schedel Flashcards
a Os zygomaticum
jukbeen
Bevat een processus temporalis die samen met de processus zygomaticus van het os temporale de jukboog vormt. Bij Ru heeft het os zygomaticum een processus frontalis die samen met de processus zygomaticus de margo supraorbitalis of achterrand van de oogkas vormt. Bij Eq wordt deze rand gevormd door het os temporale en os frontale. Bij Carn. en Su zijn de processus frontalis van het os zygomaticum en de processus zygomaticus van het os frontale verbonden door een lig. orbitale.
Bij Eq begint ventraal van de orbita een laterale kam of crista facialis die verloopt als gelijknamige kam op de maxilla.
a Os nasale
neusbeen
In de neusholte bevinden zich grote beenlamellen, de zogenaamde neusschelpen. De concha nasalis dorsalis zit met een longitudinale beenkam (crista ethmoidalis) vast op het os nasale.
Beide neusholten zijn gescheiden door een septum nasi.
Rostraal loopt het os nasale uit in een processus rostralis die bij Ru en Eq van het os incisivum is gescheiden door een incisura nasoincisiva.
a Os lacrimalis
traanbeen
Bestaat uit een facies facialis (vormt de craniale orbitarand) en facies orbitalis.
Craniaal op de facies orbitalis vertrekt het beenderige traankanaal of het canalis lacrimalis.
Ru hebben thv de facies orbitalis een bulla lacrimalis deze bevat een uitpuiling van de sinus maxillaris.
a Maxilla
bovenkaakbeen kan opgedeeld worden in verschillende onderdelen: corpus fossa pterygopalatina processus alveolaris processus palatinus
a corpus
Vormt de zijwand van het aangezicht en bevat het grootste deel van de sinus maxillaris.
Hierin bevindt zich een groot foramen infraorbitale waardoor de n. infraorbitalis (tak van de vijfde kopzenuw) loopt.
Bij het paard komt ventro-caudaal van dit foramen een beenkam of crista facialis voor. Bij het rund spreekt men van een tuber faciale. Bij de Carn. is deze afwezig.
Langs de binnenzijde bevindt zich over de ganse lengte de basis van de concha nasalis ventralis.
a fossa pterygopalatina
Hierin bevindt zich het foramen maxillare dat toegang geeft tot het canalis infraorbitalis waardoor de n. infraorbitalis loopt. Deze zenuw (sensiebel) geeft takken af aan de tanden van de bovenkaak, alvorens door het foramen infraorbitale naar buiten te treden.
a processus alveolaris
Deze draagt de tanden. Tussen de snijtanden en de kiezen bevindt zich een tandenloze zone: het diastema
a processus palatinus
Bestaat uit een beenplaat die begint op de processus alveolaris en in de mediaanlijn versmelt met de processus palatinus van de andere zijde. Deze
vormt samen met de ossa palatina het harde gehemelte.
Bevat een sulcus palatinus major (vnl. duidelijk bij Eq) die uitloopt in een foramen palatinus majus (hierin bevindt zich een bloedvat).
a Os incisivum
snijtandsbeen
Rostraal bevindt zich de processus alveolaris waarin de alveoli dentalis zitten die snijtanden bevatten (afwezig bij Ru).
Bij het paard komt een canalis interincisivus voor die het corpus van het os incisivum doorboort.
Caudaal komt beiderzijds een opening of fissura palatina voor.
a Os platinum
gehemeltebeen
bestaat uit een horizontaal en een verticaal blad:
lamina horizontalis
lamina perpendicularis
lamina horizontalis
Vormt het caudale deel van het harde gehemelte. Het horizontale deel van het os palatinum, het os incisivum en het os maxillare vormen samen het harde
gehemelte.
Tussen de schedelbasis en de lamina horizontalis bevinden zich de caudale neusopeningen of choanae.
a lamina perpendicularis
De opening tussen deze twee verticale platen is de meatus nasopharyngeus.
Dit is de verbinding tussen neus en keel.
a Os rostrale
snuitbeen
Bevindt zich enkel in de neus van het varken.
a
Splanchnocranium
b
Het neurocranium
b Ossa pterygoideum
vleugelbeen
Ligt caudaal van het verticale deel van het os palatinum. Het is ventraal zichtbaar. Op de ventrale rand komt een uitstekende punt voor, de hamulus pterygoideus.
b Os vomer
ploegschaarbeen
Is een dun, langwerpig bot dat tussen het harde gehemelte en de schedelbasis ligt. Het is ventraal het duidelijkst zichtbaar bij Eq.
b Os occipitale
achterhoofdsbeen
basis
dorsale deel
ventrale deel
b basis v oo
Dit bevat de opening waardoor de hersenen in verbinding staan met het ruggemerg, het foramen magnum genoemd. Beiderzijds van dit foramen magnum bevinden zich de achterhoofdsknobbels. Lateraal hiervan bevindt zich aan beide kanten een processus paracondylaris (ook processus jugularis genoemd). Mediaal van de processus paracondylaris bevindt zich een fossa condylaris ventralis die een foramen n hypoglossi bevat waarlangs de n.
hypoglossus (n. XII) naar buiten treedt.
b dorsale deel v oo
Het dorsale deel wordt de nekvlakte genoemd. Beiderzijds loopt er een crista nuchae die de nekvlakte van het os parietale scheidt. Bij Ru is deze crista
gereduceerd tot een linea nuchae. Dorso-mediaal kan je de protuberantia occipitalis externa (jachtknobbel) voelen.
b ventrale deel v oo
Op de ventrale zijde bevinden zich beiderzijds een tuberculum muscularum waarop de buigers van het hoofd en de nek eindigen.
b Os parietale
wandbeen
Deze regio wordt ook slaapstreek genoemd. Hier ligt een kauwspier (m. temporalis).
Vanuit de jachtknobbel vertrekt een crista sagittalis externa die in twee splitst en verder uitloopt via de linea temporalis in de processus zygomaticus van het os
frontale.
Inwendig is in de lengterichting een crista sagittalis interna zichtbaar die vastzit op de vergroeiing tussen beide ossa parietalia. Hierop zit een bindweefselplaat
vast die beide hersenhemisferen in twee deelt: falx cerebri. In de dwarse richting bevindt zich een processus tentorius waarop het tentorium membranaceum vastzit, een bindweefselplaat die de grote en kleine hersenen
scheidt.
b Os interparietale
Is een klein, onpaar beentje dat je soms kan terug vinden tussen de twee ossa parietales. Meestal is het op oudere leeftijd vergroeid met de ossa parietalia.