SCM 2

Question 1

Waar is een integraal logistiek raamwerk/concept voor bedoeld en wat zijn de elementen?

Answer 1

Om te weten waar de waarde te behalen valt in een supply chain.
- Ketenstrategie en ketendoelstellingen: zijn de uitgangspunten van het concept
- Grondvorm: een model die de goederenstroom weergeeft van de onderneming
- Keteninformatie: voor het nemen van beslissingen is de juiste informatie over de keten van belang
- Ketenorganisatie: logistieke organisatie van de supply chain
- Keten KPI: om logistieke doelstellingen in cijfers uit te drukken.

Question 2

Welke keten strategieën zijn er?

Answer 2

• Gericht op kostenefficiëntie: focus op fysieke integratie (afstemming van interne transportmiddelen en ladingdragers
• Gericht op snelheid en responsiviteit: extra capaciteit, extra voorraden en investeren in doorlooptijden
• Combinatie van de bovenste
• Gericht op duurzaamheid

Question 3

Wat houden de concurrentiestrategieën van Michael Porter in?

Answer 3

• kostenleiderschapsstrategie : lagere kosten dan de concurrent
• differentiatiestrategie: innoveren, imago, levergemak
• Focusstrategie: richten op een specifiek deel van de markt

Question 4

Wat houden de concurrentiestrategieën van Treacy en Wiersema in?

Answer 4

Nummer 1 in de markt worden door:
- Productinnovatie
- Klantaardigheid
- Superieure operatie en uitvoering

Question 5

Wat houd de integratiestrategie in?

Answer 5

Is een combinatie van kostenleiderschapstrategie en differentiatiestrategie waar er een zo hoog mogelijke kwaliteit tegen een zo laag mogelijke kostprijs geleverd wordt.

Question 6

Noem zijn de zes ontwerpvariabelen en leg ze uit

Answer 6

• Aantal en lengte van distributiekanalen
• Aantal, omvang en locatie van productfaciliteiten
• Aantal omvang en locatie van distributiefaciliteiten
• Gemiddeld voorraadniveau op voorraadlocaties
• Soort transportmiddel
• De mate van uitbesteding

Question 7

Welke soort verkoopkanalen zijn er?

Answer 7

• Single channel: maar een verkoopkanaal
• Multi channel: meerdere verkoopkanalen, niet op elkaar afgestemd
• Cross channel: meerdere verkoopkanalen, semi op elkaar afgestemd
• Omni channel: meerdere verkoopkanalen, volledig op elkaar afgestemd