SBMS - deel 5 Flashcards
toxidroom
constellatie van symptomen die specifiek is voor bepaalde klassen van toxische middelen
Toxidroom - kenmerken (4)
Hartfreq, ademhalingsfrequentie, RR, temperatuur (= HART)
- Bewustzijn
- Pupilgrootte
- Slijmvliezen
- Longgeluiden
- Darmgeluiden
- Huid
Cholinerg toxidroom (bv: Organofosfaten) Ezelsbruggetje DUMBELS
- Diarree
- Urineren
- Miosis
- Bradycardie, bronchorroe, bronchospasme
- Emesis
- Lacrimatie
- Salivatie
Anticholinerg toxidroom
Antihistaminica, TCA’s
Ezelsbrug : ‘as a’ (5)
Hot as hare, RED as a beet Dry as a bone Blind as a bat Mad as a hatter
Wat wil zeggen dat patiënt hyperthermisch, droog, gedilateerde pupillen, delier en mogelijk tachycardie en urineretentie heeft.
Sympathicomimetisch toxidroom
Cocaïne/amfetamine
Ezelsbrug: DITHHM
Diaforese (=zweten) insulten tachycardie Hypertensie Hyperthermie Mydraisis
Narcotisch toxidroom
bv: Heroïne en methadon ezelsbrug = BHHCoM
Bradycardie Hypoventilatie Hypotensie Coma Miosis
Bed side tests
Bij pt met intoxicatie altijd bloedglucose waarde en ECG maken.
Naloxon
bij vermoeden op opiaat intox. 0.4-2.0mg i.v.; ter diagnostische als therapeutische behandeling
chronisch gebruik: 0.2-0.4mg i.v.
Halfwaardetijd is 60-90 min, daarom bij langwerkende opiaten intox een naloxonpomp starten en dosis triteren obv ademhalingsfrequentie en saturatie
opiaten intox (3 = MIA)
miosis,
ademhalingsdepressie,
indirecte aanwijzingen opiaat gebruik
Flumazenil
niet empirisch geven ivm mogelijk levensbedreigende insulten bij TCA intox of als patiënt benzodiazepinen afhankelijk is.
Alleen flumazenil geven als er ALLEEN benzodiazepine itox met ademhalingsdepressie/hypoxie.
Hyperpnoe - dd
Denk aan salicylaatintoxicatie
Geleidingsstoornissen door (3 = DAT)
digoxine
andere cardiale medicatie
TCA’s
QRS verbreding
Breed complex (tachycardie) bij TCA’s of cocaïne
Natriumbicarbonaat 1-2 mmol/kg tot QRS weer vernauwd of pH 7.5-7.55
Myocardischemie
bij cocaïne en koolmonoxide
Start nitraten, benzodiazepinen, acetylsalicyzluur en fentolamine (RR verlager)
Calciumantagonist of betablokker intox - behandeling
- Glucagon 2-10mg i.v gevolgd door continue infusie met hoge dosis glucose insuline met infuuspomp
Bij calciumantagonist tevens calciumgluconaat 1-2gr i.v. langzaam overwegen
Miosis bij intox- dd ezelsbruggetje COPS
Cholinergica
Opiaten, organofosfaten
Phenothiazinen/pilocarpine (med bij droge mond)
Sedativa
Mydraisis bij intox - dd ezelsbruggetje AAAS
Antihistaminica
Antidepressiva
Atropine
Sympathicomimetica
Hypothermie bij intox - dd ezelsbruggetje COOLS
CO Opiaten Orale bloedsuikerverlagende middelen, insuline Likeur Sedativa-hypnotica
Hyperthermie bij intox - dd ezelsbruggetje NASA
Neuroleptica
Antihistaminica
Salicylaten of sympathicomimetica
Anticholinergica
Anion gap
= Na - (Cl + bicarbonaat)
Anion gap verhoogd (8 klepto-mens )
Keto acidose (diabetisch/alcoholisch) Lactaatacidose Ethyleenglycol = alcohol Paraldehyde Tolueen = klepto
Methanol of formaldehyde
Nierinsufficiëntie
Salicylaten = mens
Osmol gap
= gemeten osmolaliteit - berekende plasma osmolaliteit
Osmol gap - verhoogd (3 = MAK)
metabole acidose (lactaatacidose/(diabetische/alcoholische) alcohol (methanol, ethanol, ethyleenglycol) ketoacidose
Osmol gap is normaal 0-5
Normale osmol gap sluit intoxicatie niet uit! Afhankelijk van tijdstip inname en metabolisme
paracetamol intoxicatie
Houd altijd rekening met paracetamol intoxicatie! Wordt ook vaak tegelijk met andere middelen ingenomen