Rustpotentiaal en actiepotentiaal H1.2 (College 2) Flashcards
Membraanpotentiaal in rust
fosfolipiden (vet) dubbellaag met eiwitkanalen.
extracellulair: meer Na+
intracellulair: meer K+
Waarom negatief (-70 mV)?
Door eiwitten en chloride (Cl-) in de cel.
Natrium-Kalium-pomp
Pompt 3 Na+ uit de cel, en 2 K+ naar binnen.
Kost veel energie, maar bewaart het rustpotentiaal. Dat is belangrijk voor snelle reactie.
2 krachten die in rustpotentiaal spelen
- Elektrische gradiënt (Na+ en K+ willen de cel in, want daar is het negatiever geladen. Opposites attract)
- Concentratie gradiënt (verschil in concentratie v ion aan binnen- vs buitenkant vd cel)
Na+ wil cel in volgens conc. en elek. gradiënt. Maar Na+ kanalen zijn gesloten tijdens rustpotentiaal. Er gaat alleen Na+ UIT de cel dmv Na+/K+ pomp.
K+ volgens elek. gradiënt in de cel. Maar vlgns. concentratie gradiënt eruit (want er is meer K+ in cel dan erbuiten). K+ wil net wat liever naar buiten. Maar de Na+/K+ pomp pompt het er weer in.
Graduele potentiaal
Door neurotransmitter veroorzaakte verandering in membraanpotentiaal op dendriet of soma
Als K+ kanalen opengaan: membraanpotentiaal meer negatief (inhibitie) –> lokale hyperpolarisatie)
Als Na+ kanalen opengaan: membraanpotentiaal minder negatief (excitatie) –> lokale depolarisatie)
Gradueel, want: amplitude-sterkte v potentiaalverandering is evenredig met sterkte vd prikkel.
En: “Amplitude vd graded potential neemt af als functie van de afstand tot de prikkel” (lading verspreidt zich over hele cel, dus potentiaalverandering in nabijgelegen delen is minder sterk).
2 typen ionkanalen
- Ligand-afhankelijk
Openen/sluiten als ligand (=stof, bijv. neurotransmitter) zich aan kanaal bindt. Vooral op dendrieten/soma. Belangrijk bij graduele potentialen, en bij reageren op neurotransmitters. - Volgate-afhankelijk
Reageren op verandering in membraanpotentiaal. Op axonheuvel en langs hele axon. Belangrijk bij ontstaan en doorgeven van actiepotentiaal
Actiepotentiaal
= hele snelle verandering in elektrisch potentiaal. Beweegt van axonheuvel naar uiteinde van axon
Actiepotentiaal in stappen
- Rustpotentiaal: Na+ kanalen gesloten. K+ kanalen bijna gesloten.
- Depolarisatie door graded potential die kanalen bereikt: deel Na+ en K+ kanalen openen -> Na+ stroomt cel in (want: concentratiegradiënt + elektrische gradiënt) -> membraanpotentiaal wordt langzaam minder negatief.
- Rising phase of action potential (als depolarisatie een treshold bereikt): alle Na+ kanalen open -> Na+ stroomt heel snel cel in -> giga depolarisatie.
- Falling phase of action potential (hyperpolarisatie).
- K+ uit de cel (want: concentratiegradiënt, en nu ook elektrische gradiënt).
- Na+ kanalen dicht
- Undershoot: membraanpotentiaal is net wat negatiever dan normaal.
NB: K+/Na+ pomp speelt geen rol bij eindigen, want is te traag. Zorgt wel voor normalisatie concentratieverschillen.
PS: verdoving blokkeert Na+ kanalen, waardoor geen actiepotentiaal kan worden getriggerd.
Alles of niets
Actiepotentialen zijn voor een gegeven neuron ALTIJD gelijk in amplitude/vorm/duur/voortplantingssnelheid.
Sterkere prikkels -> meer actiepotentialen.
NIET voor snellere voortplanting/amplitude.
(ook als membraanpotentiaal heel sterk depolariseert is het niet sterker. Wel: na refractaire periode is er nu grotere kans op nog een actiepotentiaal).
Refractaire periode
vlak na piek actiepotentiaal kan neuron niet gelijk weer een actiepotentiaal afgeven, want Na+ kunnen niet direct weer open, en K+ zijn nog open.
Onderscheid:
1. Absolute refractaire periode (Na+ kanalen dicht, dus neuron kan helemaal niet vuren). 1 ms
2. Relatieve refractie periode (omdat ‘ie nog in undershoot zit is sterkere dan normale stimulatie nodig om treshold te bereiken).
Propogatie
Voorplanting van actiepotentiaal langs axon.
Combi van:
- Passieve geleiding (Na+ stroomt in axon, en wordt aangetrokken door negatiever geladen deel vh axon -> kleine depolarisatie).
- Actieve geleiding (kleine depolarisatie -> Na+ kanalen open -> nieuwe Na+ in cel -> verspreidt zich dmv passieve geleiding naar volgende deel axon.
Actiepotentiaal in axon samengevat
- Treshold -> Na+ en K+ open
- K+ nog weinig effect
- Na+ open -> Na+ in axon
- Positieve lading naar volgende punt. Daar opent het Na+ kanalen
- Piek actiepotentiaal: Na+ gaan dicht.
- K+ blijven open, dus K+ uit axon, en naar rustpotentiaal.
- K+ gaat ook dicht.
Saltatory conduction
Actiepotentialen gaan van de ene naar de andere knoop van Ranvier.
- > sneler
- > energiezuiniger, want minder gebruik van Na+/K+ pomp.