Respiratoir stelsel Flashcards
Mucolytica
Doen de viscositeit dalen (opgehoest).
N-acetylcysteïne
Broomhexide
Decongestiva
Bij allergie
Sympaticomimetica: efedrine (alfa en beta agonist)
H1-antihistaminica: oa hydroxizine
Antitussiva
Narcotische: codeïne, hydrocodon, dextromethorphan (niet heel veilig want ook inwerking op CZS).
Niet-narcotische: noscapine. Mucolytica bij productieve hoest, prikkel onderdrukken bij niet-productieve hoest.
Bronchodilatoren
Sympaticomimetica: B2-agonisten Clenbuterol, salbutamol, terbutaline.
Parasympaticolytica (AcCh kan niet meer binden op muscarineR –> BD): atropine, glycopyrrolaat. Oraal of lokaal, liefst lokaal want minder nevenwerkingen.
H1-antihistaminica: oa hydroxyzine.
Methylxanthines: theofylline. cAMP: gsc, mastcellen (histaminedaling), bijnier (catecholamines –> binden op beta2R). Remmen fosfodiësterase –> cAMP stijgt –> relaxatie gsc en rond alveolen en bronchiolen.
Oorzaken + behandeling + werking GM van pulmonaire hypertensie
Oorzaken: idiopatisch, congenitale shunt (PDA), hartworm (D. immitis), pulmonaire thromboembolie, …
Behandeling: sildenafil (viagra).
Werking: inhibeert fosfodiësterase V –> cGMP stijgt –> relaxatie gsc.