SM3. Thermodynamica Flashcards

1
Q

Met welke formule kan je de temperatuur omrekenen van °C naar K?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) K = °C + 273
B)) K = °C + 237
C)) K = °C – 273
D)) K = °C – 237
E)) K = °C + 32

A

Oplossing;
A)) K = °C + 273

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

“Met welke formule ka n je de temperatuur omrekenen van °C naar °F?”
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) °F = -32 – 9/5 ∙ °C
B)) °F = 32 + 9/5 ∙ °C
C)) °F = 32 – 9/5 ∙ °C
D)) °F = -32 + 9/5 ∙ °C

A

Oplossing;
B)) °F = 32 + 9/5 ∙ °C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Met hoeveel graden Celsius komt een temperatuursverandering van 1K overeen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) geen correct antwoord
B)) Een temperatuursverandering van 9/5 °C = 1 K
C)) Een temperatuursverandering van 1 °C = 1 K
D)) Een temperatuursverandering van 1 °C = 9/5 K

A

Oplossing;
C)) Een temperatuursverandering van 1 °C = 1 K

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal Kelvin is altijd 273 graden hoger dan het aantal graden Celsius. Dit wil zeggen dat een temperatuursverandering van 1 °C overeenkomt met een temperatuursverandering van 1 K.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Met hoeveel graden Fahrenheit komt een temperatuursverandering van 1 K overeen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een temperatuursverandering van 1 °F = 9/5 K
B)) Een temperatuursverandering van 1 °F = 5/9 K
C)) geen correct antwoord
D)) Een temperatuursverandering van 1°F = 1 K

A

Oplossing;
B)) Een temperatuursverandering van 1 °F = 5/9 K

Opmerking(en):
Algemeen: “Het makkelijkste zou zijn om hier met een getallenvoorbeeld te werken.

Laten we bijvoorbeeld de temperaturen; 0 °F en 1 °F omvormen van °F naar °C. Hierbij is 0 °F = –160/9 °C en 1 °F = -155/9 °C.
Een temperatuursverandering van 0 °F naar 1 °F is, in °C, een temperatuursverandering van –160/9 °C naar –155/9 °C.
Een temperatuurverschil van 1 °F, komt dus overeen met een temperatuurverschil van (–155/9 – –160/9 =) 5/9 °C.
Vervolgens moeten we deze temperatuursverandering nog omzetten naar Kelvin. Aangezien het aantal Kelvin altijd 273 graden hoger ligt dan het aantal graden Celsius, zal een temperatuursverandering van 5/9 °C ook overeenkomen met een temperatuursverandering van 5/9 K.

Dit had je ook in de omgekeerde richting kunnen doen, bijvoorbeeld door de temperatuur, in °F, te berekenen bij 0 °C (= 32 °F). Daar had je vervolgens 1 °F kunnen bijtellen (= 33 °F), waarna je kan berekenen met hoeveel graden Celsius dit overeenkomt. Ingevuld krijgen we; 33 = C∙9/5 + 32 → 33 – 32 = C∙9/5 → 1 = C∙9/5 → 1/(9/5) = C = 5/9.
Een temperatuursverandering van 32 °F naar 33 °F is (in °C) een temperatuursverandering van 0 °C naar 5/9 °C. Een temperatuurverschil van 1 °F komt dus overeen met een temperatuurverschil van 5/9 °C.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij hoeveel graden Fahrenheit is de absoluut temperatuur gelijk aan 0 K. (gebruik rekenmachine maar)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 0 K = - 305 °F
B)) 0 K = - 120 °F
C)) 0 K = - 273 °F
D)) Geen correct antwoord.
E)) 0 K = - 459 °F

A

Oplossing;
E)) 0 K = - 459 °F

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Met hoeveel graden Celsius komt een temperatuur van 68 °F overeen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 68 °F = 154,4 °C
B)) 68 °F = 341 °C
C)) 68 °F = (500/9) °C
D)) 68 °F = 20 °C
E)) 68 °F = 293 °C

A

Oplossing;
D)) 68 °F = 20 °C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Met hoeveel graden Fahrenheit komt een temperatuur van 298 K overeen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 298 K = 25 °F
B)) 298 K = 77 °F
C)) 298 K = 22 °F
D)) 298 K = 13 °F
E)) 298 K = 54 °F

A

Oplossing;
B)) 298 K = 77 °F

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

20 ° C = … K
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 253 K
B)) -253 K
C)) 293 K
D)) 257 K
E)) - 257 K

A

Oplossing;
C)) 293 K

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal Kelvin is altijd 273 graden hoger dan het aantal graden Celsius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

40 ° C = … K
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 40 K
B)) 313 K
C)) 353 K
D)) 277 K
E)) 197 K

A

Oplossing;
B)) 313 K

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal Kelvin is altijd 273 graden hoger dan het aantal graden Celsius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

60 ° C = … K
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) - 297 K
B)) 333 K
C)) 213 K
D)) - 213 K
E)) 297 K

A

Oplossing;
B)) 333 K

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal Kelvin is altijd 273 graden hoger dan het aantal graden Celsius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

80 °C = … K
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 217 K
B)) 353 K
C)) 237 K
D)) 80 K
E)) 393 K

A

Oplossing;
B)) 353 K

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal Kelvin is altijd 273 graden hoger dan het aantal graden Celsius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Water op zeeniveau bevriest bij een temperatuur van … K
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 0 K
B)) 100 K
C)) 273 K
D)) -273 K
E)) - 100 K

A

Oplossing;
C)) 273 K

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal Kelvin is altijd 273 graden hoger dan het aantal graden Celsius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

100 K = … °C
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 373 °C
B)) 337 °C
C)) 137 °C
D)) -173 °C
E)) 173 °C

A

Oplossing;
D)) -173 °C

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal graden Celcius is altijd 273 graden lager dan het aantal Kelvin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

200 K = … °C
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 73 °C
B)) - 37 °C
C)) 37 °C
D)) 200 °C
E)) -73 °C

A

Oplossing;
E)) -73 °C

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal graden Celcius is altijd 273 graden lager dan het aantal Kelvin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

300 K = … °C
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 27 °C
B)) - 73 °C
C)) 73 °C
D)) 63 °C
E)) - 63 °C

A

Oplossing;
A)) 27 °C

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal graden Celcius is altijd 273 graden lager dan het aantal Kelvin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

0 K = … °C
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 273 °C
B)) - 273 °C
C)) 32 °C
D)) 237 °C
E)) 0 °C

A

Oplossing;
B)) - 273 °C

Opmerking(en):
Algemeen: Het aantal graden Celcius is altijd 273 graden lager dan het aantal Kelvin.

17
Q

Wat is latente warmte?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Latente warmte is warmte die tot een temperatuursverandering leidt.
B)) Latente warmte is warmte die ontstaat tijdens convectie.
C)) Latente warmte is warmte die ontstaat tijdens conductie.
D)) Latente warmte is de aan- of afgevoerde warmte die geen temperatuursverandering als gevolg hebben.
E)) Latente warmte is warmte die ontstaat tijdens straling.

A

Oplossing;
D)) Latente warmte is de aan- of afgevoerde warmte die geen temperatuursverandering als gevolg hebben.

18
Q

Met welk toestel kan men de geproduceerde warmte meten?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een calorimeter.
B)) Een energiemeter.
C)) Een thermometer.
D)) Een Kelvinmeter.

A

Oplossing;
A)) Een calorimeter.

19
Q

Wat is warmte? (Definitie)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Warmte is het verschil in energie tussen twee temperaturen.
B)) Warmte is een temperatuurverschil.
C)) Warmte is de hoeveelheid energie dat een systeem bezit o.w.v. de temperatuur van dat systeem.
D)) Warmte is de energie die men in de praktijk moet toevoegen om de temperatuur constant te houden.
E)) Warmte is de overdracht van energie o.w.v. een temperatuurverschil.

A

Oplossing;
E)) Warmte is de overdracht van energie o.w.v. een temperatuurverschil.

20
Q

Op basis van welk fysisch principe werkt een kwikthermometer?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Elektrische weerstand.
B)) Elektrische stroom.
C)) Thermische uitzetting.
D)) Spanningsverschil.

A

Oplossing;
C)) Thermische uitzetting.

21
Q

Op basis van welk fysisch principe werkt een thermokoppel?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Elektrische stroom
B)) Elektrisch spanningsverschil
C)) Elektrische weerstand
D)) Thermische uitzetting

A

Oplossing;
B)) Elektrisch spanningsverschil

22
Q

Welke thermometer werkt o.b.v. een spanningsverschil tussen twee verschillende metalen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Kwikthermometer
B)) Thermokoppel
C)) Bimetaal thermometer
D)) Ratiometer
E)) RTD (resistance temperature detector)

A

Oplossing;
B)) Thermokoppel

23
Q

Op basis van welk fysisch principe werkt een bimetaalthermometer?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Elektrische stroom.
B)) Spanningsverschil.
C)) Elektrische weerstand.
D)) Thermische uitzetting.

A

Oplossing;
D)) Thermische uitzetting.

24
Q

Welke thermometer werkt o.b.v. thermische expansie/uitzetting?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Thermokoppel
B)) Ratiometer
C)) Wheatstone bridge
D)) RTD (resistance temperature detector)
E)) Bimetaal thermometer

A

Oplossing;
E)) Bimetaal thermometer

25
Waarom gebruikt men voor een RTD meestal platina? . (Probeer eerst zonder MCQ!) . . **A))** Omdat platina economisch gezien het voordeligste is. **B))** Omdat de verandering van de weerstand van platina relatief gezien zeer groot is bij een temperatuursverandering waardoor meetresultaten veel nauwkeuriger zijn. **C))** Omdat platina een zeer hoge smelttemperatuur heeft waardoor het meetbereik groot genoeg is. **D))** Omdat dit een afgesproken standaard is geworden zodat een defecte meetsonde snel te veranderen is zonder deze opnieuw te moeten te kalibreren. **E))** Omdat de verandering van de weerstand van platina relatief lineair is met de temperatuur.
**Oplossing;** **E))** Omdat de verandering van de weerstand van platina relatief lineair is met de temperatuur. **Opmerking(en):** Algemeen: De weerstand die relatief lineair verandert met de temperatuur wil zeggen dat een temperatuursverandering van 1°C bij 'elke' temperatuur (ongeveer) hetzelfde weerstandsverschil geeft.