Internering Flashcards

1
Q

19e eeuw art 71 SW

A

Vrijspraak zonder sanctie
Collocatiewet: GO
Beschermingsmaatregel
Op bevel van burgemeester
In psychiatrische instelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eind 19e-begin 20ste eeuw

A

Gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar
Verzachtende omstandigheid
Strafvermindering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aliënisten

A

Humanitaire taak in overbevolkte krankzinnigeninstituten
Praktisch gerichte zorgverlening
Geen theoretische onderbouw
Interne en externe onveiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De leer van het sociaal verweer

A

Typische delinquent: geen homo oeconomicus
Straffen zinloos
Wel: classificeren en behandelen, maatschappij tegen hen beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Huidige wetgeving internering

A

Gemoderniseerde terminologie
Meer rechten voor geïnterneerde
- recht op zorg
- procedurele rechtsbescherming
Het slachtoffer krijgt een plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Doelstelling internering

A

Bescherming maatschappij
Zorgtraject voor geïnterneerde persoon
- rekening houdend met veiligheidsrisico en gezondheid
- gericht op maximale haalbare vorm van maatschappelijke re-integratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorwaarden

A
  1. Strafbare feiten
    - misdaad of wanbedrijf
    - aantasting/bedreiging van fysieke/psych integriteit van derde
  2. Geestestoestand
    - geestesstoornis die oordeelsvermogen of controle over daden tenietdoet of ernstig aantast op moment van de beslissing
  3. Gevaarlijkheid
    - recidivegevaar
    - als gevolg van geestesstoornis
    - eventueel in samenhang met andere risicofactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitvoeringsmodaliteiten

A
  1. Plaatsing en overplaatsing (3)
  2. Elektronisch toezicht
  3. IOP
  4. Vervroegde invrijheidstelling met oog op verwijdering van het grondgebied of met oog op overlevering
  5. Definitieve invrijheidsstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uitvoeringsmodaliteiten: onregelmatigheden

A

In geval van:
- Nieuw misdrijf
- Ersntig gevaar voor derden
- Schending voorwaarden
- Destabilisatie geestestoestand

OM maakt zaak aanhanging bij KBM en die beslist
- Herziening
- Herroeping
- Schorsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Specifieke categorieën geïnterneerden

A

Zonder verblijfsrecht
Veroordeelden die geïnterneerd worden
Personen met dubbel statuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kritiek interneringssysteem

A
  • Geïnterneerden die meer dan 10 jaar in de gevangenis verblijven
  • Betrouwbaarheid van verslagen die in twijfel getrokken wordt
  • Voorzitter van de CBM vreest fouten bij de invrijheidstelling
  • Omstreden toepassing van de internering van veroordeelden
  • Bijklussende magistraten
  • Exclusiecriteria voor opname buiten de gevangenis
  • Toerekeningsvatbaarheid is een loterij
  • Er is geen erkenning of opleiding voor gerechtspsychiaters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Twee centrale factoren ontoerekeningsvatbaarheid internationaal

A
  1. Kennis (weten): M’Naghten rule
  2. Controle (willen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie kan een onderzoek vragen?

A

Procureur des Konings, onderzoeksrechter of vonnisgerechten
Als er redenen zijn om aan te nemen dat de persoon zich bevindt in de in artikel 9 genoemde toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vaak onderzoek bij

A

Levensdelicten
Zedenmisdrijven
Buitensporige of herhaalde agressie
Psychiatrische voorgeschiedenis
Op het zicht vreemde personen/bizarre verklaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Huidige wet deskundige-onderzoek

A
  1. Internering enkel na de uitvoering forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek of de actualisatie ervan
  2. Waarborgen met betrekking tot bijstand bij het deskundigenonderzoek
  3. Professionalisering deskundige
  4. Eenvormigheid van onderzoeken en verslagen
  5. Multidisciplinariteit is niet expliciet geregeld, maar kan afgeleid worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Oude wet deskundige-onderzoek verschil

A
  • Expertise niet verplicht
  • Niet tegensprekelijk
  • Geen criteria expert
  • Geen format verslag
  • Vragen expert gedateerd
  • Observatiecentrum dode letter
17
Q

Nieuwe wet deskundige-onderzoek verschil

A
  • Expertise verplicht
  • Tegensprekelijk
  • Kwaliteitscontrole
  • Vastgelegd model
  • Terminologie moderner
  • Middelen observatiecentrum?
18
Q

Knelpunten uitvoeren expertise

A
  1. Retrospectief inschatting maken
  2. Context (2)
  3. Motivatie verdachte (2)
  4. Zich anders voordoen (2)
  5. Ontkennende verdachte
  6. Testbaarheid verdachte (3)
  7. Voorkennis dossier
19
Q

Kwaliteitsvolle expertise

A

Duidelijke taal
Onderbouwing conclusie
Multi-methodisch werken
Gebruik risicotaxatie-instrumenten en psychodiagnostische testen

20
Q

Socio-demografische kenmerken populatie

A

Veelal mannen
Veelal alleenstaanden
Van Belgische nationaliteit
Van middelbare leeftijd
Meerderheid eerder opgenomen in reguliere psychiatrie
Lage opleidingsgraad

21
Q

Justitieel

A

Vooral geweldsdelicten
Uitgebreid strafblad

22
Q

Klinisch

A

Psychiatrische diagnose:
Belangrijkste
- Persoonlijkheidsstoornissen en psychotische stoornissen
- Veel comorbiditeit

Cumulatief
- Hoge prevalentie psychiatrische en persoonlijkheidsstoornissen en middelenmisbruik

23
Q

Factoren beslissing KBM

A

Risicoprofiel
Beveiligingsnood
Psychopathologie

24
Q

Organisatie forensische zorg

A
  1. Gevangenissen (justitie)
  2. Forensisch psychiatrische centra (justitie en volksgezonheid)
  3. Medium security units
    Afdelingen voor seksueel delinquenten
    Forensische tehuizen voor niet-werkenden (for VAPH)
  4. Reguliere diensten die bijkomende middelen krijgen om for te werken
    Vervolgafdelingen op medium security
  5. Alle overblijvende, niet-forensische CGZ-diensten
25
Q

Beveiliging

A

Materiële beveiliging
Relationele beveiliging
Procedure beveiliging

26
Q

Hoe meet je welke beveiliging iemand nodig heeft?

A

Klinisch of via instrument
Complementair aan risicotaxatie
DUNDRUM
- beveiligingsniveau
- opname prioriteit
- behandelvoortgang
- mate van herstel

27
Q

High security for psych centra

A

Geïnterneerden hebben hoge beveiligingsnood
Verblijf is niet verbonden aan voorwaarden