Seksuele delinquentie 2 Flashcards
Vormen seksueel deviant gedrag
- Stoornissen in de stimuluscompetentie
- Stoornissen in de regulatie van seksueel gedrag
Scatologische stoornis
Het incognito intimiderend seksueel hijgen of obsceniteiten spuien via telefoon, brief of sociale media
Zoöfiele stoornis
Via coïtus of ander lichamelijk contact met een dier streven naar seksuele opwinding en orgasme
Coprofiele stoornis
Seksuele opwinding door het ruiken van, tot zich nemen van en smeren met faeces
Necrofiele stoornis
Het seksueel geprikkeld raken en seksueel contact hebben met dode of bewusteloze (lichaamsdelen van) personen
Acrotomofiele stoornis
Seksuele interesse in amputaties
Belangrijke uitgangspunten vd wet om seksuele handelingen strafbaar te stellen
Wederzijdse toestemming
Privé karakter
Seksuele delicten door vrouwen
Slachtoffers: vooral misbruik van eigen kinderen of jongeren waar ze een goede vertrouwensband mee hebben en die vaak geen klacht indienen
Houding professionals: gebrek aan opleiding
Recidive internationale studies
10-15% over een periode van 5 jaar
Na een periode van 20 jaar verdubbelt het percentage
Recidive verschillen
- Verkrachters recidiveren meer dan plegers van misbruik op kinderen
- Misbruikplegers met extrafamiliale jongens recidiveren het meest
- Incestplegers het minst
- Hands-off + hands-on recidiveren meer
- Kans op seksueel gedrag verhoogt = afwijkende voorkeur/hyperseksualiteit + antisociale persoonlijkheidskarakteristieken/psychopathie
Risicotaxatie
Static99-R: basis risico
STABLE-2007: dynamische risicofactoren van plegers ve zedendelict, info voor risicomanagement en opstellen van behandeldoelen
Diagnostiek
Wat is er juist gebeurd?
Hands-on of hands-off?
Contact of non-contact delict?
Seksueel probleem?
Hyperseksualiteit
Overmatige seksuele preoccupatie en een daarmee samenhangende hoge frequentie aan seksueel gedrag dat ervaren wordt als niet beheersbaar en dat het functioneren beïnvloedt
Vaststellen afwijkende seksuele voorkeur/hyperseksualiteit
- Zelfrapportagelijsten
- Heteroanamnese
- Gedragsobservatie, collaterale informatie
- Psychofysiologische maten: penis plethysmograaf of leugendetector
- Impliciete maten
- Choice Reaction Time
- Approach-Avoidance Task
Behandeling
Laag: geen behandeling, wel begeleiding
Medium: forensische ambulante begeleiding
Hoog: gesloten behandelcentra en behandeling gevangenis
Wat behandelen?
Niet genezen
Ontvankelijkheid voor deviante stimuli verminderen en inhibitie verhogen
Peilers behandeling
Psychotherapie: cognitieve gedragstherapie
Libidoremmende medicatie
Rehabilitatie
Cognititeve gedragstherapie (CBT)
Eerst: gedragsmodificatie
Jaren ‘70: denkprocessen van zedendelinquenten -> cognitieve vervormingen
Jaren ‘80: terugpreventiemodel
Libidoremmende medicatie
Androgeendeprivatietherapie: daling testosterone
Antidepressiva: stijging serotonine
Antipsychotica: daling dopamine, stijging prolactine
Niet-hormonale behandeling
Psychofarmaca: SSRI en antipsychotica
Problemen SSRI: off-label voorschrijven, therapietrouw patiënt
Hormonale therapie
Werkt in hypothalamo-hypofysaire-gonodale as: daling testoteron en daling seksuele fantasieën en verlangens om seksueel gedrag te stellen
Consensus over:
- altijd + cognitieve gedragstherapie
- verhoogd recidiverisico
- enkel als er sprake is van specifieke seksuele stoornis
Rehabilitatie
Doel: rehabilitaite in de maatschappij
Progressief toekennen meer vrijheden
Zinvol leven opbouwen, GLM
Landurige ambulante nabehandeling