Forensische zorg Flashcards
Forensische cliënten
Personen die strafbare feiten gepleegd hebben of hiervan verdacht worden, die opgevolgd worden door een justitiële instantie en binnen dit kader een behandeling of begeleiding dienen te volgen.
Forensische geestelijke gezondheidszorg
Zorg voor personen met geestelijke gezondheidsproblemen, die gelinkt is aan het plegen van strafbare feiten, waarbij kwaliteitsvolle zorg geboden wordt, die primair gericht is op het verminderen van het delict-risico.
Kenmerken forensische zorg
- Focus op risicofactoren (verminderen) en beschermende factoren (bevorderen)
- Risicotaxatie en delict-analyse centrale plaats
- Er is aandacht voor slachtofferkwesties
- Een goede samenwerking tussen het hulpverleningstraject en het justitiële toezicht
- Evenwicht zoeken tussen enerzijds de noden en wensen van de patiënt en anderzijds de noden en wensen van de maatschappij en/of het slachtoffer
- De behandeling vindt plaatst binnen een aangepast beveiligingsniveau
- Motivatie-bevorderend en aanklampend werken
- Bijzondere aandacht voor de zorgcontinuïteit
- Forensische herstelvisie: naast klinisch, functioneel en maatschappelijk herstel moet er bij forensische cliënten ook nog aandacht zijn voor forensische herstel
Algemene psychiatrie
Focus op psychiatrische ziekte
Focus op patiënt
Liever geen gevaarlijke patiënten
Liever geen ongemotiveerde patiënten
Forensische psychiatrie
Focus op het forensische risico
Focus op de maatschappij
Eerst en vooral gevaarlijke patiënten
Dealen met ongemotiveerde patiënten
Risicomanagement strategieën
Monitoring
Cure-care
Supervision
Safety
RNR-model
Basis van rehabilitatie- en behandelingsprogramma’s voor delinquenten
- behandelintegriteitsprincipe
- professionaliteitsprincipe
Aandacht aan sociale leerprocessen en sociaal-cognitieve theorie
- intra-persoonlijke predispositie
- interpersoonlijke en maatschappelijk invloed
Richten op
- persoonlijkheid
- cognitieve luik
- sociaal leren
What works? (RNR)
Behandeling is enkel effectief voor recidivevermindering mits er gewerkt wordt vanuit een aantal evidence based principes
Risicoprincipe (RNR)
Het beoordelen van het risico
Het aanbieden van een daaraan aangepaste behandelintensiteit
Wat behandelen? (RNR)
Behandeling richten op crimogene behoeften (dynamische factoren) die in relatie staan tot het delict
Crimogene risicofactoren (RNR)
Central eight:
1. Big four
- Geschiedenis antisociaal gedrag
- Antisociaal persoonlijkheidspatroon
- Antisociale cognities
- Antisociale peers
- Moderate four
- Familiale en/of echtelijke relaties
- School en/of werk
- Vrije tijd en/of recreatie
- Druggebruik
Antisociaal persoonlijkheidspatroon (RNR)
Risico: Het avontuurlijk plezier zoeken (kicks), impulsiviteit en zwakke zelfbeheersing, rusteloos agressief, woede uitbarstingen, gebrek aan empathie, affectieve kilheid
Dynamische behoefte: het verbeteren van zelfcontrole, werken aan woedebeheersing en probleemoplossende vaardigheden
Antisociale cognities (RNR)
Risico: Attitudes, waarden, overtuigingen en rationalisaties welke crimineel gedrag ondersteunen. Cognitief emotionele condities van woede, wrok en trots, irritatie, afgunst en verbittering. Criminele identiteit. Vijandige attributiebias. Vinden dat het slachtoffer ‘het verdient’.
Dynamische behoefte: Proberen om de antisociale cognities te verminderen, herken risicovolle manieren van denken en voelen, ontwikkel alternatieve en minder risicovolle manieren van denken en voelen, maak een hernieuwde anticriminele identiteit eigen.
Antisociale relaties (RNR)
Risico: Nauwe contacten met procriminele anderen en relatieve sociale isolatie van prosociale (of niet-criminele) anderen. Deze factor wordt ook wel eens de ‘directe sociale steun’ voor criminaliteit genoemd. Lid zijn van een netwerk van antisociale anderen.
Dynamische behoefte: Verminder contacten met criminele anderen, bouw contacten/banden met niet-criminele anderen uit.
Familiale en/of echtelijke relaties (RNR)
Risico: twee belangrijke elementen:
- opvoeding en/of zorg
- controle en/of toezicht
Gezin van herkomst: ouderschapsstijl, bidirectioneel en tolereren of ondersteunen van antisociaal handelen
Intieme relaties: geen wederzijdse zorg, …
Dynamische behoefte: reduceer conflicten, bouw positieve relaties uit, verbeter de controle en het toezicht
School en/of werk (RNR)
Risico: Weinig engagement en laag niveau van prestaties; weinig voldoening en beloning. Prestaties zijn niet conform de inherent aanwezige vaardigheden.
Dynamische behoefte: Verbeter de prestaties, beloningen en voldoening.
Vrije tijd en/of recreatie (RNR)
Risico: Lage niveaus van betrokkenheid en bevrediging bij niet-criminele vrijetijdsbesteding. Inzet van tijd en energie in ‘ege tijd’ of antisociale activiteiten
Dynamische behoefte: Verbeter betrokkenheid en voldoening in anticriminele zaken.
Middelenmisbruik (RNR)
Risico: Misbruik van alcohol, medicatie en/of drugs.
Dynamische behoefte: Verminder drugsmisbruik, vermindering van de persoonlijke en interpersoonlijke steun voor verslavingsgedrag, ontwikkel alternatieven voor gebruik.