Drogredenen Flashcards
onjuist gebruik van feiten
Je gebruikt een feitelijk argument dat niet juist is.
een onterecht beroep op autoriteit
De autoriteit is niet des-kundig. Bovendien wordt ze tegengesproken door gezag-hebbende deskundigen.
een onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
De aangehaalde eigenschap is niet of onvoldoende relevant
een onjuist gebruik van een voorbeeld
Je maakt een foute veralgemening op grond van te weinig voorbeelden
een onjuist gebruik van een vergelijking
Je vergelijkt appels met peren. De vergeleken zaken of personen verschillen heel erg van elkaar
een onjuist gebruik van een voor- of nadeel
Je overdrijft het voor- of nadeel om gelijk te halen
een onjuist gebruik van de oorzaak-gevolgrelatie
Het verband tussen oorzaak en gevolg is (helemaal) niet duidelijk.
Je kunt ook oorzaak en gevolg verwarren.
Een onjuist beroep op traditie
Je beweert dat iets zo moet omdat het traditioneel zo was, zonder af te wegen of er nu betere alternatieven zijn
de persoonlijke aanval
Je geeft geen inhoudelijk argument, maar valt de ander persoonlijk aan. Je speelt op de man in plaats van de bal.
Het ontduiken van de bewijslast
Je doet alsof je standpunt volkomen vanzelfsprekend is en niet ter discussie staat. Door de manier waarop je je mening formuleert, voorkom je afwijkende meningen.
Het verschuiven van de bewijslast
Je geeft een mening, maar geen argument. Wie het er niet mee eens is, moet maar zelf met argumenten komen.
Het vertekenen van het standpunt
Je verdraait het argument van de ander. Je legt de ander woorden in de mond die die niet gezegd heeft. Je noemt dit ook de ‘drogreden van de stroman’.
Het bespelen van het publiek
Je geeft geen rationele argumenten, maar probeert op het gevoel te spelen
Het jij-ook-argument
Twee personen of gevallen worden tegenover elkaar gezet en er wordt gedaan alsof ze beide hetzelfde zijn. Wat in de meeste gevallen niet waar is.
Cirkelredenering
Je argument is inhoudelijk gezien hetzelfde als je stand-punt. Het is alleen anders geformuleerd.