Stoa Flashcards
1
Q
Door wie was de Stoïsche school opgericht? En wie verfijnde de leer?
A
Gesticht rond 300 door Zeno van Citium (334-261)
Grote verfijning door 3e leider, Chrysippus (280-205)
2
Q
Noem een aantal kenmerken van de Stoïsche metafysica.
A
- De werkelijkheid is lichamelijk
- De werkelijkheid is redelijk
- Twee principes: God + Materie
- Uit een redelijke god volgt;
a) determinisme
b) doelmatige inrichting kosmos (teleologie)
3
Q
Wat is de rol van God bij de Stoa?
A
God heeft het goed met de mens voor (voorzienigheid)
4
Q
Hoe kenmerkt de Stoïsche ethiek zich?
A
- De mens beschikt over de rede;
- De mens kan daardoor redelijk leven (in overeenstemming met de natuur);
- slechts wijsheid (deugd) is goed
5
Q
Wat is de phantasia kataleptikê?
A
Dit is de cognitieve indruk:
Dit is een betrouwbare indruk, want:
1. Geeft weer wat is
2. Gestempeld en afgedrukt exact zoals het is
3. Zodanig dat het niet van iets niet-zijnds komt