Psychiatrische stoornissen Flashcards
3 belangrijke criteria (VB)
- Intelligentiecriterium
- Sociale redzaamheidscriterium
- Ontstaan in de ontwikkelingsleeftijd
Raven progressive matrices meet (VB)
Het logisch redeneervermogen
Het vermogen om met nieuwe ordeningsprincipes rekening te houden
Adaptief gedrag (VB)
Vaardigheden die mensen geleerd hebben om in het dagelijkse leven te kunnen functioneren
Sociale redzaamheidscriterium (VB)
Sociale vaardigheden
Praktische vaardigheden
Conceptuele vaardigheden
Co-morbiditeit (VB)
Gedragsproblemen
Psychiatrische stoornissen
Somatische problemen
Flinn-effect (VB)
Mensen worden intelligenter dus wordt er een hogere norm gelegd bij recente testen (WAIS)
Oververtegenwoordiging PVB in literatuur redenen (VB)
Vatbaarheidshypothese
Feiten worden sneller opgemerkt, sneller gearresteerd en veroordeeld
VB meer geassocieerd met andere risicofactoren
De-institutionalisering
Vatbaarheidshypothese (VB)
Weten niet goed welk gedrag wnr wel en wnr niet is toegestaan
Lage frustratietolerantie
Zeer beïnvloedbaar en gevoelig voor groepsdruk
Weinig probleemoplossend vermogen
Overzien gevolgen van hun daden niet
Kunnen ongenoegens niet op andere manier uiten
Impulsiever, meer uit op onmiddelijke behoeftebevrediging
Stemmingsstoornis soorten
Depressief
Eufoor
Dysfoor
Kenmerken depressieve stoornis
- Affectieve symptomen
- Anhedonie
- Sterke neerslachtigheid, somberheid
- Lichamelijke klachten
- Cognitieve symptomen
- Psychotische depressie
- Conatieve symptomen
Ontstaan depressie
- Biologisch
- Afwijkende stressregulatie
- Verstoringen neurotransmitter systemen
- Deels genetisch
- Psychologisch
- Sterke gewetensfunctie
- Discrepantie verwachtingen en idealen met eigen functioneren en de werkelijkheid
- Sterk afhankelijk van bevestiging
- Neurotische mensen
- Omgevingsfactoren
Behandeling depressie
Psycho-educatie
Psychotherapie
Mediactie
Psychotherapie + medicatie
Andere behandelingen depressie
ECT: Elektroconvulsie Therapie
Lichttherapie
TMS: Transcraniele Magnetische Stimulatie
DBS: Deep Brain Stimulation
Postpartum depressie
Tijdens zwangerschap, vlak na geboorte tot enkele maanden nadien
Vaak angst, agitatie
Obsessieve gedachten
Zeer ernstig: infanticide
Manie (bipolaire stoornis)
Stemming abnormaal verhoogd/prikkelbaar
+ toegenomen activiteit en energie (min 1 week)
Ernstige manie: roekeloos, ongeremd en chaotisch
Zeer ernstige manie: psychotische kenmerken (grootheidswanen en oordeelsstoornissen)
Hypomanie (bipolaire stoornis)
Soort van afgezwakte manie
Leidt niet tot moeilijkheden
Positief opgenomen: toegenomen activiteit en creativiteit
Ontstaan bipolaire stoornis
Erfelijke biologische kwetsbaarheid
Stress
Behandeling bipolaire stoornis
Psycho-educatie
Gesprekstherapie
Medicatie
Stemmingsstabilisatoren
ECT
Suïcide
Een daad met een dodelijk afloop, gesteld door het individu zelf met de verwachting van een potentiële dodelijke afloop
Suïcidepoging
Een niet-habitueel gedrag zonder dodelijke afloop, gesteld/geïnitieerd door het individu zelf met de verwachting van een potentiële dodelijke afloop
Automutilatie/zelfbeschadiging
Gewoontepatroon waarbij geen suïcidale intentie aanwezig is
Suïcidale gedachten
Actief denken aan, of het overwegen van suïcide, als mogelijkheid of als uitweg om ervaren problemen te verminderen of op te lossen
Onstaan suïcidaliteit
Een onevenwicht tussen beschermende en risicoverhogende (stress) factoren
Ook drempelverhogende en drempelverlagende factoren
Preventiestrategieën VAS (suïcidaliteit)
- Geestelijke gezondheidsbevordering met betrekking tot het individu en de maatschappij
- Suïcidepreventie door laagdrempelige telefonische en online hulp
- Bevorderen van deskundigheid en netwerkvorming bij intermediairs
- Strategieën voor specifieke risicogroepen
- De ontwikkeling en implementatie van aanbevelingen en hulpmiddelen voor de preventie van suïcide
Uitgangspunten richtlijn suïcidepreventie
- Suïcide kan voorkomen worden
- Suïcidaliteit krijgt altijd voorrang
- Suïcidaal gedrag is een op zichzelf staande problematiek
- Suïcidepreventie is een taak van elke hulpverlener
- Suïcidepreventie speelt zich af op verschillende niveaus
- universeel
- selectief
- geïndiceerd
Signalen suïcidaliteit
Expliciete dreigingen
Waarschuwingssignalen
Risicofactoren suïcide
Familiale, genetische belasting
Persoonlijkheidskenmerken
Beperkte foetale groei en perinatale omstandigheden
Vroege traumatische levensgebeurtenissen
Psychiatrische stoornis
Lichamelijke aandoening
Psychosociale crisistoestand
Beschikbaarheid van middelen
Blootstelling aan voorbeelden uit omgeving of media
Risicofactoren psychiatrische stoornissen voor suïcidaliteit
Depressieve stoornis
Bipolaire stoornis
Schizofrenie
Afhankelijkheid drugs
Afhankelijkheid alcohol
Angststoornissen
Enigerlei psychiatrische stoornis
Belangrijkste aandachtspunten bij detectie en hulpverlening aan suïcidale patiënten
- Contact maken
- Veiligheid bevorderen
- Naasten betrekken
- Continuïteit van zorg
Redenen hoog suïcidecijfer gedetineerden
- Nog voor opsluiting vormen ze een kwetsbare groep
- lage SE status
- impulsiviteit
- psych stoornissen
- middelenmisbruik
- veel voorgaande suïcide pogingen - Tijdens detentie blootgesteld aan stressfactoren en ontberingen
- verlies vrijheid en autonomie
- verlies steunfiguren
- pesterijen
Risicofactoren suïcidaliteit gedetineerden
Statuut van beklaagde
Alleen op cel verblijven
Veroordeeld zijn tot een levenslange gevangenisstraf
Recente suïcidale gedachten
Voorgeschiedenis suïcidepogingen
Psych diagnose
Extended suicide
Slachtoffer dat in de dood wordt meegenomen
Altruïsme
Vaak suïcidepoging bij dader nadien
Fillicide (suïcidaliteit)
Het doden van een kind door een ouder of stiefouder
Reclame alcohol
In Frankrijk geen reclame alcohol
In België wel (niks met naakte vrouwen of dat alcohol gezond is)
Verloop verslaving
Bij cannabis en cocaïne is de helft na 5 jaar gestopt
Bij alcohol en nicotine duurt het langer
Stigma verslaving
Causale attributie verantwoordelijkheid
Chronische hersenziekte
Zelfstigma
Succesnorm in de samenleving: geld, drank en seks
Gevolgen stigma verslaving
Schamen
Verstoppen
Negeren
Negatieve prognose
Desinteresse hulpverlening
Maatschappelijk antwoord verslaving
Preventie
Mogelijkheden tot behandeling
Harm reduction
Maatschappelijk herstel
Kwaliteitscontrole producten
Geschiedenis begrip verslaving
- Morele model
- Farmacologische model
- Symptomatische model
- Ziekte model
- Leertheoretisch model
- Sociale model
- Hersenziekte model
Drank en drugs aantrekkelijk? (verslaving)
Beïnvloeding autonome zenuwstelsels
- orthosympatisch
- parasympatisch
Beïnvloeding waarneming, gevoelens en gedachten
Roes
Beschrijvende diagnose DSM 5 (verslaving)
- Tolerantie
- Onthoudingsverschijnselen
- Controleverlies
- Weinig succesvolle stoppogingen ondanks de wil ertoe
- Groot deel van de tijd gaat op aan inspanningen om middel te bekomen, te gebruiken of te recupereren van het gebruik
- Belangrijke bezigheden worden opgegeven of verminderd
- Gebruik wordt voortgezet ondanks wetenschap dat er een belangrijk lichamelijk of psychisch probleem is
- Hunkering (Craving) of een sterke wens of drang naar het middel
Verslavingsgedrag
Blijven gebruiken ondanks de gevolgen
Tevergeefs minderen
Ambivalentie
Negeren, ontkennen, verstoppen.
Schuldgevoelens, onmacht.
Genot versus afzien
Herval na langere abstinentie.
Preoccupatie met gebruik, verwerven, verklaren.
Plotse hunkering, geen uitstel.
Existentieel lijden
Vervullen van een drang
Beleving verslaving
Het product wordt overgewaardeerd
Men is supergemotiveerd om het te bemachtigen
Het innamegedrag is moeilijk te onderdrukken
Mensen ervaren een enorme machteloosheid om het gedrag te veranderen.
Gevolgen dopamine verhoging (verslaving)
Dopamine codeert de drang
Dopamine signaleert de beschikbaarheid
Actiever wanneer de beloning groter lijkt dan verwacht
Preventie doelstellingen (verslaving)
- Niet-gebruik aanmoedigen
- Experimenteergedrag uitstellen
- Verantwoordelijk gedrag bevorderen
- Vroegtijdige aanpak stimuleren
- Schade beperken