Les 4 Sociaal kapitaal Flashcards

1
Q

Robert Putnam (1941)

A

Politicoloog, bekend door het boek: Bowling Alone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zag Putnam gebeuren?

A

Putnam zag verstrekkende consequenties. Naarmate mensen minder op elkaar betrokken zijn, minder met elkaar delen in bijv. verenigingen, buurtverbanden of actiecomités. Zo slinkt het vertrouwen van mensen in instellingen, in politieke partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociaal kapitaal (Putnam)

A
  • De aanwezigheid van vertrouwen in medeburgers
  • het hanteren van normen van wederkerigheid
  • het bestaan van netwerken binnen een samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken sociaal kapitaal

A
  • Een samenleving rijk aan sociaal kapitaal zal zowel florerende politieke instellingen kennen als gezonde economische groei. Het sociaal kapitaal vergemakkelijkt immers de samenwerking tussen burgers.
  • Sociaal kapitaal versterkt samenwerkingsverbanden en stimuleert gemeenschappelijk handelen
  • Sociaal kapitaal draag bij aan sociale cohesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociaal kapitaal in de wijk

A
  • Sociaal kapitaal heeft invloed op veiligheid in de buurt

- Dus belangrijk om sociale cohesie in een wijk te bevorderen, dit zorgt voor meer sociaal kapitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Weinig sociaal kapitaal

A

Een maatschappij met weinig sociaal kapitaal en dus weinig intermenselijk vertrouwen, wordt slechter geregeerd doordat het wantrouwen tussen mensen zich doorvertaald in het politieke systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bonding

A

Verbroedering binnen een homogene groep. Mensen met gezamenlijke achtergrond of gezamenlijk belangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bridging

A

Bruggen bouwen naar andere groepen. Door bridging ontstaan sterkere netwerken, die status, klasse en achtergrond overstijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Linking

A

De mate waarin individuen relaties opbouwen met de instellingen en personen die relatieve macht over hen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lichte gemeenschappen

A

Gemeenschappen die men kortstondig betreedt en verlaat naar eigen inzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly