recht Flashcards

1
Q

wat is onverantwoord ouderschap

A

de ouder is tijdelijk/ permanent niet in staat om ‘‘goed genoeg ‘’ ouderschap te realiseren.
middels ( gedwongen) anticonceptie wordt zwangerschap voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de rol van de arts bij onverantwoord ouderschap

A

gesprekken te voeren, ondersteuning te regelen of iemand stimuleren om af te zien van de kinderwens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het standpunt van de KNMG m.b.t. onverantwoord ouderschap

A

ouderschap van mensen met een v.b. verloopt vaak problematisch en heeft vaak extra zorg nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke opties hebben artsen m.b.t. onverantwoord ouderschap

A
  • informeren over het aanbieden van anticonceptie.
  • ontmoedingen van ouderschap ( als goed genoeg ouderschap uitgesloten is).
  • KNMG is terughoudend over gedwongen anticonceptie.
  • ondersteuning in risicogezinnen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorsprong van goed genoeg ouderschap komt van…

A

winnicot:
- basisbehoefte
- emotionele behoefte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer is verplichte anticonceptie niet mogelijk

A

bij wilsbekwame mensen.
door recht op privacy, ontastbaarheid van menselijk lichaam, recht op familieleven etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn voorbeelden van mensen rechten

A
  • recht op persoonlijke integriteit.
  • recht op privacy.
  • recht op ondersteuning door overheid in hun opvoedkundige taken.
  • recht op bescherming tegen seksueel geweld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het levenstestament

A

als je de zorg voor jezelf niet meer kunt regelen, kun je vastleggen wie jouw financiele, medische, en persoonlijke zaken regelt.
geen wettelijke regeling!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar leg je het levenstestament vast

A

bij notaris of onderling.

vertrouwenspersoon heeft rechten en plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uit welke twee volmachten bestaat het levenstestament

A

financiele en medische/ persoonlijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de WMO

A

de gemeente is verantwoordelijk voor ondersteuning van mensen vanaf 18 jaar die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe kan de gemeente de WMO uitvoeren

A

dagbesteding, ondersteuning van mantelzorger om tijdelijk te ontlasten, plaatsen in beschermde woonomgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het doel van de WMO

A

het bevorderen van de inclusieve samenleving.
participatie ( participatie van burgers bevorderen) en zelfredzaamheid ( zelfstandig wonen mogelijk maken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is preventie

A

alles wat ertoe leidt dat zwaardere zorg voorkomen kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe uit preventie zich in de praktijk

A
  • begeleiding.
    -maatschappelijke ondersteuning.
    -woningaanpassingen.
    -helpen van mantelzorgers en vrijwilligers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wanneer heb je recht op clientondersteuning

A

als ouders geen hulp kunnen bieden.

gemeente regelt dit, gratis, onafhankelijk, biedt info en advies en burger houdt regie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is in bezwaar gaan

A

gaat vooraf aan beroep.
bij beslissende instantie.
verzoek om beslissing te heroverwegen.
kan zonder advocaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is in beroep gaan

A

bij andere instantie/ rechtbank.
verzoek om beslissing te vernietigen.
advocaat niet verplicht.
hoger beroep mogelijk.
kost geld ( rechtsbijstand).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn algemene voorzieningen van de gemeente

A

ov, buurthuis, boodschappenservice.

20
Q

wat zijn collectieve voorzieningen voor mensen met een beperking vanuit de gemeente

A

regiotaxi, tafeltje dekje.

21
Q

wat zijn maatwerk voorzieningen vanuit de gemeente

A

rolstoel, woonaanpassing, huishoudelijke hulp.

22
Q

wat zijn de mogelijkheden bij WMO

A

persoonsgebonden budget, zorg in natura of de gemeente betrekken.

23
Q

wat is het persoonsgebonden budget

A

burger kan zelf ondersteuning kiezen, geldt komt niet op zijn rekening maar wordt beheerd door een derde.

24
Q

wat is de voorwaarde om PGB te krijgen

A

-de budgethouder moet voldoende in staat zijn om taken uit te voeren.
- de budgethouder moet bewust kiezen voor PGB.
- de budgethouder moet zorg/ diensten van goede kwaliteit inkopen met PGB.

25
Q

wie voert de PGB betaling uit

A

de sociale verzekeringsbank, na goedkeuring.

26
Q

wat als het PGB is goedgekeurd…

A

dan wordt er een zorgovereenkomst afgesloten tussen het initiatief en de budgethouder.

27
Q

tegenargumenten van het wmo

A
  • vooral voor bezuiniging en tegen fraude.
  • bij invoering onervaren gemeenten, 2015.
  • veel druk op mantelzorg.
  • geen goede controle op de uitvoering.
28
Q

voor wie is de wet langdurige zorg bedoelt

A
  • bij 24 uurszorg, levenslang.
  • voortdurend toezicht is nodig.
  • mensen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
29
Q

wat regelt de WLZ

A
  • alle begeleiding/ zorg die nodig is.
  • behandeling.
    -vervoer.
  • medicijnen en huishoudelijke ondersteuning.
  • soms hulpmiddelen.
30
Q

juist of onjuist:
de WMO verplicht gemeenten om mantelzorgers actief te ondersteunen om overbelasting te voorkomen

31
Q

tegenargumenten voor de WLZ

A
  • wachtlijsten zijn toegenomen.
  • ziekteverzuim van personeel te hoog.
  • veel administratie.
  • herstel krijgt weinig aandacht.
  • mantelzorg is niet verplicht.
32
Q

wat is de functie van de wetgeving

A
  • vaststellen van rechten en plichten.
  • geeft spelregels over hoe wij ons behoren te gedragen en wat we van anderen mogen verwachten.
  • het sturen van ons leven D.M.V rechtsregels.
33
Q

wanneer is iemand wilsbekwaam

A

iedereen is in beginsel wilsbekwaam totdat het tegendeel bewezen is.

34
Q

wanneer is iemand wilsonbekwaam

A

als hij de informatie van de arts niet ( meer) kan begrijpen en afwegen.

arts heeft alsnog de plicht om passend overleg en aangepaste begeleiding uit te voeren.

35
Q

hoe wordt wilsbekwaamheid beoordeeld

A

altijd per beslissing.

36
Q

wanneer ben je handelingsbekwaam

A

iedereen die 18 jaar of ouder is. zij kunnen rechtshandelingen verrichten.

37
Q

wanneer is iemand niet handelingsbekwaam

A

als iemand onder curatele staat.
als iemand minderjarig is.

38
Q

wat betekent proportionaliteit

A

er is een redelijke verhouding tussen het doel en het ingezette middel.
geldt bij beoordeling van wilsbekwaamheid

39
Q

op welke 4 niveau’s wordt wilsbekwaamheid beoordeeld

A

geïnformeerd kunnen worden, kunnen begrijpen, wegen en besluiten.

40
Q

wat is mentorschap ( inperken bevoegdheden meerderjarigen)

A

gaat over materiele beslissingen, vaak binnen familie geregeld.
rechter beslist dit.
overleg met betrokken is leiddraad.

41
Q

wat is bewindvoering ( inperken bevoegdheden meerderjarigen)

A

gaat over financiële beslissingen, vermeld in openbaar register. benoemd door rechter

42
Q

wat is curatele ( inperken bevoegdheden meerderjarigen)

A

zowel financiële als immateriele beslissingen. door rechter benoemd.

43
Q

tot welke leeftijd zijn ouders beslissingsbevoegd

44
Q

tussen welke leeftijd zijn de ouders en de minderjarige bevoegd

A

12-16 jaar.
bij conflict telt de mening van de minderjarige het zwaarst.

45
Q

vanaf welke leeftijd is de minderjarige beslissingsbevoegd

46
Q

wat is wgbo

A

wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. regelt rechten en plichten van de patient en stelt grenzen voor minderjarigen.