Paard/GD (HC5, PR7&8) Flashcards
Golden Triangle
Dierenarts, eigenaar, dier
Ziektegeschiedenis
Signalement
Anamnese
Signalement
diersoort ras geslacht leeftijd kleur en aftekeningen bijzondere kenmerken (bijv. geamputeerde staart, chip, tatoeage)
Anamnese
reden van bezoek
algemeen functioneren
leefomstandigheden
voorgeschiedenis
(ezelsbrug = ral(e)v(ant) over het dier) ach ja anders gespeld dan
Voorgeschiedenis/algemeen functioneren
aard van de klacht
duur van de klacht
verloop van de klacht
effect van behandeling
Algemene indruk
- gedrag en bewustzijnsniveau
- houding en gang
- voedingstoestand (vet en bespiering)
- verzorgingstoestand (ooguitvloeiing, tandsteen, oren, vacht)
- In Het Oog Springende Klinische Afwijking (IHOSKA)
Doel algemeen onderzoek
mate van verstoring
acuut/subacuut/chronisch
lokalisatie probleem
Onderdele AO
Ademhaling Pols Temperatuur Slijmvliezen Lymfeknopen Beharing, Huid en Hoornige structuren
Ezelsbrug: “APT = betekent in het engels “gepast naar omstandigheden”. Dit geldt ook voor OA, het is gepast dit te doen.
Ademhaling
- Diepte: ter grove inschatting van ademvolume
- Type:
- fysiologisch = costo-abdominaal (actief-passief)
- costaal, abdominaal, pendelend (borst en buik uit fase)
- Frequentie:
- Tel min. 30 sec en reken altijd om naar ademtochten per 1 minuut
- Tel langer bij onregelmatigheid.
- Ritme/regelmaat
Opnemen ademhaling
van enige afstand, schuin achter (LH, Paard) of schuin achter en boven (GD) het dier:
beste waarneming van borst/buikexcursies
Pols
Frequentie (slagen per minuut) Ritme (regelmaat) Kwaliteit - Equaliteit - Kracht = amplitude - Vulling (tussen slagen) - Vorm Synchroniciteit/uitval (m.n. GD, soms paard) Symmetrie (GD)
Kwaliteit perifere pols
l Kracht, afh van :
– Slagvolume (kan evt per slag wisselen)
– Perifere weerstand (kan wisselen, maar langzaam over vele hartakties)
– Elasticiteit vaatwand (kan wisselen over periode van jaren)
l Equaliteit : gelijkblijvende amplitude van elke polsgolf – Inequale pols per definitie onregelmatig; deze regel is
echter niet omkeerbaar !!!
l Vulling: voelbaarheid van het vat tussen de slagen l Vorm van de polsgolf (bijv. steile pols)
Mogelijkheden ritme opnemen
3 mogelijkheden:
– Regelmatig (gelijke tijdsafstand elke slag)
——————-
– Regelmatig onregelmatig : onregelmatigheid met terugkerend patroon
— — — — —
– Onregelmatig onregelmatig : patroonloze onregelmatigheid
— —- ————
l Van belang voor herkenning fysiologische of pathologische ritme-storingen (ziekteleer)
Respiratoire sinusaritmie
Respiratoire sinusaritmie (met name GD, soms paard)
– Fysiologische aritmie
– Ritme valt samen met de ademhaling l Kan dus regelmatig of onregelmatig zijn! l Bij inademing stijgt de polsfrequentie
l Bij uitademing daalt de polsfrequentie
– Niet aanwezig bij hijgende hond
– Niet aanwezig bij dichthouden van bek
– Paard: diverse soorten fysiologische aritmien
Uitval
l Controleren door ictus cordis te voelen en tegelijkertijd de perifere pols op te nemen
l Uitval = wel ictus, geen voelbare polsgolf
l Oorzaak: bij snel opvolgende hartcontracties is het slagvolume te klein om een perifeer voelbare polsgolf te genereren
l Duidt op een aritmie en niet op een blokkade!