Sociaal en cultureel kapitaal Flashcards
Sociaal kapitaal
Het geheel aan bestaande of potentiele hulpbronnen dat voortvloeit uit iemands sociale netwerk. Sociaal kapitaal bestaat uit deel van het netwerk dat gemobiliseerd kan worden. De gevestigden in het veld behouden hun positie op basis van hun contacten.
Armoede
Er is sprake van armoede wanneer iemand niet de financiële mogelijkheden heeft om te kunnen beschikken over de goederen en voorzieningen die in zijn/haar samenleving als minimaal noodzakelijk gelden. Hierdoor is adequate maatschappelijke participatie niet mogelijk en dreigt sociale uitsluiting.
Kenmerken van armoede
- Absoluut begrip, maar ook relatief omdat volwaardige maatschappelijke participatie context gebonden is.
- Meerdere dimensies dan alleen tekort aan financiële middelen; niet aan maatschappelijke leven deel kunnen nemen, stress klachten
- Duur: iemand kan lang of kort in armoede leven
Cultureel kapitaal
Het geheel van culturele goederen en leefstijl die van generatie op generatie wordt doorgegeven bijv. gezin of op school.
P Bourdieu - kunstzinnige smaak wordt bepaald door sociale context
- Elite bepaalt wat kunst is
- Elite zorgt ervoor dat haar smaak en kunst de ‘legitieme cultuur’ is
- Door verschil in smaak en cultuur stelt elite positie veilig (hoge vs. lage cultuur)
Culturele omnivoor
Hoger opgeleiden: cultureel actief en waardering voor veel verschillende kunstvormen. Lager opgeleiden: minder cultureel actief en beperkte interesse.
De culturele omnivoor (Richard Peterson)
De omgekeerde smaakpiramide:
- Een brede diversiteit aan culturele voorkeuren bij groepen met een hogere status (=omnivoor)
- Een klein pallet aan culturele voorkeuren bij groepen met een lagere status (=univoor)
- Culturele elite hecht vooral waarde aan authenticiteit