Rund & kleine herkauwer (PR9) Flashcards

1
Q

Ademhalingsfrequentie

A

10-30 /min, costo-abdominaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Temperatuur volwassen rund

A

38,0-39,0 graden Celsius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Temperatuur pasgeboren kalf

A

38,5-39,5 graden Celsius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Temperatuur kalveren tot één jaar

A

38,5-39,5 graden Celsius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lymfknopen rund

A

Wij testten tijdens het practicum lnn. 1 t/m 3 en 5.

  1. Lnn. mandibulares (mandibulaire of submaxillaire lymfknopen): de mandibulaire knoop ligt mediaal van de pees van de m. sternomandibularis, net tussen de kaaktakken.
  2. Lnn. retropharyngealis: Aantal lymfknoopjes boven de farynx gelegen. Zijn normaal niet te voelen.
  3. Lnn. cervicales superficiales (prescapulaire of boeglymfknopen): liggen aan de voorrand van de m. supraspinatus en kunnen normaal wel gevoeld worden.
  4. Lnn. subiliaci (liesplooi- of vanglymfknopen): liggen loodrecht onder tuber coxae en schuin voor de knie.
  5. Lnn. mammarii (uierlymfknopen): liggen in de ophangband van de uier links en rechts, dorsaal op het uierweefsel.
  6. Lnn. inguinales superficales: zijn boven in het scrotum aanwezig.
  7. Lnn. mesenteriales (darmscheillymfknopen): liggen laag in het scheil, vlak boven de darmen.
  8. Lnn. iliofemorales (inwendige darmbeenlymfknopen): liggen cranio-mediaal van het darmbeen en krijgen lymfe uit de vanglymfknopen, de uier en het bekken, de lendenen en de achterbenen. Zijn normaal wel te voelen.
  9. Lnn. colici: hebben bij het rund geen betekenis voor klinisch onderzoek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Signalement rund

A
Diersoort
Ras
Geslacht
Kleur
Bijzondere kenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Met welk gegeven kunt u het signalement in één keer omschrijven?

A

het oornummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit welke 3 groepen vragen bestaat een anamnese?

A
  • vragen m.b.t. klacht en orgaansysteem waaruit deze lijkt voort te komen
  • vragen over andere orgaansystemen
  • vragen m.b.t. milieu, voeding, huisvesting van het dier en koppelgenoten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Algemene indruk

A
  • gedrag
  • houding & gang
  • voedingstoestand = body scoring condition
  • verzorgingstoestand
  • IOSKA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beoordelen verzorgingstoestand

A

men let op verzorging van de vacht en hoornige structuren en omstandigheden waaronder het dier gehuisvest wordt.

  • korte termijn = te zien aan vacht
  • lange termijn = hoornige structuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar wordt op gelet bij ademhaling rund?

A

frequentie, type en ritme (rechter flank omdat links de pens zit, deze kan contracties vertonen en daardoor verwarring geven m.b.t. ademhaling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar wordt op gelet bij pols rund?

A

frequentie, ritme en kwaliteit (equaliteit en kracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar kan de pols gevoeld worden?

A
  • arteria fascialis (laterale zijde kaaktak)
  • arteria saphena (mediale zijde dijbeen)
  • arteria coccygea (staart)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doe je bij beoordelen van de huid?

A
  • temperatuur extremiteiten (oren en voorbenen)

- turgor (halsvlakte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar wordt op gelet bij beoordelen slijmvliezen?

A

kleur, vochtigheid en aanwezigheid van bloedingen of epitheeldefecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke slijmvliezen worden beoordeeld?

A

Sclera
Conjunctiva
Slijmvliezen van de mond

17
Q

Hoe wordt voedingstoestand beoordeeld?

A

Aan de hand van body score index

Er wordt gekeken naar vet langs flank en rug en naar de dorsale uitsteeksels

18
Q

wat is ademhaling van schaap?

A

20-30 per minuut

19
Q

wat is pols van schaap?

A

70-90 per minuut.

A. femoralis

20
Q

Wat is de temperatuur van het schaap?

A

38,5-40 graden C

21
Q

waar wordt de turgor bepaald bij het schaap?

A

het bovenooglid

22
Q

Op welke huidaandoening moet er gecontroleerd worden bij het schaap?

A

myasis

ecythma

23
Q

Welke lymfeknopen moeten beoordeeld worden bij schaap?

A

deze worden niet standaard onderzocht, maar bij de geit wel van belang door ziekte Caseous Lymphadenitits (vergrote lymfeknopen over het hele lichaam).