SCM total 2 Flashcards

1
Q

Welke soorten verkoopkanalen zijn er?

A
  • Single channel: een verkoopkanaal
  • Multi channel: meerdere verkoopkanalen, niet afgestemd op elkaar
  • Cross channel: meerdere verkoopkanalen, semi afgestemd op elkaar zoals uitstraling
  • Omni channel: volledig afgestemd op elkaar, switchen tussen online en offline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ketensynchronistatie?

A

Bij de producent betekent dit het doordrukken van producten door de supply chain om onder ander de voorraad te verminderen.

Bij de retailer betekent dit minder leveren, voorraadkosten stijgt, transport kosting daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het opslingereffect?

A

kleine variaties in de consumentenvraag vertalen zich in steeds grotere variaties bij partijen stroomopwaarts in de keten. Deze variaties zorgen voor tekorten of extreem grote voorraden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen directe en indirecte distributie?

A

Wanneer de fabriek direct levert aan de eindgebruiker is het directe distributie.

Wanneer er meerdere distributaten zijn is het indirecte distributie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is reverse factoring?

A

Bij reverse factoring hoeft de leverancier niet op betaling te wachten omdat de bank middels een IT platform dit financiert nadat de order is geplaatst door de klant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de verspillingen van waste op dat lean probeert te voorkomen

A
  • Transportation waste
  • Inventory waste
  • Motion waste
  • Waiting waste
  • Overprocessing waste
  • Overproduction waste
  • Defects waste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly