SM2.3. Dynamica Flashcards
Wat zegt de eerste wet van Newton?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De dynamische verandering (= versnelling) van een lichaam is evenredig met de uitgeoefende kracht en vindt plaats in de richting waarin de kracht werkt.
B)) Elke actie heeft een gelijke, maar tegengestelde reactie.
C)) Een lichaam in rust, blijft in rust en een lichaam in beweging blijft bewegen met een constante snelheid, zolang alle actiekrachten in evenwicht zijn met elkaar.
D)) De verandering in snelheid van de impuls van een lichaam is evenredig met de uitgeoefende kracht en vindt plaats in de richting waarin de kracht werkt.
Oplossing;
C)) Een lichaam in rust, blijft in rust en een lichaam in beweging blijft bewegen met een constante snelheid, zolang alle actiekrachten in evenwicht zijn met elkaar.
Opmerking(en):
Algemeen: “Deze definitie kan ook anders geformuleerd worden, bijvoorbeeld;
De bewegingstoestand van een lichaam verandert niet indien er geen resulterende krachten op inwerken. Of nog anders verwoord; de bewegingstoestand van een lichaam verandert niet indien de som van alle kracht op het systeem gelijk is aan 0.”
A)) Dit is de tweede wet van Newton.
B)) Dit is de derde wet van Newton.
Wat zegt de tweede wet van Newton?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Elke actie heeft een gelijke, maar tegengestelde reactie.
B)) De verandering in snelheid van de impuls van een lichaam is evenredig met de uitgeoefende kracht en vindt plaats in de richting waarin de kracht werkt.
C)) De dynamische verandering (= versnelling) van een lichaam is evenredig met de uitgeoefende kracht en vindt plaats in de richting waarin de kracht werkt.
D)) Een lichaam in rust blijft in rust en een lichaam in beweging blijft bewegen met een constante snelheid, zolang alle actiekrachten in evenwicht zijn met elkaar.
Oplossing;
C)) De dynamische verandering (= versnelling) van een lichaam is evenredig met de uitgeoefende kracht en vindt plaats in de richting waarin de kracht werkt.
Opmerking(en):
Algemeen: “Deze definitie kan ook anders geformuleerd worden, bijvoorbeeld;
F = m ∙ a , of ““Bij constante massa is de versnelling van een voorwerp evenredig met de grootte van de netto kracht op het voorwerp en omgekeerd evenredig met de massa van het voorwerp.”””
A)) Dit is de derde wet van Newton.
D)) Dit is de eerste wet van Newton.
Wat zegt de derde wet van Newton?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Elke actie heeft een gelijke, maar tegengestelde reactie.
B)) De dynamische verandering van een lichaam is evenredig met de uitgeoefende kracht en vindt plaats in de richting waarin de kracht werkt.
C)) De verandering in snelheid van de impuls van een lichaam is evenredig met de uitgeoefende kracht en vindt plaats in de richting waarin de kracht werkt.
D)) Een lichaam in rust, blijft in rust en een lichaam in beweging blijft bewegen met een constante snelheid, zolang alle actiekrachten in evenwicht zijn met elkaar.
Oplossing;
A)) Elke actie heeft een gelijke, maar tegengestelde reactie.
Opmerking(en):
B)) Dit is de derde wet van Newton.
D)) Dit is de eerste wet van Newton.
Van welke factor(en) is traagheid afhankelijk?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De versnelling.
B)) De massa en de ligging/spreiding van de massa rond het rotatiepunt.
C)) De massa en de versnelling.
D)) De massa.
Oplossing;
D)) De massa.
Wat is een traagheidsmoment?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het verzet tegen een rotatiebeweging.
B)) Het verzet tegen de verandering van rotatiebeweging.
C)) Het verzet tegen een verandering van een verschuiving/verplaatsing.
D)) Het verzet tegen een verschuiving/verplaatsing.
Oplossing;
B)) Het verzet tegen de verandering van rotatiebeweging.
Welk begrip wordt hier beschreven? “Het verzet tegen de verandering van beweging”
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De traagheid.
B)) De wrijvingscoëfficiënt.
C)) Het gewicht.
D)) De viscositeit.
E)) De wrijvingskracht.
Oplossing;
A)) De traagheid.
Van welke factor(en) is het traagheidsmoment afhankelijk?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De massa en de versnelling.
B)) De versnelling.
C)) De massa
D)) De massa en de ligging/spreiding van de massa rond het rotatiepunt.
E)) De snelheid.
Oplossing;
D)) De massa en de ligging/spreiding van de massa rond het rotatiepunt.
Wanneer ontstaat wrijving of een wrijvingskracht?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Als twee voorwerpen t.o.v. elkaar bewegen.
B)) Als twee voorwerpen t.o.v. elkaar trachten te bewegen.
C)) Als twee voorwerpen t.o.v. elkaar bewegen of trachten te bewegen.
Oplossing;
C)) Als twee voorwerpen t.o.v. elkaar bewegen of trachten te bewegen.
Wat is statische wrijving?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een wrijvingsweerstand waarvan de grootte niet afhankelijk is van de normaalkracht.
B)) De wrijvingsweerstand tussen twee voorwerpen die stilstaan t.o.v. elkaar.
C)) Een wrijvingsweerstand waarvan de grootte niet afhankelijk is van de snelheid.
D)) De wrijvingsweerstand tussen twee voorwerpen die bewegen t.o.v. elkaar.
E)) Een wrijvingsweerstand waarvan de grootte niet afhankelijk is van het gewicht.
Oplossing;
B)) De wrijvingsweerstand tussen twee voorwerpen die stilstaan t.o.v. elkaar.
Wat is dynamische wrijving?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een wrijvingsweerstand waarvan de grootte afhankelijk is van het gewicht.
B)) Een wrijvingsweerstand waarvan de grootte afhankelijk is van de normaalkracht.
C)) Een wrijvingsweerstand waarvan de grootte afhankelijk is van de snelheid.
D)) De wrijvingsweerstand tussen twee voorwerpen die t.o.v. elkaar bewegen.
E)) De wrijvingsweerstand tussen twee voorwerpen die stilstaan t.o.v. elkaar.
Oplossing;
D)) De wrijvingsweerstand tussen twee voorwerpen die t.o.v. elkaar bewegen.
Welke uitspraak m.b.t. massa en gewicht is juist.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De hoeveelheid massa dat een voorwerp bezit is onafhankelijk van de locatie, terwijl het gewicht wel afhankelijk is van de locatie.
B)) De hoeveelheid massa en het gewicht van een voorwerp zijn afhankelijk van de locatie.
C)) De hoeveelheid massa dat een voorwerp bezit is afhankelijk van de locatie terwijl het gewicht wel onafhankelijk is van de locatie.
D)) De hoeveelheid massa en het gewicht van een voorwerp zijn onafhankelijk van de locatie.
Oplossing;
A)) De hoeveelheid massa dat een voorwerp bezit is onafhankelijk van de locatie, terwijl het gewicht wel afhankelijk is van de locatie.
Welke grootheid wordt hier beschreven? “De hoeveelheid materie van een voorwerp.”
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het gewicht van dat voorwerp.
B)) De dichtheid van dat voorwerp.
C)) Het volume van het voorwerp.
D)) De inhoud van dat voorwerp.
E)) De massa van dat voorwerp.
Oplossing;
E)) De massa van dat voorwerp.
Welke grootheid wordt hier beschreven? “Een voorwerp onder invloed van een zwaartekracht.”
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het gewicht van een voorwerp.
B)) De valversnelling.
C)) De massa van dat voorwerp.
D)) De massatraagheid van dat voorwerp.
E)) De normaalkracht op het voorwerp.
Oplossing;
A)) Het gewicht van een voorwerp.
Wat is (de definitie van) massa?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Massa is een maat voor de zwaartekracht waarmee een voorwerp wordt aangetrokken.
B)) Massa is een maat voor de hoeveelheid ruimte dat een voorwerp inneemt.
C)) Massa is een maat voor hoe dicht de deeltjes in een object bij elkaar zitten.
D)) Massa is een maat voor de hoeveelheid materie in een voorwerp.
E)) Massa is een maat voor de hoeveelheid deeltjes per volume-eenheid.
Oplossing;
D)) Massa is een maat voor de hoeveelheid materie in een voorwerp.
Wat is de SI-eenheid van massa?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Newton
B)) Bar
C)) Kilogram
D)) Pounds
E)) Pascal
Oplossing;
C)) Kilogram