Geneesmiddelen inwerkend op het oog Flashcards

1
Q

Wat zijn de voorwaarden voor oogpreparaten?

A
  • Fysico-chemische eigenschappen
  • Steriliteit! –> aanwezigheid conserveermiddel
  • Niet irriterend
  • Na opening maximaal 1 maand houdbaar
  • Werken vnl. in op de conjunctiva
  • Absorptie mogelijk via cornea
  • Oogzalven: dun en vloeibaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Miotica

A

Parasympaticomimetica: pilocarpine (!; bij glaucoom)

AcCh esterase inhibitoren: fysostigmine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mydriatica

A

Voor oogonderzoek

Parasympaticolytica: tropicamide (!), atropine. Tropicamide is snel actief en snel inactief.

Sympaticomimetica: worden niet gebruikt ivm systemische effecten/nevenwerkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Anti-glaucoommiddelen

A
  • CAI: acetazolamide: systemische toediening, chronische therapie
  • Osmotische diuretica (spoed): glycerine, mannitol; systemische toepassing (IV), bij acuut glaucoom
  • PS-mimetica: pilocarpine !, topicale behandeling
  • Beta-blokkers: timolol, metipranolol, combinatietherapie met bijv. pilocarpine, werken in op de beta-R in het ciliair lichaam die instaan voor de aanmaak van oogkamervocht
  • PG-analogen: bimatoprost, latanoprost, topicaal, stimuleren uitvloei van oogkamervocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Latanoprost

Bimatoprost

A

PG-analogen, gebruikt als anti-glaucoommiddel (topicaal) door stimuleren van uitvloei van oogkamervocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Timolol

Metipranolol

A

Beta-blokkers die gebruikt worden als anti-glaucoommiddelen. Worden gebruikt in combinatietherapie met bijv. pilocarpine, werken in op de beta-R in het ciliair lichaam die instaan voor de aanmaak van oogkamervocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pilocarpine

A

Parasympaticomimeticum, belangrijk anti-glaucoommiddel, topicale behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Glycerine, mannitol

A

Osmotische diuretica die je in spoedgevallen bij acuut glaucoom gaat gebruiken, je past ze systemisch toe (IV).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Acetazolamide

A

Anti-glaucoommiddel. CAI, systemische toediening, wordt gebruikt voor chronische therapie. 99% van de carboanhydrasen moet geïnhibeerd zijn voor efficaciteit, daarom voor chronisch gebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anti-allergica

A
  • H1-antihistaminica: levocabastine, emedastine
  • Mastcelstabilisatioren: chromoglycaat
  • VC (decongestie mucosa): fenylefrine, efedrine
  • T-lymfocyten inhibitoren: cyclosporine, tacrolimus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Levocabastine

Emedastine

A

H1-antihistaminica, anti-allergische werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Chromoglycaat

A

Mastcelstabilisator, anti-allergische werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fenylefrine

Efedrine

A

Anti-allergische werking, VC (degongestie neusmucosa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cyclosporine

Tacrolimus

A

T-lymfocyt inhibitoren, anit-allergische werking. Verhinderen vrijstelling van pro-inflammatoire cytokinen en inhiberen dus de activatie van T-cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly