Scans etc Flashcards
Lesie vs Ablation
lesion: Damage to a structure (e.g. blood clot)
Ablation: Removal of the structure (e.g. surgery)
EEG
Correlationele methode. Lineaire optelsom van oscillaties Grotere uitslag = minder activiteit.
Alleen meetbaar als er een Local Field Potential is (bij pyramidaalcellen in cortex)
+ nauwkeurig in tijd “temporele resolutie”
+ goedkoop
- onnauwkeurig in ruimte “spatiële/ruimtelijke resolutie”
Oscillaties
Oscillatie = herhalende sinusvormen. Waar komen ze vandaan? Reden 1. ^ actief -> activeert ø -> ø remt ^ af -> ø remt zichzelf af -> ^ kan weer actief worden. (^ = pyramidaal, excitation neuron ø = interneuron, inhibitoire neuron). Reden 2.
ERP
Event-Related Potentials = gemiddelde tijdsgebonden EEG signaal. Meet stappen in informatieverwerking (cognietie- en frequentie)
Gevaar: als oscillaties verschillen van fase middel je het weg.
Time-Frequency Analysis
EEG-analyse die rekening houdt met activiteit/sterkte.
Welke hersendelen communiceren met elkaar? Meet ook hogere frequenties.
PET (positron-emission tomography)
radioactive chemicals in brain
Mostly replaced with fMRI
fMRI (functional Magnetic Resonance Imaging)
Detects increase blood flow to brain area (na toename hersenactiviteit), en increase % bloed zonder zuurstof.
Want bij activiteit: zuurstof uit bloed (daling signaal), daarna meer zuurstofrijk bloed (meer signaal).
Neuronen: Local Field Potential (net als EEG)
+ nauwkeuriger in ruimte
- minder nauwkeurig in tijd (5-6 sec na LPF)
Meting = signaal conditie 1 en conditie 2 + ruis.
CT/CAT scan
To study brain anatomy (adhv kleurstof in bloed voor scherper contrast)
MRI (magnetic resonance imaging)
Hersenanatomie. Magnetic field aligns axes of atoms, radio frequency field makes them all move. When radio frequency turns off, atomic nuclei release electromagnetic energy. MRI measures that energy.
MRI vs fMRI
Similar:
- measure responses of brain chemicals to magnetic field
Difference:
- MRI shows anatomy, fMRI shows active brain areas.
Transcranial Magnetic Stimulation
Magnetische stimulatie, door schedel heen, temporarily inactivates brain area.
+ Nauwkeurig
+ Snel
+ Actiepotentialen opwekken
- Duur, zwaar, kans op epileptisch insult.
Onderscheid offline (voor de taak) en online (tijdens de taak: verslechtering v betrokken hersenfunctie)
Convergentie en complementariteit
We zoeken altijd naar convergentie (= theoretisch concept met verschillende technieken bewijzen, want dat verhoogt betrouwbaarheid). Complementariteit helpt (want de nauwkeurigheid van de verschillende methoden verschilt (tijd/ruimte, veel/ enkele neuronen, directe/indirecte meting)).
Correlational vs Causaal
Correlationeel = Neuromonitoring approach.
Manipulatie cognitief proces -> verandering in hersenactiviteit. Je meet de neurale variabel.
Causaal = Brain perturbation approach.
Verstoren v. brein -> verandering in cognitie. Je meet task performance in perceptie/cognitie.
Correlatiemethodes
- Single-cell recording
- PET
- EEG
- fMRI
Single-cell recording
Meestal bij dieren. Elektrode meet actiepotentiaal van 1 (of meerdere) neuronen.