Communicatietheorie en constructivisme Flashcards
1
Q
Wat heeft Paul Watzlawick ontwikkeld?
A
- richtte zich op de communicatie en interactie binnen gezinnen
- 5 axioma’s van communicatie (weerspiegelt de complexiteit van menselijke interacties) = netwerk van communicatieregels die een familiehomeostase besturen bv. zelfs als de status quo negatief is, kan het nog steeds moeilijk zijn om te veranderen (het blijft een dynamisch evenwicht, homeostase). Het uitgangspunt is dat men de weerstand tegen verandering maar moeilijk zal kunnen herkennen en erkennen, tenzij je die weerstand bekijkt door de lens van deze axioma’s
2
Q
Geef de 5 axioma’s van communicatie
A
- Men kan niet niet-communiceren
- Elke communicatie heeft een inhouds- en relatieaspect
- De interpunctie in de communicatie bepaalt mee de beleving van een relatie
- Menselijke communicatie omvat zowel digitale als analoge modaliteiten
- Intermenselijke communicatie is symmetrisch, of is complementair
3
Q
- Men kan niet niet-communiceren
A
- Elk gedrag is een vorm van communicatie
- Ook als iemand zwijgt of probeert niet te communiceren = op een manier die door anderen kan worden geïnterpreteerd
- “Symptoomstrategie” = gedrag waarbij iemand het eigen gedrag (zoals slaperigheid of hoofdpijn) gebruikt om stilzwijgen te rechtvaardigen
–> om de interpretatie bij anderen van het stilzwijgen of de afwezigheid richting te geven, weg van de ‘echte’ onderliggende reden
4
Q
- Elke communicatie heeft een inhouds- en relatieaspect
A
- Elke boodschap bevat niet alleen inhoudelijke informatie (inhoudsaspect), maar ook informatie over de relatie tussen de partners of gezinsleden (het relatieaspect).
- Relatie-aspect = het “meta-communicatieve aspect” = context aan de boodschap => hoe de boodschap wordt begrepen
5
Q
- De interpunctie in de communicatie bepaalt mee de beleving van een relatie
A
= de manier waarop gesprekspartners aan de reeks gebeurtenissen betekenis geven
- de beleving van de situatie is verschillend voor de betrokken gesprekspartners
- elk heeft een eigen perspectief => beïnvloedt de dynamiek van de relatie
6
Q
- Menselijke communicatie omvat zowel digitale als analoge modaliteiten
A
- digitale modaliteit = verbale = de letterlijke betekenis van woorden
- analoge modaliteit = non-verbale (analoge) communicatie, signalen
7
Q
- Intermenselijke communicatie is symmetrisch, of is complementair
A
- Dit axioma verwijst naar de machtsdynamiek in communicatie.
- Symmetrische communicatie : tussen gelijkwaardige partners
- Complementaire communicatie : tussen partners met verschillende machtsposities 1) one-up (dominant) bv. iemand neemt heel lang het woord en geeft geen ruimte aan de ander. Deze positie kan ook als psycholoog genomen worden 2) one-down (onderdanig) bv. iemand die de hele tijd luistert, je start als een stagiair en je wilt zien hoe dingen lopen. Maar ook als psycholoog –> we gaan eens luisteren
8
Q
Wat gebeurt er als je niet voldoende wisselt tussen one up en one down?
A
Dan loop je vast in uw communicatie –> complementair
9
Q
Mara Selvini Palazzoli
A
- systemische constructivistische benadering van gezinstherapie
- schizofrenie is geen diagnose/etiket op de identiteit en zelfbeeld van de patiënt, er wordt gesproken van families in schizofrene transacties
- ze hield consultaties met grotere systemen dan enkel gezinssystemen bv. schoolsysteem
10
Q
Beschrijf de constructivistische visie
A
- kennis van de wereld = menselijke en sociale construct: de menselijke geest is op zoek naar het leren kennen van de wereld en geeft actief betekenis en orde aan de realiteit die ons omringt: we reageren op een betekenis-gegeven wereld (subjectief)
- wereld en ervaringen op zinvolle wijze be-grijpen door systemen te creëren: grip krijgen op mijn wereld
11
Q
Autopoietische systemen
A
- een systeem dat zichzelf kan produceren en onderhouden door zijn eigen onderdelen te creëren
- bv. een gezin = een autopoietische systeem = een georganiseerd eenheid van componenten
(i) die door hun interacties en transformaties het netwerk van relaties dat hen heeft geproduceerd, telkens opnieuw genereert
(ii) bestaat als een concrete eenheid in de ruimte - in tegenstelling tot een allopoëtisch systeem: een georganiseerde structuur die iets nieuws produceert dat iets anders is dan zichzelf bv. bierbrouwerij
12
Q
Wat betekent circulair bevragen in gezinssystemen?
A
- Circulaire vragen nodigen de cliënt uit om iets over een ander te zeggen in het bijzijn van die ander.
–> Op deze manier hoort de ene hoe er door de ander wordt gedacht over een probleem of over elkaar.
–> Men verwoordt wat men voelt, denkt of ervaart, in het bijzijn van de ander(en). - bevordert reflectie en brengt informatie binnen in het gesprek waarover dan opnieuw in communicatie kan gegaan worden.
- andere gezinsleden krijgen zo op een veilige, zorgzame en gestructureerde manier de gelegenheid om te reageren op wat er gezegd wordt + kunnen aansluitend opnieuw eigen inbreng doen
- vanuit de premisse dat men niet kan niet-communiceren => elke reactie op een circulaire vraag in de therapiesessie = een bruikbaar antwoord om weer mee verder te kunnen.
13
Q
Geef de voordelen van circulair bevragen in gezinssystemen
A
- Door gezinsleden te vragen hoe anderen zich voelen of wat ze denken => empathie aangemoedigd => betere onderlinge emotionele verbondenheid.
- Door de vragen aan meerdere gezinsleden te stellen => verschillende perspectieven en dynamieken zichtbaar => problemen ook vanuit een ander gezichtspunt te bekijken en de eigen visie op onderlinge relaties bij te stellen.
- Stimuleren gezinsleden om naar elkaar te luisteren => meer open en ondersteunende sfeer
- Helpen om nieuwe manieren van denken te ontwikkelen en andere manieren van reageren te verkennen => gedragsverandering => verbetering van de gezinsdynamiek
- Circulair bevragen vraagt alle gezinsleden om actief deel te nemen aan het gesprek => ieders betrokkenheid op elkaar en om de gezinsdynamieken te vergroten + stimuleren het nemen van verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de gezinsrelaties