Studietaak 0 Flashcards

1
Q

Welke drie kenmerken definiëren kennis?

A
  1. Het is een opvatting
  2. De opvatting moet waar zijn
  3. Er moet een rechtvaardiging bestaan voor de opvatting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke twee mogelijke toestanden kan de mens zich bevinden?

A
  1. Een overtuigingstoestand
  2. Een toestand van twijfel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Type onderzoek waarvan het verkrijgen van kennis een doel op zich is

A

Fundamenteel onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Type onderzoek dat verworven kennis toepast om bepaalde problemen op te lossen, onze maatschappij te verbeteren of om bepaalde nieuwe technologieën te ontwikkelen

A

Toegepast onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem de CRAAP-criteria

A

Currency
Relevance
Authority
Accuracy
Purpose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee type uitspraken bestaan er?

A
  1. Descriptieve uitspraken
  2. Normatieve uitspraken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uitspraken over wat is

A

Descriptieve uitspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitspraken over wat wenselijk is

A

Normatieve uitspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly