Question 2 Kan de geest onafhankelijk van het lichaam functioneren? --> Substantiedualisme Flashcards

1
Q

Wat is substantiedualisme?

A

“De geest / ziel bestaat onafhankelijk
van lichaam en brein.” –> zijn verschillende substanties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een substantie?

Rene Descartes

A

Substantie: dat wat op zichzelf kan bestaan
(VS eigenschappen: kunnen niet op zichzelf bestaan)
Bv substantie: microfoon, eigenschappen: heeft volle batterij, is grijs, is draagbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de twee verschillende substanties volgens Rene Descartes?

A
  1. Res cogitans: denkende substantie: Immaterieel, de geest
  2. Res extensa: uitgebreide substantie: Materieel, neemt plaats in in de ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom had Descartes radicale twijfel? (eerste methode)

A
  • Illusies
  • Dromen
  • Kwaadaardig genie –> Zelfs mathematische uitspraken als “2 + 2 = 4” zijn geen zekerheden! –> Een almachtig, kwaadaardig genie (of een demon!)
    zou me kunnen bedriegen, en me alles kunnen
    laten geloven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar ging Descartes naar op zoek?

A

Hij ging op zoek naar echte kennis.
Wat is een onbetwijfelbaar fundament voor kennis? –> Andere mensen alvast niet, want die kunnen
liegen, of zich vergissen, of…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was de enige zekerheid van Descartes?

A

Cogito ergo sum –> lk denk, dus ik ben.
Fundamentele zekerheid –> twijfel is een vorm van denken! Als je aan alles aan het twijfelen bent,
dan ben je dus aan het denken. Als er twijfel is, dan is er denken, en als er denken is, dan moet er een denker zijn! –> Dus ik besta!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat waren de twee methodes om uit te leggen dat het lichaam en geest onafhankelijk zijn?

A
  1. Radicale twijfel
  2. Helder en duidelijk inzicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de heldere en duidelijke inzichten (geen twijfel over mogelijk) waarop Descartes kan rekenen? (tweede methode)

A
  1. lk ben
  2. lk ben een res cogitans
  3. God bestaat –> We hebben een idee van het perfecte wezen in onze geest (God) –> Dit idee kan niet van onszelf komen. Wij zijn imperfect (wij zijn twijfelende wezens) –> Dit idee moet van een perfect wezen zelf komen (God) –> Dus God moet bestaan
  4. God is goed –> Als God bestaat en perfect en goed is, dan wil dat zeggen dat hij mij niet bedriegt! –> Met andere woorden: “lk heb een lichaam” is een helder en duidelijk inzicht, geen bedrog –> Dus: lk ben een res cogitans / denkende substantie én een res extensa / uitgebreide substantie –> interactieprobleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het interactieprobleem?

A

Als de geest immaterieel is, hoe kan het dan effect hebben op het fysieke/materiële lichaam als fysieke dingen alleen in beweging gebracht kunnen worden door een ander fysiek ding (botsen)
Causale geslotenheid van de fysieke wereld:
er gaat geen energie in of uit het systeem –> komt voort uit behoudswetten: elke fysieke gebeurtenis heeft een fysieke oorzaak
MAAR dan “Patrick Swayze (Ghost) probleem”: hoe kan een niet-fysieke substantie (zonder uitgebreidheid) botsen met de fysieke substantie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Descartes’ antwoorden op interactieprobleem

A

Eigenlijk weet Descartes het niet echt…
1. Aan de ene kant (zo zegt Descartes) zijn we duidelijk twee substanties.
2. Aan de andere kant zijn we niet gelijk aan een zeeman op zijn schip, maar interageren lichaam en geest.
We kunnen (1) en (2) niet tegelijk denken, DUS:
* De pijnappelklier –> in brein, via deze klier interageren lichaam en geest –> (lost niks op)
* God regelt de interactie tussen lichaam en geest!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe regelt God de interactie tussen lichaam en geest!

A
  1. Occasionalisme: God is de ware oorzaak van gebeurtenissen. Het lijkt alsof de intentie de oorzaak is van de armbeweging, maar eigenlijk vormt de intentie slechts een gelegenheid voor God om de arm te bewegen
    * Intentie –(God)–> fysieke actie van de slag
    * Bal raakt zijn hoofd –(God)–> Pijn
  2. Parallellisme: Mentale en fysieke interageren niet. Lichaam en geest lopen synchroon omdat ze zo door God gemaakt zijn.
    * Intentie en fysieke actie van de slag EN
    * Pijn en Bal raakt zijn hoofd zijn vooraf vastgestelde harmonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verklaren occasionalisme en parallellisme hoe God de interactie tussen lichaam en geest regelt?

A

Het probleem dat ze wilden oplossen: hoe interageren geest en lichaam?
Oplossing: Geest en lichaam interageren niet. God is de oorzaak van (schijnbare) interacties.
Nieuwe probleem: Hoe doet God dit? (+ morele problemen)
* Parallellisme: We hebben geen vrije wil.
* Occasionalisme: Het is God die immorele intenties verbindt met acties!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Samenvatting substantiedualisme

A
  • Geest en lichaam zijn radicaal verschillende substanties.
  • De geest is niet fysiek.
  • Probleem 1: Interactie tussen geest en lichaam is niet te begrijpen
  • Probleem 2: Deze positie is conceptueel incoherent: we zijn 2 dingen maar toch ook 1?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly