Respiratoir stelsel Flashcards

1
Q

Mucolytica

A

Doen de viscositeit dalen (opgehoest).

N-acetylcysteïne
Broomhexide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Decongestiva

A

Bij allergie

Sympaticomimetica: efedrine (alfa en beta agonist)
H1-antihistaminica: oa hydroxizine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Antitussiva

A

Narcotische: codeïne, hydrocodon, dextromethorphan (niet heel veilig want ook inwerking op CZS).

Niet-narcotische: noscapine. Mucolytica bij productieve hoest, prikkel onderdrukken bij niet-productieve hoest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bronchodilatoren

A

Sympaticomimetica: B2-agonisten Clenbuterol, salbutamol, terbutaline.

Parasympaticolytica (AcCh kan niet meer binden op muscarineR –> BD): atropine, glycopyrrolaat. Oraal of lokaal, liefst lokaal want minder nevenwerkingen.

H1-antihistaminica: oa hydroxyzine.

Methylxanthines: theofylline. cAMP: gsc, mastcellen (histaminedaling), bijnier (catecholamines –> binden op beta2R). Remmen fosfodiësterase –> cAMP stijgt –> relaxatie gsc en rond alveolen en bronchiolen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oorzaken + behandeling + werking GM van pulmonaire hypertensie

A

Oorzaken: idiopatisch, congenitale shunt (PDA), hartworm (D. immitis), pulmonaire thromboembolie, …

Behandeling: sildenafil (viagra).

Werking: inhibeert fosfodiësterase V –> cGMP stijgt –> relaxatie gsc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly