Plotinus en Proclus

Question 1

Wie was Plotinus?

Answer 1

• Egypte 205 - Rome 270
• Studeerde bij Ammonius Saccas
• Zijn traktaten zijn gepubliceerd door Porphyrius in 6 series van 9 (Enneaden)
• Typisch: hij verwijst niet expliciet naar eerdere theorie en begint bij wat wij kunnen navolgen

Question 2

Wat is het Ene?

Answer 2

• een kenmerk van élk zijnde dat het één is.
• het principe van Eenheid heerst over alles. (De vorm ‘Mens’ staat bijv. enkel boven mensen.)
• de hoogste oorzaak is daarom het Ene.
• -> Dit Ene is bóven het Zijn.

Question 3

Waarom voldoet de Middenplatoonse God niet?

Answer 3

1. Vormen als Eén-Vele.
2. Een zichzelf denkende God is denker en gedachte.

Om beide redenen is het ‘Intellect’ niet één, en daarom niet het hoogste.

Question 4

Wat zijn Plotinus’ hypostasen?

Answer 4

1. Het Ene
2. Intellect (de zelfdenkende)
3. Ziel (de materie bewegende)

(materie)

Alle hypostasen hebben een eigen zijn

Question 5

Als het Ene zo één is, waarom komt er dan überhaupt iets uit voort?

Answer 5

• Vergelijk de overvloed van de zon, een bron.
• Het Zijn ‘vloeit voort’ uit het Ene: emanatie.

Alles wil ook weer naar zijn oorzaak: reversie.

Question 6

Wat zijn de Ethische implicaties in het filosofisch stelsel van Plotinus?

Answer 6

Ons goed is onze oorzaak: keer terug!

• De weg naar boven gaat via binnen.
• Laat je niet door materie afleiden!

Question 7

Wie was Proclus?

Answer 7

• 414-485
• Hoofd v/d Platoonse school in Athene
• Veel van zijn werk is overgeleverd. Autoriteit = pseudo-Dionysius.
• Waarschijnlijk zijn veel van wat wij nu als zijn ideeën zien eigenlijk die van Iamblichus (ca. 240-325).

Question 8

Wat gebeurt er met Plotinus’ drie hypostasen na de invloed van Proclus?

Answer 8

• Plotinus’ drie hypostasen worden steeds verder onderverdeeld.
• Dit is ingegeven door de wens om verschillen te overbruggen / te lijmen.
• Met name het Intellect krijgt 3 niveaus:
  1. Zijn
  2. Leven
  3. Intellect

Question 9

Hoe probeert Proclus het probleem van participatie op te lossen?

Answer 9

Hij onderscheidt:

1. Ongeparticipeerde Vorm (transcendent, één)
2. Geparticipeerde Vorm (immanent, vele)
3. Participant (de [individuele] substantie)

Zo ook met het Intellect:

1. Ongeparticipeerde Intellect (transcendent)
2. Geparticipeerde Intellect (in intelligente wezens)
3. Participanten (o.a. wij)

Question 10

Wat is Proclus’ opvatting wat betreft de oorzaken van dingen?

Answer 10

Hoe hoger de oorzaak, hoe verder hij werkt:

EEN --> Materie
Zijn --> Elementen
Leven --> Planten
Intellect --> Dieren
Rationele ziel --> Rationele wezens

(–> staat voor de ‘oorzakelijke werking’)

m.a.w. de materie is goed!