SBMS - deel 2 Flashcards

1
Q

Schokbare ritmes (3)

A

Ventrikel fibrilleren
Polsloze ventrikeltachycardie
Torsades de pointes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Na 3e shock

A

elke 4 min adrenaline, verder amiodaron 300mg bolus met z.n. herhalingsbolus van 150mg na 5e shock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4x H’s

A
  • Hypoxie
  • Hypothermie
  • Hyperkaliëmie
  • Hypovolemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 x T’s

A
  • Tamponade
  • Tensionpneu
  • Toxines
  • Trombo-embolie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Niet schokbare ritmes (2)

A

Asystolie

Pulseless electrical activity = lijkt op gewone complexen, echter geen output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hyperkaliëmie - behandeling

A
  1. calciumgluconaat 10ml 10% in 2-3min +

2. 10 EH insuline in 50 ml 50% glucose i.v. in 30 min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hypokaliëmie - behandeling

A

bolus 20mmol KCL in 500ml 0.9% NaCL (NIET in Glucose, glucose verlaagd kalium), evt nog een keer herhalen.

Bepaal met spoed kalium bij voorkeur via bloedgasanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hypothermie - behandeling

A

onder 30 graden geen medicatie gegeven,

tussen 30 en 35 graden met dubbele dosisintervallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

longembolie - behandeling

A

Alteplase 0,9 mg/kg iv max 90mg! 10% als bolus in 1-2 min, de rest als continu infuus in 90 min. Na trombolytica nog 60-90 min door reanimeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Intra-ossale toegang - indicaties (5)

A
  • i.v. toegang lukt niet in 2 pogingen of 90 seconden.

Criteria:

  • patiënt heeft verminderd bewustzijn EMV<8,
  • respiratoir falen sat 80% ondanks O2 therapie, - ademfrequentie <10 of >40 en
  • hemodynamische instabiliteit (syst bloeddruk <90)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Post-cardiac arrestsyndroom (4)

A

hersenschade,
myocarddisfunctie,
systemische ischemie/reperfusiesyndroom en
evt persisteren uitlokkende pre-cardiac arrest pathologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Post-reanimatiezorg (3)

A
  • Streef naar normoxie, vermijd hyperoxemie (streef 94-98%)
  • normocarbie,
  • Targeted temperature management tussen 33 en 36 graden (je wilt geen koorts ivm secundaire neurologische schade)

Perifere circulatie en ritme controleren, ECG en evt zsm PCI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Troponine lab

A

afgenomen tenminste 4-6 uur na ontstaan van klachten conclusief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hypotensie - behandeling (3)

A
  • 500cc NaCl 0,9% <10 min (LET OP NIET BIJ DEC CORDIS)
  • Overweeg inotropie bij decompensatio cordis
  • Ritmestoornisen behandelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pijn op de borst met neurologische uitvalsverschijnselen

A

is een aorta dissectie tot het tegendeel is bewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Triple rule out

A

coronairlijden,
aortadissectie
longembolieën

17
Q

Sgarbossa criteria

A

bij LBTB en STEMI
• ST elevatie >1mm in afleidingen met een positief QRS complex (concordante ST deviatie)
• ST depressie >1mm in V1-V3 (discordante STE deviatie)
• ST-elevatie >5mm in afleidingen met een negatief QWRS complex (discordant) –> NB tegenworodig vaak als criterium 20% van grootte van QWRS complex

18
Q

Posterior hart infarct - ECG afwijkingen

A
  • Hoge R-toppen met ST-depressie in V1-V2

- Laat evt posterior of rechts-ECG maken

19
Q

Voorwand hart infarct - ECG afwijking

A

ST-elevaties in V3-V4 , maar ook in V1-V5

20
Q

Onderwand hart infarct - ECG afwijking

A

ST-elevaties in II, III en aVF

21
Q

Lateraal hartinfarct - ECG afwijking

A

ST-elevatie in V5-V6, I en aVL

22
Q

Achterwand / septaal hartinfarct - ECG afwijking

A

ST-depressie in V1-V3, hoge R in V1 en V2

23
Q

acute ACS - behandeling (5 + 4)

A
  • Zuurstof, 94-98% (88-92% bij ernstige COPD)
  • Acetylsalicylzuur 300mg
  • Ticagrelor 180mg of clopidogrel 600mg
  • NTG indien bloedruk >110 systolisch
  • Heparine, fondaparinux 2,5mg subcutaan

Iv toegang en ECG elk halfuur
• Opiaten bij pijn
• Anti-emetica bij misselijkheid,
• Betablokkade bij ernstige hypertensie of tachycardie ondanks maximale anti-anigneuze therapie (bijv 12,5 mg metoprolol)

24
Q

symptomen aorta dissectie (5)

A
  1. acute pijn, scheurende pijn/migrerende pijn,
  2. hypertensie
  3. pulse deficit (20mmHg li re verschil)
  4. diastolische souffle,
  5. focale neurologische uitval

verwijde aorta op X-thorax

25
Soorten dissectie
Type A dissectie vaker neurologische verschijnselen | Type B dissectie vaker rug- en buikpijn.
26
Aorta dissectie - behandeling
- streef pols <60/min (esmolol) - bloeddruk 100-120 syst - Bij hypotensie intraveneuze vulling met evt vasopressoren (noradrenaline voorkeur boven dopamine ivm risico tachycardie)
27
Longembolieën -symtomen
Klassieke trias: dyspnoe, thoracale pijn en hemoptoe --> maar bij klein deel van patiënten aanwezig!
28
Longembolie - AO
Wells score icm D-dimeer D-dimeer normaalwaarde is 10x patiëntenleeftijd ``` Wells: Klinisch teken trombosebeen 3 Longembolie waarschijnlijker dan andere diagnose 3 Hartfrequentie >100/min 1.5 Immobilisatie/operatie in afgelopen 4 weken 1.5 DVT of longembolie in VG 1.5 Hemoptoë 1 Maligniteit 1 ```
29
Longembolie - behandeling
Laag moleculaire heparine Vitamine K antagonisten DOAC in toenemende mate gebruikt bij laagrisico longembolieën Trombolyse zelden nodig, tenzij hemodynamische instabiliteit (syst <100mHg of tekenen van shock) Bij urokinase of streptokinase GEEN heparine
30
Spanningspneumothorax - symptomen (6)
1. Acute pijn vastzittend aan ademhaling 2. Hypersonore zijde en gedempt/verminderd ademgeruis 3. Soms tracheaverplaatsing, LAAT verschijnsel 4. Compressie longvaten, Veneuze return neemt af 5. Cardiac output daalt 6. Circulatoir arrest kan ontstaan 2e IC midclav óver de rib spoedthoracocentese Dan thoraxdrain
31
Pericarditis - symptomen
Acute, scherpe pijn, vermindert bij rechtop zitten en verergert bij plat liggen en inspiratie Vaak pericardwrijven Inflammatie in lab Cardiale markers kunnen verhoogd zijn ECG typisch met diffuse komvormige ST elevaties, hoge T's, WEL Pta depressie.
32
Pericarditis - behandeling (3)
Behandeling middels NSAID's , bij voorkeur ibuprofen 600mg 3dd ( of aspirine 650-1000mg 3dd) Colchicine 2dd 0,5mg p.o. Glucocorticoïden bij onvoldoende respons, prednison 0,5mg/kg Pericardicentese therapeutisch bij dreigende tamponade Diagnostische pericardiocentese bij verdenking maligniteit.
33
Boerhaavesyndroom:
heftig boeren en braken, gevolgd door heftige pijn retrosternaal en boven in de buik in tweede instantie odynofagie (= slikproblemen), tachypnoe, dyspnoe, cyanose, koorts en shock. Perforatie oesofagus