Ridderepiek Uitdrukkingen Flashcards

1
Q

Iemand tegen zich in het harnas jagen

A

Iemand boos maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Met open vizier strijden

A

Openlijk of met eerlijke middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Iemand uit het zadel lichten

A

Iemand ontslaan of zorgen dat hij zijn positie verliest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ergens een lans voor breken/ voor iemand een lans breken

A

Voor iemand opkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van leer trekken

A

Fel uithalen (naar iemand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hij voert iets in zijn schild

A

Hij is iets van plan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hij heeft zijn sporen verdiend

A

Bewijzen dat je bekwaam bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Iemand in het zadel helpen

A

Iemand aan een functie helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stevig in het zadel zitten

A

De macht hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De boog kan niet altijd gespannen staan

A

Men moet zich ook kunnen ontspannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als een pijl uit een boog

A

Heel snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In het zand bijten

A

Verliezen of veel tegenstand hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Iemand de handschoenen toewerpen

A

Iemand uitdagen om iets te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly