Soorten en populaties Flashcards

1
Q

Abiotische factoren

A

Alle invloeden uit de levenloze natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Accumulatie

A

Ophoping, vaak gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beperkende factoren

A
  1. Factor die de snelheid van een proces laag houdt 2. Factor die het aantal individuen in een populatie laag houdt - bijv. voedsel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Binomale naamgeving

A

De wetenschappelijke naamgeving die bestaat uit twee delen; de geslachtsnaam en soortsnaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Biologische bestrijding

A

Bestrijden van plagen met biologische methoden, bijv. door een natuurlijke vijand te gebruiken of gebruik te maken van lokstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biotische factoren

A

Alle invloeden uit de levende natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Carnivoor

A

Vleeseter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Commensalisme

A

Type van symbiose, waarbij de individuen van de ene soort voordeel hebben en de individuen van de andere soort geen nadeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ecologie

A

Bestudeert de dynamiek van de wisselwerking tussen organismen, populaties of levensgemeenschappen (de biotische milieufactoren) en de relaties tussen organismen, populaties, levensgemeenschappen of landschappen en de niet-biologische omgeving (de abiotische milieufactoren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Epifytisme

A

Epifyten zijn organismen die op planten groeien zonder hieraan voedsel te onttrekken (in tegenstelling tot parasieten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Habitat

A

Leefomgeving van een organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Herbivoor

A

Planteneter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hybride

A

Nakomeling van twee verschillende soorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Korstmossen

A

Zijn symbiosevormen tussen een schimmel en een fotosynthetisch organisme (een alg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Levensgemeenschap

A

Alle populaties die in een bepaald gebied leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mutualisme

A

Type van symbiose waarbij de individuen van beide soorten voordeel hebben

17
Q

Niche

A

Ecologische nis - de rol die een soort in het geheel van relaties in het ecosysteem.

18
Q

Ontsnippering

A

Het weer samenvoegen van kleine stukken leefgebied

19
Q

Optimum

A

Een kromme waarbij het verband tussen een factor en een activiteit is uitgezet, bijv. verband tussen temperatuur en enzymactiviteit: er is een beste temperatuur(optimum), waarbij de enzymactiviteit het hoogst is.

20
Q

Parasitisme

A

Type van symbiose waarbij het ene individu voordeel heeft en het andere individu nadeel ondervindt, voordeel en nadeel in de zin van negatieve beïnvloeding van de levensverwachting

21
Q

Populatie

A

Groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten

22
Q

Predatie

A

Het doden en als voedsel gebruiken van dieren

23
Q

Schakel

A

Een voedselketen is opgebouwd uit schakels

24
Q

Soort

A

Organismen die onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen krijgen

25
Symbiose
Langdurige samenleving van individuen van verschillende soorten. Er bestaan drie typen van symbiose: mutualisme, commensalisme en parasitisme
26
Taxonomie
De wetenschappelijke indeling van soorten
27
Territornium
Gebied dat door een of meer individuen van een soort wordt bezet en tegen binnendringende soortgenoten wordt verdedigd
28
Tolerantiegrens
De uiterste waarde van een abiotische milieufactor, waarbij individuen van een soort nog net in leven blijven
29
Versnippering
Het opdelen van het leefgebied in kleine stukken
30
Voedselketen
Een reeks van soorten, te beginnen bij een producent, waarbij elke soort voedselbron is voor de volgende
31
Voedselweb
Geheel van voedselrelaties binnen een levensgemeenschap