SBMS - deel 3 Flashcards

1
Q

Kans op CWK-letsel bij ziektebeelden (3)

A

Spondylitis ankylopoetica
reumatoide artritis
syndroom van down

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Naaldthoracocentese

A

Naald minimaal 16 G, 2e ICR midclaviculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Levensbedreigende aandoeningen - D (5)

A
hypoglykemie
status epilepticus 
opiaat intoxicatie 
meningitis
CVA met inklemming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Levensbedreigende aandoening - C (1)

A

Shock

obstructieve, distributieve, cardiogene en hypovolemische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Levensbedreigende aandoening - B (3)

A

bronchospasmen (astma, aanva., COPD excercebatie, anafylaxie)
longoedeem
spanningspneumothorax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Levensbedreigende aandoening - A (2)

A
  • CWK letsel

- bedreigende ademweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Levensbedreigende aandoening - E (3)

A
  • infectie/sepsis/ huidafwijkingen
  • intoxicaties
  • hypo/hyperthermie, aan leefmilieu gerelateerde aandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

AVPU

A

A alert
V verbale stimulus reactie
P pijn reactie
U unresponsive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tweede beoordeling doel

A

Klassieke anamnese, LO en AO

  • verder in kaart brengen van vermoede aandoeningen
  • opsporen overige aandoeningen
  • toespitsen behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Risico’s oropharyngeale luchtweg (4)

A
  • verergeren obstructie door tong naar achteren duwen
  • gebruikt te korte/lange mayo-tube
  • beschadiging tong/lippen
  • braken/aspiratie bij intacte luchtwegreflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Risico’s nasopharyngeale luchtweg (3)

A
  • te lange tube, waarbij het in de oesofagus komt te liggen en maagdilatatie kan ontstaan
  • letsel neusmucosa en bloeding met verergering obstructie
  • fausse route bij aangezichtsletsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ambu-ballon (1x+/2x-)

A

plus:
- self-inflating
min:
- slecht voelbaar as pt nog zelfstandig ademt
- extra bufferballon nodig voor toediening hoge fiO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Water-set (1x+/3x-)

A

plus:
- je voelt goed als pt nog zelfstandig ademt
min:
- niet self-inflating
- hoge flow nodig
- aandacht voor instelling ventiel en minder controle over toegediende teugvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Alveolaire-arteriële zuurstofgradiënt

A

Bepaling bij pt met onverklaarde dyspnoe.

= PAO2 (alveolaire zuurstofspanning/ standaard) - PaO2 (gemeten arteriële zuurstofspanning in bloedgas)
= 20 - (PaCO2 /0.8) - PaO2 -> gebruik grafiek uit boek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

A-a zuurstofgradiënt klein = normaal (3)

A
  • kleine drukgradient over de alveolaire membranen
  • geringe hoeveelheid bloed die de longen bypasst via het bronchiale systeem
  • ventilatie-perfusie mismatch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

A-a zuurstofgradiënt toegenomen = fysiologisch (3)

A
  • diffusie stoornis
  • rechts-links shunt
  • toename ventilatie-perfusie mismatch
  • > roken, chronische longziekten bv pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Respiratoir falen type 1

A

hypoxemie zonder hypercapnie, Co2 laag, dus adequate ventilatie maar verminderde gaswisseling.

meestal ventilatie-perfusie mismatch of shunt.
A-a zuurstofgradient verhoogd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Respiratoir falen type 2

A
Hypoxemie met hypercapnie,
door hypoventilatie (verminderde alveolaire ventilatie)

Mismatch tussen ventilatie behoefte en ventilatie capaciteit, treedt op wanneer het compensatiemechansime faalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Aorta dissectie - mechanisme

A

schade aan intima door bv hypertensie, vasculitis of trauma, hierdoor dilateert het en ontstaat aneurysmavorming met uiteindelijk een intramuraal hematoom.

Een dissectie is het losscheuren van intima van de onderliggende media en adventitia.> vals lumen -> intramuraal hematoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Pericarditis

A

PR-depressies, spitse T-toppen,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Harttamponade (5)

A
dyspneu
tachycardie
pulses paradoxus
verhoogd CVS
cardiomegalie op X-thorax
22
Q

Dysartrie

A

motorische spraak

23
Q

dysfasie

A

verstoring taalbegrip

24
Q

Olfactorius 1

A
  • Reuk

- Reuktest

25
Opticus 2
- zicht | - visus en pupilreactie
26
Oculomotorius 3
- Oogspieren en pupillen | - oogvolgbewegingen en pupilreacties
27
Trochlearis 4
- Oogspieren (oblq. Superior) | - oogvolgbeweging
28
Trigeminus 5
kauwen en sensibiliteit gelaat | - bijten, gevoel gelaat
29
Abducens 6
- oogspier (rectus lat ) | - oogvolgbeweging
30
Facialis 7
- gelaatsspieren | - tanden laten zien, fluiten
31
Vestibulocochlearis 8
- Gehoor, evenwicht | - stemvorkproeven
32
Glossopharygeus 9
- spieren farynx | - slikken, symmetrie farynxbogen
33
Vagus 10
- farynx - slikken en heesheid
34
Accessorius 11
- schouderspieren | - schouders optrekken
35
Hypoglossus 12
- tongspieren | - tong uitsteken
36
Naloxon
Naloxon titreren op ademfrequentie, NIET op bewustzijn Bij chronische gebruiker is naloxon echter tweede keuze
37
Thiamine
Thiamine 250mg bij alcohol of ondervoeding --> VOOR glucose toedienen ivm uitlokken Wernicke encefalopathie voorkomen
38
D - Neurologisch onderzoek en handelen
* Bepaling EMV/GCS * Pupillen: grootte, gelijkheid en reactie op licht * Meningeale prikkeling * Glucose al bekend inmiddels? * Overweeg start glucose 50% 20ml (is dus 10 gr) * Naloxon bij pinpoint pupillen en verdenking opiaatintox * AB en dexamethason bij verdenking bacteriële meningitis * Anti-epileptica bij verdenking status epilepticus
39
tempo bewustzijnsverlies
- Abrupt: coma acuut falen CZS zoals bij CVA of epilepsie - Langzaam progressief: juist bij progressieve CZS afwijking zoals een subduraal hematoom - Meerdere dagen: metabole oorzaken, hypoglykemie
40
verdenking intracraniële hypertensie - handelingen (6)
* Consult neuroloog/neurochirurg * Elevatie hoofd 30 graden * Vermijd hypercapnie! Ivm cerebrale vasodilatatie * Vermijd overhydratie * Overweeg osmotische diuretica, mannitol * Overweeg corticosteroïden bij hersenoedeem obv tumor * Hersenstamfunctie beoordelen ahv pupilreacties, oogbewegingen, corneareflexen, ademhaling
41
toxidroom
= verzameling van symptomen voor specifieke intoxicatie
42
Jolt accentuation
= toename hoofdpijn bij bewegen hoofd
43
Bacteriële meningitis - symptomen ()
Klassieke triad: koorts, nekstijf, bewustzijnsverandering (maar %) - Jolt accentuation - Misselijkheid en braken - Neurologische afwijkingen - Rash
44
Nekstijfheid dd (6)
* Meningitis * Tonsillitis/ Cervicale adenitis/ Myalgieën nek * Cervicale artrose * RIP fossa posterior * Bloed in subarachnoïdale uimte * Parameningeale inflammatie
45
Bacteriële meningitis - behandeling (2)
- onbekende verwekker amoxicilline 6 dd 2 gram + ceftriaxon 2 gram - GEEF dexamethason 10mg VOOR OF SAMEN MET eerste dosis AB (remt cytokinenstorm) Let op tekenen van shock
46
Encefalitis (3+4)
Koorts, hoofdpijn en braken ``` Verder • Bewustzijnsdaling/coma • Gedragsveranderingen • Cognitieve dysfunctie • Insulten, focale uitvalsverschijnselen, afasie, anosmie, hemiparese, meningeale prikkeling ```
47
Herpes simplex encefalitis - symp, AO, Beh
afwijkingen temporale en frontale cortex: smaak- en reukhallucinaties! Amnesie, expressieve dysfasie, temporale epilepsie, anosmie en gedragsstoornissen AO/ MRI / LP Beh: direct aciclovir 3 dd 10mg/kg iv (in 1 uur)
48
delier
1. acuut veranderd en/of wisselend mentaal functioneren tov normaal 2. (een van de volgende) onvermogen tot coherent denken / verlaagd bewustzijn
49
Bewusteloosheid - identificeren en voorkomen van (5)
hypoxie, hypercapnie, hypotensie, hypoglykemie, verhoogde intracraniële druk Voorkomen van verdere hersenschade
50
hypoglykemie - behandeling
glucose 10 gram i.v.
51
lumbaalpunctie
contra-indicatie: verhoogde intracraniële druk of gestoorde stolling.