Structureel-strategische systeemtherapie Flashcards

1
Q

Leg de structurele visie uit + welke naam is hier belangrijk?

A
  • Salvador Minuchin
  • Hij stelde dat “familie- en sociale patronen een aanzienlijke rol spelen in de ontwikkeling en gedragingen van een individu”
    => de structuur van het gezin als voornaamste object van therapie
    => veranderingen in de gezinsstructuur en -interacties resulteren in + zijn nodig om te komen tot significante verbeteringen in het welzijn van alle gezinsleden
  • Rol van de therapeut = actieve rol: ruimte creëren voor verandering en groei
    => gezinsleden ondersteunen bij het ontwikkelen van gezondere interactiepatronen
    => gezinsleden uitdagen en confronteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg de strategische visie uit + welke naam is hier belangrijk?

A
  • Jay Haley
  • Therapie richt zich op het oplossen van specifieke problemen door het veranderen van de bestaande interactiepatronen binnen het gezinssysteem
  • Therapeutische interventies = directe en doelgerichte probleemoplossende technieken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kernaspecten van de structurele visie

A
  • Organisatie en hiërarchie binnen het gezin = ‘de structuur van het gezin’.
  • Therapeuten :
    –> onderzoeken hoe de gezinsleden met elkaar verbonden zijn en welke rol elk lid speelt in het gezinssysteem.
    –> sterke nadruk op het aspect van de grenzen tussen gezinsleden en subsystemen.
    –> Subsystemen zijn de kleinere eenheden binnen het gezin, zoals ouder-kind subsystemen of broers-zussen subsystemen.
    –> De interacties binnen en grenzen tussen deze subsystemen zijn cruciaal
  • Gezonde gezinsstructuur = gezinnen moeten in staat zijn om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden –> flexibel aanpassen aan verschillende levensfasen en uitdagingen: geen ‘survival of the fittest’, maar wel ‘survival of the most adaptive’.
  • Focus op huidige problemen, niet zozeer op verleden of individuele psychologische problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent hiërarchie en onder welke stroming hoort dit?

A
  • Structurele visie
  • Hiërarchie = de machtsstructuren binnen het gezin
    –> Een gezonde hiërarchie:
  • Ouders hebben en nemen de leiding, én kinderen kunnen autonomie ontwikkelen
  • Duidelijke maar flexibele grenzen die ruimte bieden voor zowel autonomie als verbondenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent parentificatie en onder welke stroming hoort dit?

A
  • Structurele visie
  • Een ongezonde dynamiek binnen het gezin:
  • waarbij een kind verantwoordelijkheden en rollen op zich neemt die eigenlijk de verantwoordelijkheid zijn van een ouder, zoals emotionele of praktische ondersteuning aan gezinsleden
  • vaak als reactie op de behoeften of problemen van de ouders
  • waarbij het kind niet de mogelijkheid krijgt om zich te ontwikkelen in de rol van kind, maar in plaats daarvan gedwongen wordt om zich als een volwassene te gedragen.
  • emotionele en psychologische gevolgen: gevoelens van schuld, angst en een verstoorde ontwikkeling van de eigen identiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 2 soorten gezinnen waarover wordt gesproken in de structurele visie?

A
  • Loszand-gezinnen
  • Kluwen-gezinnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Loszand-gezinnen

A
  • Rollen van gezinsleden en hiërarchie binnen het gezin : onduidelijk of verwarrend
  • Iedereen gaat en staat waar die wilt
  • Weinig momenten met elkaar om naar elkaars ervaringen te luisteren, te vertellen over wensen of bezorgdheden, om hun eigen behoeften te uiten of om grenzen aan te geven
  • Er is een hele grote autonomie maar weinig betrokkenheid op elkaar

Leidt tot:
- Verhoogde stress, eenzaamheid en angst, zowel bij ouders als kinderen.
- Volwassenen uit dergelijke gezinnen => problemen in hun eigen relaties, omdat ze moeite hebben met het aangaan van betrokken relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kluwen-gezinnen

A
  • Rollen van gezinsleden en hiërarchie binnen het gezin: zeer strikt geregeld
  • Niemand gaat en staat zomaar waar men wil, en alle belangrijke momenten worden doorgebracht met elkaar, er wordt zeer betrokkenheid op elkaar verwacht
  • Veel interactie, maar weinig emotionele verbinding
  • Weinig ruimte voor ‘individuele groei’, eigen behoeften te uiten of om persoonlijke grenzen aan te geven, geen ruimte voor autonomie of privacy
  • Autocratische leiding, vaak dominante ouder of ouders

Leidt tot:
- zeer dominante visie op relaties en op opvoeding (zowel kinderen als ouders)
- Volwassenen die uit dergelijke gezinnen => problemen ondervinden in hun eigen relaties, omdat ze moeite hebben met het aangaan van betrokken relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is detouring en onder welke stroming hoort dit?

A
  • Detouring (bliksemafleider) = ‘situatie waarin gezinsleden conflicten of problemen vermijden door zich te richten op/de aandacht te verleggen naar een derde partij of een ander probleem’ => waardoor onderliggende problemen genegeerd worden
  • Structurele visie
  • leidt tot vicieuze cirkel:
    vermijding -> gebrek aan effectieve communicatie -> emotionele afstand -> toenemende spanningen -> …. => problemen binnen de relatie blijven verborgen/onopgelost => problemen verergeren => gebrek aan affectieve communicatie -> emotionele afstand -> …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is scapegoating en bij welke stroming hoort dit?

A
  • Scapegoating = ‘proces waarbij één gezinslid (de ‘scapegoat’ of zondebok) verantwoordelijk wordt gehouden voor de problemen binnen het gezin, de schuld krijgt voor conflicten of spanningen, dus: focus op het beschuldigen van één persoon in plaats van het adresseren van de bredere gezinsproblemen
    => dit verhindert een eerlijke en open communicatie binnen het gezin
    => waardoor de echte problemen of dynamieken binnen het gezin onbesproken blijven
  • Structurele visie

Scapegoating leidt tot => gevoelens van isolatie, schuld en minderwaardigheid, verlies van autonomie en gezonde identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt er bedoeld met detouring inzetten als opportuniteit?

A
  • Detouring ook als opportuniteit inzetten: situaties waarin ‘detouring’ niet samengaat met ‘scapegoating’
  • Het is soms goed om de aandacht te verzetten, maar niet als vermijdingsmechanisme bv. in functie van gezamenlijke probleemoplossing (geen beschuldigingen zodat het niet leidt tot scapegoating)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de aspecten van de structureel-strategische aanpak?

A

1) Veranderen van de disfunctionele structuur/voorkomen dat dysfunctionele interactiepatronen zich blijven herhalen
2) Specifieke interventies hanteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke stroming is er op gericht om de disfunctionele structuur in gezinnen te veranderen?

A

Structureel-strategische stroming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan een therapeut helpen bij het veranderen van disfunctionele structuren binnen gezinnen?

A
  • In de therapie helpt de therapeut cliëntsystemen tot een gezondere dynamiek te komen
  • De therapeut doet dat door gelijktijdig in te zetten op 2 krachtlijnen:
    1) door grenzen te herdefiniëren
    2) en daarbij effectiever te communiceren over behoeften, gevoelens, gedachten, waarden en normen
    => Waardoor autonomie van elk gezinslid weer ruimte kan krijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt de ingezette verandering van de disfunctionele structuur binnen gezinnen in stand gehouden/versterkt?

A

Door 3 dynamieken:
1) de grotere functionaliteit van het subsysteem
2) veranderde referentiekaders van het gezinssysteem
3) de ermee gepaard gaande positieve interne en externe feedbackloops

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de grote groepen interventies vanuit de structureel-strategische inspiratie?

A

1) Identificeren van patronen en dynamieken
2) Ontwikkelen van een visie en draagvlak voor verandering
3) Verandering initiëren

17
Q

Interventie: identificeren van patronen en dynamieken

A
  • Het gebruik van een genogram helpt bij het in kaart brengen van de gezinsstructuur en familiegeschiedenis, wat helpend is voor het identificeren van patronen en dynamieken.
  • Rollenspelen bestaan erin gezinsleden hun interacties te laten naspelen. De therapeut kan ook een rol van een gezinslid aannemen, om patronen te doorbreken. Hierdoor kunnen gezinsleden inzicht krijgen in hun communicatie- en gedragsstijlen, wat kan leiden tot verandering
  • Duplo-popjes, of andere creatieve aanpak die de gezinsstructuur in beeld kunnen brengen
18
Q

Interventie: ontwikkelen van een visie en draagvlak voor verandering

A

Door gezinsleden te vragen om over toekomstige doelen en wensen te praten, kan de therapeut helpen bij het ontwikkelen van toekomstgerichte en hoopvolle perspectieven, en zodoende motiverend werken voor de gezinsleden.

19
Q

Interventie: verandering initiëren

A
  • Reframing is het herstructureren van de perceptie van een probleem. Door een andere context te bieden, andere duidingen te geven bij gedragsinteracties, patronen, of interpuncties, kunnen gezinsleden komen tot een andere visie op hun situaties – “Zo had ik het nog niet bekeken” -nieuwe manieren vinden om met situaties om te gaan
  • Paradoxale Interventies houden in dat de therapeut een gedrag aanmoedigt dat als problematisch wordt gezien, om zo de dynamiek van het probleem te doorbreken. Dit kan helpen om vastgeroeste patronen te verstoren.
  • Communicatieoefeningen, dit is het aanleren van effectieve communicatievaardigheden, helpen gezinsleden om beter met elkaar te interageren en conflicten op een constructieve manier aan te pakken.