Stamtijden deel 3 Flashcards
Gieten
goot, gegoten
glijden
gleed, gegleden
glimmen
glom, geglommen
graven
groef, gegraven
grijpen
greep, gegrepen
hangen
hing, gehangenhe
hebben
had, gehad
heffen
hief, geheven
helpen
hielp, geholpen
hijsen
hees, gehesen
houden
hield, gehouden
jagen
joeg, gejaagd
kiezen
koos, gekozen
kijken
keek, gekeken
klimmen
klom, geklommen
klinken
klonk, geklonken
knijpen
kneep, geknepen
steken
stak, gestoken
stelen
stal, gestolen
sterven
stierf, gestorven
slijpen
sleep, geslepen
slinken
slonk, geslonken
sluipen
sloop, geslopen
sluiten
sloot, gesloten
smelten
smolt, gesmolten
smijten
smeet, gesmeten
snijden
sneed, gesneden
snuiten
snoot, gesnoten
snuiven
snoof, gesnoven
spannen
spande, gespannen
spijten
speet, gespeten
splijten
spleet, gespleten
spreken
sprak, gesproken
springen
sprong, gesprongen
spugen
spoog, gespogen
spuiten
spoot, gespoten
staan
stond, gestaan
weten
wist, geweten
wijzen
wees, gewezen
willen
wou gewild