-store model vast gehouden in het werkgeheugen en wanneer verdwijnt het?
20 tot 30 seconden en zonder herhaling verdwijnt het
Hoe kan een docent het WG ondersteunen?
informatie visueel en verbaal aan te bieden. Dit zorgt ervoor dat informatie lang genoeg in het wg gehouden wordt voor verdere cognitieve processen.
Waar hangt volgens het two store model het ophalen van kennis uit het lange termijn geheugen van af?
frequentie en nabijheid. Frequentie:Hoe vaker informatie voorbij is gekomen hoe krachtiger de presentatie.
Nabijheid: rvaringen die vlak na elkaar gebeuren worden gelinkt in het geheugen (wanneer je denkt aan de ene activiteit wordt de andere ook geactiveerd). Het geheugen heeft adresseerbare inhoud; informatie over hetzelfde onderwerp wordt bij elkaar opgeslagen (in tegenstelling tot computer; heeft opdracht nodig). Analogie voor de geest; bibliotheek; informatie in de geest is ook cross-referenced (op verschillende gebieden met elkaar gelinkt).
Wat zijn privacy effect en recency effect?
wanneer mensen een lijst met items moeten leren onthouden ze de eerste en de laatste items het best. Dit fenomeen wordt als volgt verklaard; de eerste items worden
het meest geoefend en zitten vervolgens in het LTG. De laatste items zitten op het moment van oproepen nog in het werkgeheugen.
Wat zijn de soorten kennis in het LTG
- Procedurele kennis
- Declaratieve kennis
- metacognitieve kennis
Wat is procedurele kennis
afdeling van het LTG waar herinneringen liggen opgeslagen over hoe dingen gedaan moeten worden (weten hoe) motorisch / Methoden waarbij je declaratieve kennis gebruikt (skiën of schaatsen)
Wat is declaratieve kennis?
afdeling van het LTG waar expliciete info wordt opgeslagen (weten wat). Definities, wetten, verschijnselen, enz. De kennis wordt opgeslagen als schema’s die kunnen bestaan uit netwerken, beelden en ordeningen.
Welke 2 soorten geheugen kun je onderscheiden bij declaratieve kennis?
Episodisch geheugen: informatie die wordt geassocieerd met tijd, plaats of gebeurtenis die persoonlijk is.
Semantisch geheugen: algemene kennis en informatie, niet gebonden aan een bepaalde context (deze worden in school geleerd, zoals betekenis van woorden of concepten).
Wat is metacognitieve kennis
Metacognitie betreft de kennis en vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren. / Kennis over hoe we zelf denken/leren.
volgens het two-store model in welke structuren kan de informatie opgeslagen worden?
Verbal: abstracte concepten
visueel: concrete objecten
Wat is het level of depth of processing theory conceptualiseert
geheugen volgens het type verwerking dat informatie ontvangt in plaats van de locatie. Deze theorie omvat geen stadia zoals het WG of het LTG maar er bestaan verschillende manieren om informatie te verwerken (niveaus of diepten):